Hooligans houden een vorm van statuscompetitie bij, zegt Filip Boen, professor in de sport- en bewegingspsychologie (KU Leuven). “Als je een nederlaag hebt geleden, moet je die nadien rechtzetten. Of dat nu op of naast het veld gebeurt.” Het zou kunnen verklaren waarom restaurant Le Falstaff woensdagavond plots het strijdveld werd tussen twee rivaliserende supportersclubs.
Na het hooliganslagveld in Le Falstaff: ‘Er bestaat ook een ranking naast het veld’
Een groep in het zwart geklede supporters kwam woensdagavond onverwachts restaurant Le Falstaff binnen en sloeg daar de boel kort en klein. De bliksemaanval duurde amper enkele minuten, maar de schade van de confrontatie tussen supporters van voetbalclub Anderlecht en de Young Boys Bern uit Zwitserland is aanzienlijk. Het is zelfs niet duidelijk wie de aanval inzet - Belgische of Zwitserse hooligans? - al onderscheiden we minstens één bivakmuts in het paarswit, de clubkleuren van Anderlecht.
Het gevecht tussen de twee supportersploegen komt er hoogstwaarschijnlijk na een uit de hand gelopen wedstrijd vorige week in Bern, Zwitserland. Toen waren er ook al incidenten tussen de supporters van Anderlecht en Bern. "Mogelijk gaat het nu om een soort van revanche in Brussel,” klonk het bij de politie.
Dat klinkt Filip Boen, professor in de sport- en bewegingspsychologie (KU Leuven), niet zo vreemd in de oren. “Hooligans houden wel een soort van statusboekje bij. Er bestaat geen formeel scorebord of een rangschikking van battles naast het veld, maar er wordt wel heel vaak gesproken over welke battle ze gewonnen hebben tegen welke club. En als je een nederlaag hebt geleden, moet je die nadien rechtzetten. Of dat nu op of naast het veld gebeurt. Het is een soort statuscompetitie.”
Vechten in de bossen
Bovendien wordt het steeds moeilijker om die statuscompetitie uit te vechten in of op weg naar het stadion, geeft Boen aan. “Na het Heizeldrama heeft men het veel moeilijker gemaakt om elkaar nog op te zoeken in het stadion zelf. Zo werden er aparte supportersvakken gemaakt. Ook op weg naar het stadion heeft men de omstandigheden zo gemaakt dat het al veel moeilijker wordt om elkaar aan te vallen, onder andere via combiregelingen (verplicht per bus naar uitwedstrijden reizen, red.) en politiebegeleiding. Het risico op bestraffing bij geweldgebruik in of rond het stadion ligt vandaag ook hoog.”
"Je vindt zowel hoog-als laaggeschoolden terug onder hooligans.”
Dus zijn clans van hooligans met elkaar beginnen afspreken buiten het stadion om, aldus Boen. “Dan spreken ze bijvoorbeeld af in de bossen met een bepaald aantal regels waaraan de vechtersbazen zich moeten houden. En natuurlijk mag de politie er niet van weten. Maar ook dat is de laatste tijd moeilijker geworden, waardoor ik vermoed dat er nu zo’n zaken ontstaan als onverwachte raids.”
Vergeten hoe we ons moeten gedragen
Het hooliganisme leek vorig jaar bovendien een opflakkering te kennen. “Er werden plots weer meer incidenten waargenomen in stadions,” geeft Boen aan. “Sommigen wijten het aan knaldrang naar aanleiding van de coronaperiode, maar ik geloof dat we na de pandemie vergeten waren hoe we ons in groep moesten gedragen en wat de sociale normen waren. Nu zien we dat opnieuw minder: het zou dus kunnen verklaren waarom die grenzen overschreden werden.”
Welke mensen er doorgaans achter de hooligans schuilen, daar is het moeilijk een antwoord op te geven, zegt Boen. “We kunnen die mensen zeker niet over eenzelfde kam scheren. In het algemeen zijn er geen persoonlijkheidskenmerken die sportfans onderscheiden van niet-sportfans. Vermoedelijk geldt hetzelfde voor hooligans, al hebben die natuurlijk wel een zekere openheid tegenover geweld. Maar je kan zeker niet zeggen dat het enkel om bijvoorbeeld bepaalde bevolkingsgroepen gaat. Je vindt er zowel hoog- als laaggeschoolden terug.”
Lees meer over: Anderlecht , Brussel-Stad , Samenleving , Sport , Wetenschap , le falstaff , RSCA , filip boen