De nieuwe federale teststrategie waarbij risicocontacten zonder symptomen niet meer worden getest, is een noodgreep die niemand heeft gewild. “Ook al zitten we in Brussel nog altijd op koers met onze testcapaciteit en is de capaciteit van de laboratoria niet onze bevoegdheid, deze situatie voelt aan als een mislukking”, reageert Alain Maron, Brussels minister van Volksgezondheid.
| Een vrouw wordt getest in het Covid-19 testcentrum aan Merode.
Vanaf vandaag tot 15 november worden enkel patiënten met symptomen nog getest, op uitzondering van onder meer het zorgpersoneel na. Wie in een rode zone is geweest of een hoogrisicocontact had met een coronapatiënt, maar geen symptomen vertoont, wordt vanaf vandaag dus niet meer getest. Dat besliste de federale regering maandagavond.
“Het virus circuleert nu zo erg dat we met de testen gewoon niet meer konden volgen, het is alsof je met een fiets een sneltrein probeert in te halen. Daardoor moesten we de grip wel lossen, de focus verleggen en prioriteiten stellen: eerst de mensen met symptomen testen”, verduidelijkt biostatisticus Geert Molenberghs (UHasselt). Wat het aantal testen per inwoner betreft, behoort ons land intussen nochtans tot de top van Europa. Tussen 11 en 17 oktober werden in Brussel alleen al 41.418 tests afgenomen, dat is zeer veel. “Dat we het zelfs daarmee niet halen, toont vooral hoe ver gevorderd de epidemie is en hoe snel het zich verspreidt. De nieuwe teststrategie is een noodgreep die niet anders kon. Nu is het zaak de sneltrein zo snel mogelijk af te remmen en de curve weer naar beneden te laten aftoppen zodat ook mensen zonder symptomen weer getest kunnen worden.”
Mislukking
Ook Alain Maron (Ecolo), Brussels minister van Volksgezondheid betreurt de wijziging, maar geeft aan "geen andere keuze" te hebben. “Met 7.000 tests per dag zitten we nog steeds op koers voor de stelselmatige verhoging van onze testcapaciteit in Brussel tot 9.000 tests per dag tegen december, maar omdat de laboratoria niet kunnen volgen, is deze ingreep noodzakelijk.” Als oorzaak verwijst Maron naar de achterstand die is opgelopen in de testcapaciteit in de laboratoria, een federale bevoegdheid. “Omdat de laboratoria hun limiet bereikten, moesten mensen te lang wachten op hun resultaat. Daar zit de flessenhals en daarom is deze protocolwijziging nodig. Hoewel de laboratoriumcapaciteit niet onze bevoegdheid is, voelt dit aan als een mislukking. We hebben er alles aan gedaan om dit te vermijden. Dit is niet de situatie waar we in wilden belanden.”
'Hoewel de laboratoriumcapaciteit niet onze bevoegdheid is en we op koers zitten met onze testcapaciteit, voelt dit aan als een mislukking. Dit is niet de situatie waar we in wilden belanden.'
Risico's
Mensen zonder symptomen niet langer testen, brengt immers risico’s met zich mee, vervolgt Molenberghs. “Het kan dat het aantal besmettingen de komende tijd misschien lijkt te stagneren, terwijl het in werkelijkheid gewoon blijft stijgen maar we het niet zien omdat we mensen missen die wél besmet zijn, maar niet ziek worden. Als het virus zich bijvoorbeeld verspreidt onder jongeren, maar niemand zich laat testen omdat ze geen symptomen hebben, kan dat een vals gevoel van veiligheid geven. Tot het overslaat op een oudere groep waar mensen wel symptomen ontwikkelen. Dat is het grootste gevaar op het terrein: dat het virus woekert, maar je het pas later ziet.”
Toch betekent het niet dat we helemaal blind varen, zegt Molenberghs. “De positiviteitsratio – het aantal mensen dat positief test op het totaal aantal geteste personen – geeft nog een indicatie van de omvang van de epidemie, maar niet voldoende. Die ratio zal de komende tijd immers sowieso eerst stijgen, omdat we enkel nog mensen mét symptomen testen. Logisch dat dan ook meer mensen positief testen.” Kortom: daardoor is die indicator minder betrouwbaar dan voorheen. Ook het aantal ziekenhuisopnames weerspiegelt nog de kracht van de epidemie, maar “is helaas een late indicator”.
'Als we ons hierdoor onterecht veilig voelen en de maatregelen niet opvolgen omdat niemand in onze omgeving positief test, dan kan het cijfer verder boomen.'
Heel slecht
Op basis van die positiviteitsratio is de situatie vandaag in Brussel waar 1 op 4 positief test “heel slecht”, aldus Molenberghs, maar toch nog minder erg dan in Luik, waar 29 procent positief test. “Die ratio moet minder dan 1 op 100 bedragen. Wat de incidentie betreft, schommelen meerdere Brusselse gemeentes nu rond 1500 besmettingen per 100.000 inwoners, met een piek tot 1830 per 100.000 inwoners in Molenbeek. “De situatie lijkt enigszins te stagneren, tenminste als je vergelijkt met Luik waar de situatie nog dramatischer is. In sommige gemeentes gaat de incidentie daar boven 3000 per 100.000 inwoners. Maar dat is geen reden tot optimisme in Brussel”, aldus Molenberghs. “Het lijkt misschien oké, maar dat is enkel omdat het elders nog veel slechter is.”
Wanneer de genomen maatregelen – onder meer de sluiting van de horeca en verdere beperking van het aantal ‘knuffelcontacten’ tot maximum één persoon – zullen leiden tot een vertraging van de epidemie, is met minder betrouwbare ‘meetinstrumenten’ moeilijker in te schatten, zegt Molenberghs. “De positiviteitsratio zal de komende tijd zoals gezegd wellicht nog fors toenemen, maar als de extra maatregelen gevolgd worden, zou die na een tijd weer moeten afnemen. Zo niet, dan volstaan de maatregelen niet. Als we ons onterecht veilig voelen en de maatregelen niet opvolgen omdat niemand in onze omgeving positief test, dan kan het cijfer verder boomen.”
Verfijning
Toch kan je dat meetinstrument – de positiviteitsratio – nog licht verfijnen om de evolutie toch iets beter op te volgen ondanks de beperktere teststrategie, voegt Alain Maron nog toe. “Je kan die ratio opsplitsen voor zieke mensen en mensen zonder symptomen. We weten hoeveel procent zieke mensen de voorbije weken positief testen. Dan kan je kijken of dat cijfer de komende weken stijgt of niet. Als de maatregelen opgevolgd worden, zou dat binnenkort moeten dalen. De genomen maatregelen zijn toch vrij drastisch. Blijft die impact uit, dan moet er nagedacht worden over bijkomende maatregelen – zoals bijvoorbeeld het nog verder beperken van de sociale contacten.”
Andere denkpistes om het testprobleem op te vangen is het inzetten van speekseltesten die de Universiteit van Luik al gebruikt voor studenten of kijken of de minder betrouwbare sneltesten toch geen nut hebben. “Het klopt dat die sneltesten nog niet echt betrouwbaar zijn, maar als je zo toch een aantal besmette mensen zonder symptomen zou kunnen detecteren die je anders niet vindt, is het misschien toch de moeite waard?” aldus Maron. “Die piste wordt overwogen, maar daar beslissen wij niet over.”
Lees meer over: Samenleving , coronatest , coronatestcentrum
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.