Marie-Laure Roggemans over 30 jaar stedenbouw in Europawijk

Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
24/05/2008
Het Richtschema voor de Europese Wijk is door de Brusselse regering goedgekeurd, de wedstrijd voor de herinrichting van de Wetstraat is gelanceerd. Marie-Laure Roggemans leidt sinds 2005 een en ander in goede banen. Een gesprek met 'Madame Europe' over de ideologie van mobiliteit, miskleun­architectuur en parken als de culturele centra van de eenentwintigste eeuw.

Het economisch gewicht van de Europese wijk voor Brussel kan moeilijk onderschat worden. Als het in internationale vergelijkingen over kantoorprijzen gaat, dan gaat het steevast over de Leopoldwijk. De aanwezigheid van de Europese instellingen is verantwoordelijk voor een belangrijk deel van het bruto binnenlands product (bbp) van de hoofdstad.

Pionier
De totstandkoming van de wijk is dan weer een minder mooi verhaal. Projectontwikkelaars zwaaiden er de plak, de architectuur is soms monstrueus, de renovatie van het Berlaymontgebouw was een lijdensweg die de Belgische staat een miljard euro lichter heeft gemaakt.
Marie-Laure Roggemans kent het allemaal. Ze is doctor in de sociologie en introduceerde halfweg de jaren 1970 het begrip 'sociologie urbaine' aan de ULB. Als een echte pionier schreef ze haar thesis over Brusselse stadsplanning, en ze werkte in de jaren 1970 op het kabinet van toenmalig staatssecretaris Henri Simonet. Begin jaren 1990 stelde ze het eerste Gewestelijk Ontwikkelingsplan samen voor de regering-Picqué I. En het was opnieuw minister-president Charles Picqué (PS) die haar bij de Koning Boudewijnstichting ging halen met de vraag om zich over de Europese wijk te buigen.
"Mijn opdracht is drieërlei," zegt Roggemans. "Ik moet het Richtschema maken, de contacten met de Europese instellingen verzorgen, en ervoor zorgen dat het protocolakkoord over de Europawijk tussen het Gewest, de federale overheid en de drie betrokken gemeenten gerespecteerd wordt."

'Zotte stuute'
Het Richtschema is vorige week goedgekeurd door de Brusselse regering. Grote krachtlijnen: de huisvesting versterken, de openbare ruimte herinrichten en de mobiliteit verbeteren. Roggemans: "Aan dit plan gaan vier andere plannen vooraf. Er was een eerste plan van Jean-Louis Thys eind jaren 1980, toen een van Isabelle Durant, vervolgens van François-Xavier de Donnea. Tot slot was er nog het Ombudsplan, besteld door Guy Verhofstadt en (toenmalig Brussels minister-president) Daniel Ducarme. Picqué heeft gevraagd om een synthese te maken. We moeten het warm water niet uitvinden. De grote lijnen zijn nog altijd dezelfde."

Maar ondanks de plannen blijft het moeilijk om de projectontwikkelaars in het gareel te krijgen. Roggemans noemt het 'de zotte stuute' die mee de geschiedenis bepalen van de Europese wijk. Zoals het feit dat de inplanting van het Europees parlement in handen was van één privé-projectontwikkelaar. Dat zorgt tot vandaag voor hoofdbrekens, want het Brussels Gewest wil van die Société Espace Léopold de erfpacht overnemen van de spooroverkapping aan het Europees parlement. De onderhandelingen verlopen moeizaam.

Roggemans ziet niet zoveel verschillen met andere steden. Ook daar bepalen projectontwikkelaars mee het uitzicht van de stad. "We zitten in een kapitalistische logica. Eigenaars zijn vrij in hun doen en laten." Toch is er één groot verschil. "België is heel laat begonnen met ruimtelijke ordening. Pas in 1962 kwam een eerste belangrijke wet. De goede uitvoering ervan werd bemoeilijkt door de snel opeenvolgende staatshervormingen. In Brussel komen daar nog eens de versnipperde bevoegdheden bij: gemeente en Gewest zijn allebei bevoegd voor bouwvergunningen."

Voor de inrichting van de Europese wijk rees er keer op keer een andere moeilijkheid. De Europese instellingen voeren hun bilaterale contacten met lidstaten, met name de federale overheid, en niet met de regio's. Het Brussels Gewest zit dus tussen twee stoelen.
Volgens Roggemans zijn er twee ingrepen om aan dat structurele probleem tegemoet te komen. Er is het protocolakkoord tussen Gewest, gemeenten en federale staat uit 2006, en er is de vernieuwde interesse van de Europese Commissie voor de eigen huisvesting in Brussel. Europees commissaris Siim Kallas wil de Europese administraties rationaliseren. Roggemans: "De Europese Commissie zit nu in vijftig gebouwen in de Europese wijk. Dat moeten er minder worden. De kleintjes moeten eruit. Het moeten gebouwen worden van minstens 50.000 vierkante meter. De Europese Commissie wil 230.000 m2 verlaten. Daar komt huisvesting in de plaats."
Een eerste rechtstreeks gevolg van die vraag is de internationale wedstrijd voor de Wetstraat. Daar zou maar liefst 390.000 m2 worden bijgebouwd. "Hoe die 'inbreiding' er zal uitzien, laten we over aan de creativiteit van de kandidaten," zegt Roggemans. "We vragen wel 110.000 m2 woningen en 40.000 m2 handel." Vastgoedbonzen zijn niet geneigd om op die wedstrijd te wachten. Atenor haalde afgelopen weekend nog maar eens de plannen uit de kast voor een hoge toren aan de Wetstraat. Roggemans: "Daar ambeteren ze ons echt mee. Ze moeten maar enkele maanden geduld hebben."

