Modellen voor een leefbare stad
L ovenswaardige architecturale prestaties, kent u er veel in Brussel uit de jongste kwarteeuw? Nu de stad op het vlak van bevolkingsgroei en verkeerscongestie dichtslibt, is het vijf voor twaalf om stedenbouwkundige oplossingen te vinden. Bozar Expo toont in de tentoonstelling Bouwen voor Brussel welke transformaties elders wél mogelijk waren. Met vijf zalen vol inspirerende modelbouw. Het lijkt of de cultuursector het heft in handen neemt en een tekeningetje maakt voor Vadertje Staat: 'Kijk jongens, zo kan het! Doe maar na.' Klaar en duidelijk: Bozar Expo wil de visie voor stadsontwikkeling aanmoedigen en geslaagde voorbeelden voorhouden. Want levenskwaliteit bieden, dat wil Brussel ook.
Vandaar vijf thema's, met tientallen architectuurvoorbeelden in maquettes en foto's en met videobeelden en commentaren van toparchitecten, ja, zelfs van de Brusselse Bouwmeester. Je komt werk van Zaha Hadid, Jean Nouvel en Norman Foster & Partners tegen in Europese groeisteden, maar ook van eigen bodem, met Robbrecht & Daem en Xaveer De Geyter voor projecten in Vlaanderen.
Eden Bio
Doordachte architectuur kan een positieve stimulans bieden in een stedelijke context. En dat heeft Brussel nodig. Er is het probleem van de bevolkingsgroei, de migratie, de stadsvlucht van jonge gezinnen, het tekort aan openbare ruimte, de verkeersverzadiging, de werkloosheid en de verstedelijking van de Rand. Andere (Europese en Belgische) steden hebben er een antwoord op gevonden. Laten we dus even over het (grens)muurtje gluren.
In de vijf themazalen - demografie, stedelijke economie, mobiliteit, nieuwe wijken en openbare voorzieningen - staat het bol van oplossingen. Elk bouwproject (gevisualiseerd met maquettes) wordt toegelicht met een technische fiche die een lichtje doet branden.
Neem nu de zaal Demografie. Dat de bevolking groeit en verandert in Brussel, is al langer bekend. Jonge gezinnen ontvluchten de stad, op zoek naar betaalbaar wooncomfort. Gelijktijdig is er een bevolkingsgroei van zes procent (Brussel verwacht zelfs een groei van 8,2 procent de volgende tien jaar), maar wel bij de bestaande en een nieuwe, lagere sociale klasse. Brussel heeft tegen 2020 vijftigduizend nieuwe woningen nodig, vooral sociale. In 2007 bedroeg de sociale huisvesting 8,4 procent van het volledige woonbestand in Brussel. In Amsterdam is dat 55 procent, in Londen 25 procent en in Parijs 16, toch nog altijd bijna het dubbele. Die achterstand valt niet snel in te halen afgaand op het beleid, de financiële prioriteiten en de migratie-instroom.
Kijken we even naar Madrid. Tussen 2001 en 2006 stroomden daar bijna een half miljoen mensen toe. Er volgde direct een bouwexplosie, met 315.000 nieuwe woningen in uitbreidingsgebied. Het voorbeeld van Mirador (2005) toont een sociale torenflat met uitsparing, die als reuzenterras op veertig meter hoogte vrijheid biedt aan de bewoners. Ook gezinnen van de middenklasse hoeven de stad niet te ontvluchten als ze privacy hoog op hun verlanglijstje zetten.
In het Parijse project Eden Bio (2008) verbouwde architect Edouard François een woonblok op een triest plein tot middenbeuk van twee nieuwe straten. Daarlangs lopen nieuwe terrassenhuisjes, verbonden met loopbruggen over groenzones. Hier werd de gezellige, ouderwetse kleinschaligheid van een wijk opnieuw opgezocht. Of toch liever de bijenkorfdrukte? Met appartementen, winkels, hotels, cafés en publieke ruimten in één groot complex, zoals in de oude haven Kop van Zuid, in opbouw in Rotterdam, bijvoorbeeld.
Hoe een openbaar gebouw de stad kan veranderen, bewijst het Casa da Música (2005, Porto), dat met een promenade de buurt met het terrasdak en -café verbindt. Zo komt iedereen toch eens in een cultuurtempel. Ook Jan De Vylder en kompanen brachten met de verbouwing voor theater LOD en dansgezelschap Ballets C de la B in de Gentse Bijlokewijk oud en nieuw, studenten, passanten en artiesten bij elkaar. Openbare ruimten kunnen de perfecte katalysator zijn om ergens nieuw leven in te blazen. Wat het Centre Pompidou in Beaubourg teweegbracht in de jaren 1970, heeft Brussel nog steeds niet nagedaan in vergelijkbare wijken, zoals rond de Slachthuizen van Anderlecht. Ook waar een stad economisch in twee gesplitst wordt, zoals bij het Kaaitheater/de Citroën-garage, of met de esplanaden tussen Zuidstation en centrum, kan het anders. In Zaanstad (bij Amsterdam) werd het viaduct - dertig jaar lang een parkeerzone - een ontmoetingsplek met winkels, sport- en speelterreinen, een skating bowl en een parkje. Iedereen lóópt ernaartoe.
Open en bloot
En dan zijn er nog de 19,5 procent werklozen (vooral jongeren) in Brussel, waarmee we ver boven het Europese gemiddelde uitkomen. Bedrijvencentra kunnen een belangrijke rol spelen, zoals het Hôtel Industriel Berlier langs de Seine in Parijs, waarin nieuwe tijdelijke projecten opgezet worden. In Brussel zitten de bedrijvencentra doorgaans verstopt achter anonieme gevels. Of de Metal Workshop Dynamo in Zürich - alles open en bloot op straat -, waar jonge metaalbewerkers opgeleid worden en een positief signaal geven aan passanten.
Economie en mobiliteit kunnen ook hand in hand gaan, zoals in de Souterrain-tramtunnel in Den Haag, waar vijfhonderd geparkeerde wagens en de metro bij elkaar komen. Hierdoor kwam bovengronds lucht en ruimte vrij voor winkel-wandelstraten.
Bewijzen te over dat visionaire projecten best haalbaar zijn, ook voor wie aan Brussel wil (ver)bouwen.
Bouwen voor Brussel - Architectuur en stedelijke transformaties in Europa van Bozar Expo, nog tot en met 28 november (gratis) in het PSK, Ravensteinstraat 23, 1000 Brussel. Dinsdag tot en met zondag van 10 tot 18 uur. Meer op 02-507.82.00 en www.bozar.be
Lees meer over: Samenleving , Expo
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.