MIVB-topman: 'Ik zal de moed bij het personeel niet vergeten'

MIVB-topman Brieuc de Meeûs heeft in een terugblik op de aanslagen van 22 maart 2016 in Brussel benadrukt hoezeer hij onder de indruk was van de moed bij zijn personeel die dag. "Dat is iets wat ik zeker niet zal vergeten. Die moed, die bereidwilligheid, het weer opstaan na de gebeurtenissen", klinkt het.

Nadat de Meeûs het volledige net onmiddellijk na de aanslagen had laten stilleggen, werd 's avonds een speciale dienst ingericht, "in de filosofie van ons Noctis-net (de nachtdienst van de MIVB, nvdr.)". "En dat was ook nodig, want die avond moesten 300.000 pendelaars vanuit Brussel weer thuis geraken."

Het was de Meeûs zelf die de beslissing nam voor het stilleggen van de metro na de aanslag in station Maalbeek. "Ik zat 's ochtends in de wagen in de file toen ik het nieuws vernam over de aanslag op de luchthaven. Ik was zowat een kwartiertje op kantoor toen de aanslag in het metrostation plaatsvond. Ik heb toen onmiddellijk het metronet laten stilleggen en een crisiscentrum georganiseerd."

Een onderzoekscommissie naar de aanslagen moet conclusies formuleren over de verantwoordelijkheden die dag. "Ik wil toch benadrukken dat het crisisbeheer die dag relatief goed verlopen is", aldus de Meeûs. Er was volgens de topman een draaiboek, dat ondertussen verfijnd en verbeterd is. "Maar perfect zal het nooit zijn, dat is evident."

"Niemand had de aanslag in de metro kunnen voorzien. Dit had evengoed in een warenhuis of pretpark kunnen gebeuren", zegt de Meeûs. De MIVB had volgens de topman reeds na de eerdere aanslagen van Parijs bijkomende veiligheidsmaatregelen genomen, zoals de inzet van extra personeel.

Na de aanslagen van Brussel zijn nog andere maatregelen getroffen, maar daar wil de topman niets over kwijt. "De meest zichtbare maatregelen zijn uiteraard de vuilnisbakken die vervangen werden door transparante plastic zakken en de paaltjes voor de metro-ingangen, die moeten vermijden dat iemand met een voertuig een metrostation kan binnenrijden."

Na de aanslagen heeft de MIVB gemerkt dat passagiers de metro inruilden voor tram- of bus, maar die verschuiving van ondergronds naar bovengronds verkeer is een jaar later zo goed als weggewerkt. "Het normale leven is hernomen en dat is zeer positief", aldus de topman.

Maar volgens de Meeûs is het psychologische trauma bij slachtoffers en betrokkenen vaak nog dieper dan het fysieke leed. Enkele medewerkers van de MIVB zitten daardoor nog altijd thuis. "Op een bepaald moment hadden we vijftien psychologen ter beschikking staan van het personeel. Meer dan 400 sessies waren nodig."

Bij de dubbele aanslag op 22 maart 2016 in Brussel kwamen 32 mensen om het leven, 16 op de luchthaven en 16 in metrostation Maalbeek.