Na 18 jaar zwartwerk poetst de Poolse Alina sinds mei in het wit

Bettina Hubo
© Agenda Magazine
08/11/2009
Bij toeval kwam de Poolse Alina in de zomer van 1991 in Brussel terecht. Tegen heug en meug begon ze te werken als poetsvrouw. Dat doet ze, meer dan achttien jaar later, nog altijd. Pas sinds mei van dit jaar werkt ze legaal. "Ik wou dat ik dit vroeger had gekund. Ik heb toch het gevoel dat ik een deel van mijn leven verloren heb."

A lina vertelt haar verhaal in het vergaderzaaltje van het Lakense dienstenchequekantoor waarvoor ze sinds mei werkt. Ze praat openhartig over haar wedervaren als 'zwarte' poetsvrouw. Maar met haar volledige naam en foto wil ze niet in de krant, een erfenis wellicht van jarenlang overleven in een schimmig circuit. Zelf zegt ze geen zin te hebben in vervelende reacties van de Poolse gemeenschap.

Alina is afkomstig uit een dorpje bij Warschau. Eind jaren 1980 vertrok haar schoonbroer naar Brussel. Na verloop van tijd sommeerde hij zijn vrouw, Alina's zus, om na te komen. De twee jonge kinderen van het gezin bleven in Polen, onder de hoede van de toen 26-jarige Alina. "Na een jaar vond ik het welletjes en vroeg ik mijn zus om terug te komen. Ze stemde toe en nodigde me uit om eerst nog met de twee kinderen veertien dagen op vakantie te komen in België."

Zo arriveerde Alina op een augustusnacht in 1991, na een busreis van twintig uur, in Brussel.

Eenmaal hier begon haar zus erop aan te dringen dat Alina haar poetswerk zou overnemen. "Mijn zus had werk voor vijf dagen. Gekocht, welteverstaan. Zo ging dat onder Polen, en zo gaat het nog steeds. Je neemt de poetsuren over en geeft de eerste tijd een deel van je salaris af aan je voorgangster. Mijn zus had twee dagen volledig afbetaald. De drie andere was ze nog aan het aflossen."

Alina zwichtte. Haar zus en schoonbroer vertrokken en daar zat ze, alleen, in een vreemd land waarvan ze de taal niet sprak. "De werkadressen had ik vanbuiten geleerd. Mijn zus was vooraf overal één keer met mij langsgeweest. En ze had me ook een basiswoordenschat geleerd. Raclette, savon, dat waren mijn eerste Franse woorden. Voor de rest moest ik me met gebarentaal behelpen. Verschrikkelijk vond ik het. Elk weekend heb ik gehuild."

24 op 24
Tot overmaat van ramp raakte ze na drie maanden een deel van haar werk kwijt. Ze hield nog tien uur over. Maar ze kon al gauw aan de slag in een privérusthuis. Daar gebeurden echter allerlei onfrisse praktijken. Op een dag zag Alina hoe een verzorgster een van de bejaarden een flinke duw gaf. "De directie was bang dat ik erover zou gaan praten. Een dag later stond ik op straat."

Alina besloot op zoek te gaan naar werk als inwonende hulp. "Dan had ik alvast kost en inwoning." Ze kwam terecht bij een Belgisch-Marokkaans echtpaar. Daar ging het een tijdje goed, maar de man, een politieagent, kon zijn handen niet thuishouden. Toen Alina hierover een voorzichtige opmerking maakte tegen haar bazin, kon ze vertrekken. "Ze gaven me twee dagen om mijn boeltje te pakken."

Na enkele omzwervingen vond ze weer werk als inwonende meid, ditmaal bij een kroostrijke Marokkaans-Belgische familie. "Toen ik begon, waren er vier kinderen. In de vijf jaar dat ik werkte, kwamen er nog eens vier bij." Ze deed zowat het hele huishouden: poetsen, de kinderen van school halen, 's nachts opstaan voor de kleintjes. "Dat is het probleem als je inwoont. Dan denken je bazen dat ze je 24 uur op 24 tot hun beschikking hebben. Als ik een weekend rust wilde hebben, moest ik maken dat ik wegkwam."

Uiteindelijk liep ook dit niet goed af. Het gezin raakte in geldnood en kreeg problemen met het gerecht. Vooraf had Alina met haar bazen afgesproken dat zij het grootste deel van haar loon zouden wegzetten. "Ze zouden het voor mij sparen. Anderhalf jaar heb ik achter mijn geld gelopen, maar ik heb nooit één cent gezien. Veel kon ik tegen hen niet beginnen. Ik had geen bewijs. Ik werkte illegaal en had geen rechten."

Schijnhuwelijk
Waarom bleef ze na al die tegenslagen nog in België? Alina moet lang nadenken over die vraag. "Ik weet het niet. Ik denk dat het op den duur een gewoonte wordt."

