Meer kans op ongeval in Brussel maar gevolgen minder ernstig

In Brussel loop je als chauffeur het grootste risico om in een ongeval betrokken te geraken waar je verwondingen aan overhoudt. De ernst van de ongevallen is wel het laagst in Brussel, in vergelijking met Vlaanderen en Wallonië. Dat blijkt uit een grondige analyse van de verkeersongevallen in 2014 door het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV).

In Brussel stijgt het aantal letselongevallen (+2,0 procent) en het aantal gewonden (+2,6 procent) tussen de eerste 9 maanden van 2014 en 2015. Terwijl het aantal dodelijke ongevallen met 12 stabiel bleef. Er vallen dus minder doden in het Brussels verkeer, omdat de ernst van de ongevallen lager ligt dan in Vlaanderen en Wallonië.

Brussel heeft als stedelijk gebied een uitgebreide bebouwde kom, waar de maximumsnelheid lager ligt en de schade bij een ongeval ook beperkt is. 92 procent van de ongevallen in Brussel gebeurt in de bebouwde kom.

Mensen sterven niet altijd onmiddellijk na een ongeval maar vaak ook in de dagen erna. In 2014 vielen er in Brussel opnieuw meer doden tot dertig dagen na het ongeval, dan in 2013. In 2014 vielen er zo 29 slachtoffers te betreuren, het jaar ervoor 24, in 2012 nog 37. Daarmee haalt Brussel de doelstellingen niet die het zichzelf had opgelegd.

“In Brussel, maar ook in de andere gewesten, zien we dat de doelstellingen die men vooropgesteld had niet gehaald zullen worden tegen 2020. Daar had men een halvering van het aantal doden voorzien, maar het aantal doden neemt nog toe”, zegt Karin Genoe van het BIVV.

Jongeren
Uit de analyse van het BIVV blijkt verder dat vooral jongeren een kwetsbare groep vormen in het verkeer. Het verkeer blijft zelfs de belangrijkste doodsoorzaak van jongeren tussen 20 en 24 jaar oud. Als jongeren in die leeftijdsgroep sterven, is dat in een derde van de gevallen in het verkeer.