Wetstraat woonstraat?
Roggemans weet wel dat het tot het klassieke spel tussen vastgoedbedrijven en overheden hoort. Ook de Europese Commissie laat zich niet onbetuigd. Die is intussen eigenaar van grote delen van de Wetstraat. Het staat vast dat oude gebouwen zullen worden afgebroken en heropgebouwd in de hoogte.

En als de Wetstraat ook een woonstraat moet worden - zo redeneert het Brussels Gewest -, dan mag die straat ook aan leefbaarheid winnen, met minder auto's. Volgens een studie is een tunnel mogelijk over een lengte van 350 meter. De technische uitvoering is begroot op 17 miljoen euro. Er hoeft niet meer gegraven te worden. Er zijn onder de Wetstraat parkeergarages op drie niveaus. Een tunnel kan daar twee niveaus van gebruiken. De parkeerterreinen moeten dan wel onteigend worden.

En dan is er mobiliteit, nog een thema waarvoor de Europese Commissie aandacht vraagt. De Europese wijk is vandaag goed bediend: er zijn twee riante autowegen waarvan één met fietspad; er is metro, trein en maar liefst veertien buslijnen. En toch zit het op alle fronten strop tijdens de spits. In eerste instantie moeten de Boa-metrostellen, die meer reizigers kunnen vervoeren, soelaas brengen. Er wordt bestudeerd of een automatische metro haalbaar is, en (op de lange termijn) de aanleg van een extra metrolijn. Er is ook het gewestelijk expresnet of GEN in 2015, en de treintunnel Schuman-Josa­phat die voor een betere verbinding moet zorgen met de luchthaven. Het Richtplan stelt ook een nieuwe tramlijn voor die Schaarbeek verbindt met Flagey, over de Etterbeeksesteenweg.

Parken
Roggemans zegt dat de discussies over mobiliteit het moeilijkst zijn omdat ze bezoedeld worden door ideologie. "Laat het duidelijk zijn: haast iedereen is het erover eens dat de auto moet worden teruggedrongen. Maar over hoe dat gebeurt, zijn de meningen verdeeld. Sommige experts vinden dat de Kortenbergtunnel (die auto's van de E40 naar de Wetstraat loodst, SVG) volledig dicht moet. Anderen zeggen: 'De bus is de toekomst.' Het is moeilijk om uit die tegengestelde visies een lijn te halen."

Een van de ingrepen die het vorige Ombudsplan (Verhofstadt-Ducarme) voor de Europese wijk voorstelde, was een grote cultuurtempel op de site tegenover het Van Maerlantklooster. Intussen is duidelijk dat een Ierse projetontwikkelaar er 20.000 vierkante meter woningen zal bouwen. Exit cultuurtempel.

Er waren ook plannen voor een Europamuseum in het Europees parlement op het Luxemburgplein. Ook daar komt niets van in huis. Het Europees parlement heeft er een visitors' centre ingericht en mikt op een half miljoen bezoekers per jaar. Een gemiste kans? Roggemans: "Het spaak lopen van het Europamu­seum is een gevolg van de crisis na de afwijzing van de Europese grondwet. Die crisis is nu afgewend. Het bureau van het Europees parlement heeft onlangs beslist dat er een museum over de Europese geschiedenis moet komen. We verwachten binnenkort een eerste schets en daarna een oproep tot openbare aanbesteding. Dit geeft de vzw Museum van Europa de kans om een betere locatie te vinden, in de Europawijk."

Roggemans en Picqué hebben al enkele locaties op het oog, maar willen daarover niets kwijt. Maar is er nog wel plaats? "Als men zegt dat er in Brussel geen plaats meer is, dan moet ik altijd lachen," zegt Roggemans. "In vergelijking met andere steden is Brussel weinig dichtbebouwd. Er is altijd plaats."

Nog een slotvraag. In 2010 loopt de opdracht van Marie-Laure Roggemans af. Wat hoopt ze tegen dan gerealiseerd te hebben? "Een promenade die het Leopoldpark en het Jubelpark verbindt! Weet u, ik heb er persoonlijk op aangedrongen dat het Jubelpark mee wordt opgenomen in de perimeter van het Richtplan. Ik vind parken ongemeen belangrijk in een stad. We beseffen dat niet genoeg. Parken zijn de culturele centra in de eenentwintigste eeuw. In een park is elke mens gelijk. Vandaag zie je mensen picknicken op het triestige Jean Reyplein terwijl het Jubelpark vlakbij is. Alle plannen zijn klaar, haast iedereen is mee. Nu alleen nog de Regie der Gebouwen overtuigen."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni