Van alle straten in het Brussels gewest die naar een persoon zijn vernoemd, verwijst maar 6,1 procent naar een vrouw. Dat blijkt uit een nieuwe kaart op basis van een kruising van open data. Gemeentebesturen willen langzamerhand wel iets doen aan die wanverhouding, maar het is een traag proces. “Als burgers er zelf om gaan vragen, zullen politici makkelijker straatnamen veranderen.” Wie dat wil, kan in de komende maanden zelf suggesties doen.
| De Marie Popelinstraat.
Zestig vrijwilligers bouwden samen de nieuwe kaart op, die dinsdag gepubliceerd wordt naar aanleiding van de aankomende Internationale Vrouwendag. Zij kruisten afgelopen week de openlijk toegankelijke kaart van OpenStreetMap met ‘wikidata’, de gegevens die je terugvindt op Wikipedia. De vzw Open Knowledge Belgium, die instaat voor de promotie van open data in België, kreeg hiervoor projectsteun van gewestelijk agentschap Equal.Brussels.
“Het project bestaat eigenlijk uit twee fasen”, zegt coördinator Dries Van Ransbeeck. “In een eerste fase wilden we in kaart brengen hoe het staat met de genderverdeling in Brusselse straatnamen. We willen daarbij vooral de data laten spreken.”
43 procent van de ruim vijfduizend Brusselse straten en pleinen zijn vernoemd naar een persoon, stelden de vrijwilligers vast. Het enorme overwicht van de mannennamen valt meteen op: 93,9 procent, tegenover maar 6,1 procent straten met een vrouwennaam. Eén straat is sinds de zomer van vorig jaar vernoemd naar een transgender: de Willy De Bruynstraat in de Noordwijk.
Op onderstaande kaart kunt u bekijken welke straten respectievelijk naar vrouwen en mannen zijn vernoemd (Lees verder onder de kaart)
Een jaar geleden deed Canvas dezelfde oefening in acht grote Vlaamse steden. Daaruit bleek dat van alle straten die de naam van een persoon kregen, er 85 procent naar een man werden genoemd, en 15 procent naar een vrouw. Brussel presteert dus nog een stuk slechter.
Opvallende vrouwen met eigen straat in Brussel
- Maria Malibran (Elsene): in 2018 besliste het toenmalige gemeentebestuur van Elsene om aan de Malibranstraat expliciet de voornaam 'Maria' toe te voegen. 'La Malibran', geboren als Maria Félicita Garcia, was een van 's werelds eerste en grootste operadiva's. Ze stierf, zwanger, op 28-jarige leeftijd, na een val van haar paard. Het stadspaleis aan het Fernand Cocqplein, waarin de Frans-Spaanse mezzosopraan met haar Belgische man woonde, werd na haar dood het gemeentehuis van Elsene.
- Viriginie Plas (Evere): in 2012 herdoopte de gemeente Evere een kort doodlopend straatje aan natuurgebied Moeraske om tot de Viriginie Plasstraat. Zij is daarmee een van slechts een handvol Brusselse politica’s die in het gewest een straat naar zich vernoemd heeft gekregen. De liberale Plas was van 1965 tot 1997 onafgebroken lid van de gemeenteraad.
- Jo Cox (Brussel-Stad): Britse Labour-politica die zich tegen de uitstap van het Verenigd Koninkrijk uit de EU kantte. Een week voor het referendum in 2016 werd ze op 42-jarige leeftijd vermoord om haar politieke visie. Cox werkte zes jaar in Brussel, onder meer voor het Europees Parlement en ging in die tijd geregeld naar de Ancienne Belgique. Het plein achter de AB werd in 2018 naar haar vernoemd.
- Yvonne Nèvejean (Laken): In 2019 werd een straat in de nieuwe Tivoliwijk in Laken naar deze verzetsstrijdster uit WO II genoemd. Nèvejean, die in Gent en New York gestudeerd had, verborg als directrice van een netwerk van kindertehuizen ongeveer 4.000 Joodse kinderen. Ze werd in 1965 door de Israëli's uitgeroepen tot Rechtvaardige onder de Volkeren, een eretitel voor mensen die Joden ten tijde van de Holocaust hebben helpen overleven.
Weinig politica’s
In totaal dragen 130 Brusselse straten, bruggen en pleinen de naam van een vrouw, tegenover zowat 2.100 met een mannennaam. Bijna de helft van die straten is bovendien opgedragen aan mythische vrouwelijke wezens, dames van adel of koninklijke huize, en vrouwelijke heiligen.
“Na de Belgische onafhankelijkheid, toen Brussel aan het uitbreiden was, werden veel straten naar leden van het koningshuis vernoemd, zowel naar mannen als vrouwen", zegt Els Flour, archivaris bij het Archiefcentrum voor Vrouwengeschiedenis. “Vrouwen maakten deel uit van die families, en kwamen op dat vlak qua straatnamen nog vrij ‘makkelijk aan de bak’, om het zo te zeggen.”
Hoe anders is het bij de politici. Recent kregen twee buitenlandse vrouwen – de Française Simone Veil, en de vermoorde Britse Jo Cox – een eigen plek in Brussel, maar verder hebben slechts oud-burgemeester Andrée Payfa in Watermaal-Bosvoorde en vier andere lokale politica's een straat die naar hen gedoopt is.
“In de 19de en begin 20ste eeuw werden straten vaak vernoemd naar lokale politici die verantwoordelijk waren voor grote stedenbouwkundige projecten, zoals Jules Anspach of Adolphe Max”, zegt Flour. “Vrouwen deden veel later hun intrede in de politiek. Ze schopten het heel af en toe tot schepen, maar zonder zware bevoegdheden. De kans dat ze zoveel naam en faam maakten dat inwoners hen zouden willen eren met een straat, was daardoor bijzonder klein."
“Dat kleine aantal vrouwelijke politici met een eigen straat valt op. Zeker voor de hoofdstad, het machtscentrum van het land”, zegt Liesbet Stevens, adjunct-directeur bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (Lees verder onder de fotogalerij)
Vrouwen met een eigen straat
“Terwijl het natuurlijk niet aan geschikte kandidaten ontbreekt", merkt Stevens op. "Maar die wanverhouding geldt net zo zeer bij de schrijfsters of schilderessen. Vrouwen hadden heel lang geen plaats in de publieke ruimte, terwijl straten meestal vernoemd worden naar mensen die in het publieke leven veel weerklank hebben gekregen. Als je die vrouwelijke verdiensten dan ook nog eens minder ziet en waardeert, is het eindresultaat 6,1 procent straatnamen vernoemd naar vrouwen: een zware ondervertegenwoordiging.”
“Vrouwen hadden heel lang geen plaats in de publieke ruimte, terwijl straten meestal vernoemd worden naar mensen die in het publieke leven veel weerklank hebben gekregen”
Druk van onderuit
Een 12-tal Brusselse straten zijn vernoemd naar actrices à la Marilyn Monroe of Marlène Dietrich, danseressen als Akarova of zangeressen als Maria Malibran of Nellie Melba. “Operazangeressen als ‘la Malibran’ (zie kader hierboven) waren eind 19de, begin 20ste eeuw echt grote sterren”, legt archivaris Flour uit. “De bourgeoisie, die de straatnamen bepaalde, wilde het culturele leven van Brussel in die tijd ongetwijfeld in de verf zetten.”
Een ongeveer even grote groep vrouwelijke verzetstrijders werd vrij snel na de oorlogen voorgedragen voor een straatnaam. “Hun heroïsche, atypische gedrag trok de aandacht”, zegt Flour.
“Dat is toch anders voor de vrouwenrechtenactivistes als Suzan Daniel of Éliane Vogel-Polsky, die pas heel recent een eigen straatnaam hebben gekregen. Die beslissingen komen er deels door druk van onderuit. Dat zien we ook bij andere groepen in de samenleving, zoals de activisten die ijveren voor een Lumumbaplein in Brussel bijvoorbeeld.”
De kaart die Open Knowledge Belgium nu vrijgeeft, krijgt een staartje in de vorm van acht workshops in verschillende gemeenten in het gewest. De vzw Noms Peut-Être organiseert die in de komende maanden om suggesties te verzamelen voor nieuwe straatnamen. De naamsuggesties zullen aan de Brusselse gemeenten worden bezorgd, en komen ook terecht op de website van het project.
Inhaalbeweging
Meer en meer steden en gemeenten bellen het Expertisecentrum voor Gender en Feminisme Rosa om suggesties voor vrouwennamen, bevestigt directrice Bieke Purnelle. “Ze zijn zeker van goede wil, maar die inhaalbeweging is pas heel recent. Het thema is actueel. Daar heeft de actie ‘Meer vrouw op straat’ van presentatrice Sofie Lemaire zeker toe bijgedragen.”
Stadsbesturen proberen nu een inhaalbeweging te maken, maar dat is moeilijk, zegt Purnelle. “Ze veranderen niet graag de namen van bestaande straten. Meestal kun je dus pas vrouwennamen kiezen als er nieuwe straten worden aangelegd.”
"Mensen voelen zich emotioneel verbonden met hun straatnaam. Lokale politici gaan daar niet graag tegenin. Het is dus zaak om de bevolking te mobiliseren"
Dat gebeurde recent ook in de Tivoliwijk, waar Brussel-Stad twee verzetstrijdsters met een eigen straat eerde, en eveneens in de nog aan te leggen woonwijk aan Thurn en Taxis. Regisseuse Chantal Akerman, en de eerste vrouwelijke dokter in België, Isala Van Diest, werden daar door het publiek aangedragen. Bevoegde schepen Ans Persoons (SP.A/One.Brussels) besloot eind vorig jaar bovendien om de hoofddreef op de site te vernoemen naar schilderes Anna Boch, hoewel oorspronkelijk een andere naam was voorzien.
“We stelden vast dat er veel te weinig vrouwelijke straatnamen waren", zei Persoons destijds. "Op dit moment proberen we met het stadsbestuur de straatnamen te vervrouwelijken - dat is een manier om vrouwen de plaats in de geschiedenis te geven die ze verdienen. Rondom de site van Thurn & Taxis zagen we een kans om dat niet alleen bij kleine straatjes te doen."
“Het is een heel traag proces”, bevestigt Liesbet Stevens van het Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen. “Mensen voelen zich emotioneel verbonden met hun straat en zien niet graag dat de naam veranderd wordt. Lokale politici gaan daar niet graag tegenin. Het is dus zaak om de bevolking te mobiliseren. Als burgers zelf vragende partij zijn voor een naamswijziging, zullen politici daar makkelijker in meegaan.”
Lees meer over: Brussel , Samenleving , vrouwelijke straatnamen , gendergelijkheid , Liesbet Stevens , Els Flour , amazone , Dries Van Ransbeeck , Open Knowledge Belgium , 8 maart , internationale dag van de vrouw
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.