Zaterdag begint de Week van de Mobiliteit met op 17 september een Autoloze Zondag als top of the bill. Nochtans valt er niet zoveel te feesten. Het afgelopen jaar was een ramp voor de mobiliteit in Brussel, met afbrokkelende tunnels als triest hoogtepunt.
Mobiliteitsexpert ULB: ‘Vooral wie rijk is, heeft een stem in het debat’
Frédéric Dobruszkes: “De mobiliteit in Brussel is hels. Iedereen is ontevreden: automobilisten, mensen op de tram en bus, fietsers en laten we de voetgangers niet vergeten.”
Volgens de geograaf moeten de klassieke recepten ingezet worden om het tij te keren: parkeren duurder maken, de autocapaciteit terugdringen, in alternatieven voorzien, kortom een modal shift bewerkstelligen: minder auto’s, en meer mensen op het openbaar vervoer, te voet of met de fiets. De overheid moet hiervoor de nodige investeringen doen. Maar er is méér nodig.
“Mensen zullen niet zomaar de auto laten staan. We leven in een individualistische Westerse samenleving. Mensen zijn de auto gewoon. Ze willen de vrijheid om overal te kunnen rijden en parkeren. Die mentaliteit wijzigen, kan op twee manieren. Via sensibilisering of door druk te zetten. Ik denk dat beide nodig zijn. En dan heb ik het minder over rekeningrijden, want dat is in het voordeel van wie geld heeft en benadeelt wie arm is en al de stad is moeten ontvluchten omdat het hier te duur wonen is.”
De geograaf komt daarmee op het tweede deel van de oplossing. Als de werknemer niet meer op zijn werk raakt, moet hij misschien dichter bij het werk gaan wonen. “Een goed mobiliteitsbeleid kan niet zonder een goed woonbeleid. De overheid moet wonen in de stad betaalbaar maken.”
En de mobiliteitsplanning? “Het Brussels Gewest heeft hierin al een lange weg afgelegd. In 2010 keurde het Iris II goed, het gewestelijk mobiliteitsplan. Wie dat plan vandaag doorneemt, kan alleen maar vaststellen dat er bitter weinig gerealiseerd is. Zowel in de doelstellingen (20 procent minder auto’s) als in maatregelen. Er zijn te weinig fietspaden aangelegd, te weinig nieuwe tramlijnen, geen metro, geen overstapparkings, geen taxiplan, de autocapaciteit is niet significant afgebouwd, et cetera. Nochtans had Iris II dat allemaal aanbevolen.
Dobruszkes ziet twee problemen. Er is de welbekende versnippering van het beleid. De gedeputeerde die in het parlement in de Lombardstraat ja knikt als het over minder auto’s gaat in het gewest, maar die neen zegt als hij concrete mobiliteitsmaatregelen moet uitwerken in de gemeente waar hij of zij burgemeester of schepen is.
Daarnaast wordt vooral de stem van de kapitaalkrachtige bewoner gehoord. “Als het Brussels Gewest een kruispunt aanlegt, komen vooral automobilisten in opstand. De (armere) busgebruiker die voordeel heeft bij een heraanleg, horen we veel minder. Dat leidt tot een scheeftrekking in het debat, waar de beleidsmaker zich te veel door laat beïnvloeden.”
Lees ook het interview met Frédéric Dobruszkes: "Metro zonder stadstol heeft geen zin."
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.