LOP wil brug slaan naar Franstalig onderwijs
Heel wat Nederlandstalige scholen in Brussel delen een speelplaats met hun Franstalige collega's. Maar daar stopt de samenwerking meestal en dat is een gemiste kans volgens het LOP. Het overlegplatform pleit voor meer samenwerking, zeker in de scholen die vlakbij elkaar liggen.
"De leerkrachten van de twee scholen zouden elkaar in eerste instantie moeten leren kennen", zegt Gerda Calders van het LOP Basisonderwijs. "Daarna kan er gedacht worden aan een uitwisseling. Leerkrachten van de Nederlandstalige school kunnen Nederlands gaan geven bij de de Franstalige buren en omgekeerd."
Om het water tussen beide systemen minder diep te maken heeft het LOP een brochure uit: 'kijk over de muur'. Daarin komen Nederlandstaligen een en ander te weten over het Franstalig onderwijs en omgekeerd. Dat moet heel wat misverstanden uit de wereld helpen.
"Kindjes van 2,5 jaar mogen bij ons maar instappen op bepaalde tijdstippen, meestal de eerste dag na een vakantie. In het Franstalig onderwijs mag een kindje instappen vanaf het ogenblik dat het 2,5 jaar is. Het gebeurt dat ouders aan onze schoolpoort staan met een kind van 2,5 jaar. Wij moeten dan uitleggen dat ze moeten wachten tot na de volgende vakantie."
Nog twee verschillen die opvallen: Franstalige leerkrachten hebben een extra vrije dag dankzij het feest van de Franstalige gemeenschap en kinderen krijgen minder huiswerk in het Franstalig onderwijs.
Volgens het LOP kunnen Nederlandstaligen nog iets leren van hun Franstalige collega's. "Ik denk dan onmiddellijk aan de immersiescholen, waar men gewone lessen kan geven in een andere taal", aldus nog Calders. "Onze minister heeft dat nu ook voorzien voor het secundair onderwijs maar ik denk dat wij daar ook in het basisonderwijs moeten mee beginnen."
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.