LGBT-vluchthuis zoekt extra locatie tegen januari 2020

Het opvanghuis voor holebi’s en transgenders in Brussel heeft een jaar na de oprichting 17 mensen opgevangen, terwijl er maar liefst 50 aanvragen waren. Het vluchthuis is daarom op zoek naar extra plaatsen op een nieuwe locatie in Brussel.

In Brussel-Stad opende een jaar geleden het eerste vluchthuis voor holebi- en transgenderjongeren in ons land. Jongeren tussen 18 en 25 jaar die door hun geaardheid thuis niet langer welkom zijn, kunnen er terecht voor opvang tot drie maanden, op een geheime locatie. Het vluchthuis moet zo voorkomen dat die jongeren op straat belanden.

De oprichting kwam niets te vroeg. Het afgelopen jaar kreeg het opvanghuis zo’n 50 aanvragen, dus bijna één per week. “Min of meer wat we verwacht hadden,” zegt woordvoerder Dimitri Verdonck. “We hebben slechts een achttal plaatsen, dus we konden maar 17 mensen onderdak bieden. Daarnaast kregen 26 personen begeleiding, want niet iedereen heeft onderdak nodig bij een conflict.”

Gezien de hoge nood gaat het LGBT-vluchthuis nu op zoek naar extra plaatsen. “We hebben verschillende mogelijke locaties op het oog. We moeten nog bekijken hoe we dat financieren. Maar ik schat dat we tegen januari 2020 kunnen uitbreiden,” aldus Verdonck.

Zo’n uitbreiding maakt het mogelijk om andere soorten opvangplaatsen aan te bieden, vervolgt Verdonck. “Niet iedereen voelt zich goed bij het samenleven met zeven anderen. Sommigen hebben er misschien baat bij om te logeren in een kleiner huis met maar twee plaatsen. Of bij opvang met meer omkadering, waar bijvoorbeeld ook ’s nachts een hulpverlener aanwezig is.”

Asielzoekers

Dat er anno 2019 nog steeds ouders zijn die hun kinderen aan de deur zetten vanwege hun geaardheid, noemt Verdonck onbegrijpelijk. Over transgenders bestaat dan weer nog veel onwetendheid. En opvallend is ook het aantal asielzoekers dat terechtkomt in het vluchthuis. “In asielcentra loopt het vaak mis, omdat jongeren er door hun geaardheid in de kijker lopen en daardoor met discriminatie of bedreigingen te maken krijgen van andere asielzoekers.”

Voor de financiering is Brussel-Stad nog steeds de belangrijkste partner. Maar ook bij het Brussels Gewest en de gemeenschapscommissies hoopt het vluchthuis geld op te halen, naast sponsoring van burgers en bedrijven. “In het begin draaiden we nog op vrijwilligers, vandaag hebben we twee werknemers in dienst. We hopen verder te professionaliseren,” klinkt het.

Europees netwerk

Ondertussen is ook in Luik een vluchthuis voor LGBT-jongeren geopend, met twee plaatsen. In Vlaanderen bestaat een dergelijk initiatief nog niet, waardoor het Brusselse huis ook Vlaamse jongeren onderdak verschaft.

Verdonck hoopt tot slot een Europese federatie van holebi- en transvluchthuizen in het leven te roepen. “We werken al nauw samen met vluchthuizen in Frankrijk, Italië, Spanje en Zwitserland, waarbij we tips en goede praktijken uitwisselen. Dat netwerk willen we versterken, zodat er op termijn vluchthuizen zijn over heel Europa.”