Malika El Aroud overleden: de 'zwarte weduwe van de jihad' die in Brussel ronselde

Malika El Aroud (64) is donderdag aan een slepende ziekte overleden, zo bericht De Standaard. El Aroud gold lange tijd als de beruchtste moslimextremiste van Europa. De vrouw stond bekend als 'mama jihad' of 'de zwarte weduwe van de jihad'. België probeerde haar onlangs nog uit te zetten, maar dat lukte niet. Ze verbleef de laatste jaren bij een familielid.

In het Centre Islamique Belge (CIB), toen een ontmoetingsplaats voor extremisten in Molenbeek, leerde ze in 1999 Abdessatar Dahmane kennen. Samen reisden ze in 2001 naar het Afghanistan van de taliban. Hij pleegde in opdracht van Osama bin Laden op 9 september 2001 een zelfmoordaanslag op de Afghaanse oppositieleider en krijgsheer Ahmed Shah Massoud.

Twee dagen later pleegde Al Qaeda de aanslagen in New York. El Aroud verkondigde openlijk dat ze trots was op haar man. Ze keerde terug naar België en moest in 2003 - met tien andere extremisten - terechtstaan voor het beramen van de moord op Massoud. El Aroud werd vrijgesproken.

Ze trouwde nadien met de Tunesiër Moez Garsallaoui. In 2010 werd het koppel door een Brusselse rechtbank veroordeeld tot acht jaar cel omdat ze jonge Brusselse moslims hadden geronseld. Ze werd gezien als een van de leiders van de Belgische cel van Al Qaeda. Ze zat die straf volledig uit. Garsallaoui vluchtte voor zijn veroordeling naar de grensstreek van Pakistan en Afghanistan. Hij zou in de herfst van 2012 om het leven gekomen zijn bij een Amerikaanse luchtaanval.

De laatste jaren leefde El Aroud een teruggetrokken leven. Sinds haar vrijlating is ze in België blijven wonen. Dat gebeurde 'illegaal', want als gevolg van haar veroordeling werd haar in 2017 de Belgische ­nationaliteit ontnomen.