Koninklijke serres gaan drie weken open voor het publiek
"Esthetiek moet je voelen. Wat mooi is, is goed voor iedereen," zegt Paul Van Gorp, de regisseur van het koninklijk domein van Laken, tijdens een wandeling door de koninklijke serres. Om de haverklap geeft de bio-ingenieur heel gedetailleerde instructies aan de vijftien tuiniers in de gereputeerde serres: het mos een beetje meer naar links, de bloemen meer centreren in de middengang.
"Het zijn allemaal kleine dingen, maar honderd van die dingetjes geven een bepaalde sfeer," zegt de beheerder zelfverzekerd. Zijn constante oog voor detail zorgde er mee voor dat het bezoekersaantal van de koninklijke serres steeg van veertigduizend in 1975 naar 115.000 vorig jaar. Zelfs Japanners vinden hun weg naar het domein.
De Lakense serres maken deel uit van de Koninklijke Schenking. Die zelfstandige openbare instelling beheert de goederen die Leopold II ruim een eeuw geleden aan de Belgische staat schonk. Enkele van de domeinen bij de Koninklijke Schenking worden door de koninklijke familie gebruikt. Zo houden de vorst en zijn familie jaarlijks in de koninklijke serres drie tot vier activiteiten. Die bijeenkomsten zijn niet toegankelijk, maar jaarlijks openen de serres wel drie weken lang de deuren voor het grote publiek, zoals ook Leopold II het wenste. Binnen het domein zelf is de IJzeren Kerk, inmiddels omgevormd tot een tropisch zwembad, ook niet te bezoeken.
Creëer sfeer
Het was architect Alphonse Balat die, op initiatief van en in nauw overleg met Leopold II, aan het eind van de negentiende eeuw het indrukwekkende serrecomplex in het golvende, keurig onderhouden landschap ontwierp. De enorme paviljoenen, glaskoepels en lange, overdekte galerijen behoren om hun historische en architecturale waarde tot het 'levend patrimonium', zoals Van Gorp het noemt.
Dat levende aspect tref je nog meer binnen in de serres aan. Struinend van de ene overdekte ruimte naar de andere zie je massa's plantensoorten in al hun charme. Hoeveel soorten er precies uitgestald zijn, weten Van Gorp en zijn tuiniers niet. Maar dat is ook niet de bedoeling, vertelt de beheerder. "Dit is een groot complex waar we een sfeer creëren. Als je veel soorten wilt leren kennen, moet je een botanische tuin bezoeken."
Die sfeer vertaalt zich in verschillende decors, waarbij telkens een harmonie tussen de ijzer- en glasconstructie en de flora beoogd wordt.
Beeldhouwen met de koningin
Een echte publiekstrekker is de collectie geraniums, die per kleur in groep samengebracht zijn. Van een afstandje wordt dat effect nog versterkt. Verspreid over de kleine en grote geraniumgalerij zijn er zestig verschillende variëteiten te bekijken. Een paar jaar geleden waren dat er nog maar dertien.
Volgens Van Gorp trekt ook het art-decobeeldhouwatelier van koningin Elisabeth, uit 1930, jaarlijks heel wat volk. Een andere aanrader is de monumentale serre van Leopold II die, door de tropische planten, een negentiende-eeuwse sfeer ademt. Vanaf die serre volgen de grootste ruimtes.
Na buiten even genoten te hebben van het uitzicht over Brussel en het park met in de verte het schuilhutje van koningin Fabiola, wacht binnen de Wintertuin. Dat is de grootste nog bestaande serre uit de negentiende eeuw. Enkele passen verderop bekoort de Oranjerie, waar onder andere oranjebomen van ouder dan 250 jaar geherbergd worden. Heel wat aanwezige planten staan er tijdelijk, tot de vorst achter de rug is. Na 9 mei verkassen alle planten naar buiten, de hele zomer lang.
:: De serres van Laken zijn open van 15 april tot en met 9 mei. Ingang langs het erehek van het kasteel van Laken, Koninklijk Parklaan. Op 20 april uitsluitend toegang voor mindervaliden; op 24 april gesloten.
Kaartjes kosten 2,50 euro, gratis voor -18.
Meer informatie op 02-551.20.20 of www.monarchie.be
Lees meer over: Laken , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.