Bij haar volgende baas werd Alina ziek. Iets van reumatische aard, denkt ze achteraf. "Elke morgen stond ik op met vingers en handen die bijna gevoelloos waren. Ik probeerde het, zo goed en zo kwaad als dat kon, voor mijn bazen verborgen te houden. Ik was bang om het te vertellen. Mijn moeder stuurde een zalf op vanuit Polen. Uiteindelijk, na een maand of drie, ging het beter."

Maar Alina had inmiddels genoeg van haar bestaan als inwonende meid. Ze weigerde werk 'te kopen' en scharrelde zelf een aantal poetsuren bijeen, onder meer bij een aardige studente met wie ze goed kon opschieten. Een tijdje later leerde ze een Afrikaanse man kennen, van wie ze in 2001 zwanger raakte. Omdat de vader van haar kind een aanvraag had lopen om Belg te worden en haar zoontje ook in België geboren werd, dacht ze een verblijfsvergunning te zullen krijgen. Daardoor zou ze legaal kunnen gaan werken. Het bleek ijdele hoop. Toen haar zoontje één jaar was, werd ze opgeroepen door de gemeente Koekelberg. In plaats van een verblijfsdocument werd haar een uitzettingsbevel voorgeschoteld. Met de hulp van een advocaat kon Alina verhinderen dat ze het land werd uitgezet. Maar haar kind werd de Belgische nationaliteit geweigerd en zelf kreeg ze geen verblijfsvergunning.

Ook de andere wegen om aan een arbeidskaart te raken, bleven voor haar gesloten. "Vele Poolse vrouwen kregen een arbeidskaart doordat hun man zich hier als zelfstandige had gevestigd. Andere meisjes trouwden met een Belg. Ook mij werd meermaals voorgesteld om tegen betaling een schijnhuwelijk te sluiten."

Geen vetpot
In mei van dit jaar gingen de grenzen van de Belgische arbeidsmarkt helemaal open voor Poolse arbeiders. Alina bood zich meteen aan bij een dienstencheque­bedrijf. Ze kon er gelijk beginnen. Met het arbeidscontract als bewijs dat ze in haar onderhoud kon voorzien, kwam ze in aanmerking voor een verblijfskaart voor vijf jaar.

"Nu is mijn sociale zekerheid in orde en als er een klant wegvalt, zoekt het bedrijf meteen een nieuwe voor me. En vanaf volgend jaar heb ik ook recht op vakantie."

Alina merkt dat ze nu wat meer respect krijgt. "Vroeger lag je voor het minste aan de deur. De baas mocht zeggen dat hij niet tevreden was, wij mochten dat niet. We moesten zwijgen. Nu hebben we ten minste het recht om tegen te pruttelen."

Maar op financieel vlak is het nog steeds geen vetpot. "Ik werk 31 uur, zodat ik nog wat tijd overheb voor mijn kind. Als je in het zwart werkt, is alles netto. Nu moet ik belastingen betalen. Bovendien probeer ik administratief een en ander in orde te brengen. Dat brengt kosten met zich mee: aansluiting bij het ziekenfonds, bij de vakbond."

Ze vindt het dan ook niet zo vreemd dat vele Poolse vrouwen vandaag nog altijd in het zwart werken. "Als ik geen kind had gehad, dan was ik misschien ook in het zwart blijven werken en uiteindelijk teruggekeerd." Alhoewel, in Polen voelt ze zich inmiddels ook een vreemde. Sinds haar moeder is overleden, komt ze er niet meer vaak. Ook hier in Brussel houdt ze zich ver van de Poolse gemeenschap. "De Polen blijven te veel onder elkaar. Ik vind dat je je zo goed mogelijk moet integreren."

Alina is zelfs van plan om een aanvraag te doen voor naturalisatie. "De vader van mijn zoon is ondertussen Belg geworden en mijn zoon ook."

Normaal gezin
Voor de toekomst heeft ze geen grootse verwachtingen. "Ik zal altijd moeten blijven poetsen. Niet dat ik het graag doe, maar ik ben 45, ik ben te oud en heb ook geen geld om een opleiding te volgen."

Verkoopster had haar anders wel wat geleken. "Maar ja, daarvoor moet je Nederlands kunnen spreken en ook in het Frans kunnen schrijven. Ik heb nooit Franse les gevolgd. Nu pas leer ik samen met mijn zoontje spellen."

Zou ze het opnieuw doen, haar land verlaten en elders gaan werken? "Nee, ik heb toch het gevoel dat ik een deel van mijn leven verloren heb. Niet dat ik overal spijt van heb. Ik heb nieuwe mensen leren kennen en ik heb een nieuwe taal geleerd. Maar ik heb me te vaak uitgebuit gevoeld. In Polen had ik misschien een normaal gezin kunnen stichten. Daar kende ik de taal en had ik rechten."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Laken , Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni