‘Nederlandstalige zorg in ziekenhuisnetwerk blijft gegarandeerd’

Vlaams Belang en N-VA maken zich zorgen over de ziekenhuisnetwerken in de hoofdstad. Die riskeren overwegend Franstalig te worden. Volgens VGC-collegevoorzitter Elke Van den Brandt (Groen) is de vrees onterecht. “De taalwet blijft van toepassing.”

De Brusselse regering heeft zopas een voorontwerp goedgekeurd die de oprichting van ziekenhuisnetwerken in Brussel moet versnellen. De deelstaten en de federale overheid zijn een tijd geleden overeengekomen dat Brussel vier dergelijke netwerken krijgt. In 2020 moeten de ziekenhuisnetwerken zijn opgericht.

De schaalvergroting moet de kosten in de gezondheidszorg drukken en tegelijk, via zorgpaden, de kwaliteit van de gezondheidszorg verbeteren. Niet elk ziekenhuis binnen een netwerk zal dezelfde gespecialiseerde zorg aanbieden, en kan dan doorverwijzen naar een ander ziekenhuis. Het ziekenhuisnetwerk krijgt een eigen directie die op zoek moet naar efficiëntiewinst.

Er kunnen maximaal vier ziekenhuisnetwerken komen in Brussel. Twee zijn er al gevormd.

• Het UZ Brussel gaat samen met Sint-Maria (Halle), het OLV Ziekenhuis (Aalst-Asse-Ninove) en het Stedelijk Ziekenhuis (Aalst).
• Saint-Luc (Woluwe) vormt een netwerk met Sint-Jan (Brussel), de Europaziekenhuizen (Ukkel) en Saint-Pierre (Ottignies)
• De openbare ziekenhuizen (Iris: Brugmann, Sint-Pieters, Elsene, Bracops, Bordet) zouden dan met het ULB-ziekenhuis Erasme (Anderlecht) een netwerk vormen, en met het (dure) privéziekenhuis Chirec, al zijn die discussie hierover nog volop aan de gang. Mogelijk gaat Chirec als vierde netwerk alleen verder, of samen met Erasme.

Door de verschillende statuten van deze ziekenhuizen binnen een netwerk (universitair/algemeen, tweetalig/eentalig, openbaar/privé, met taalwet/zonder taalwet, Vlaams/Waals/Brussels) wordt het beheer een hele klus.

'Nadelig voor de Nederlandstalige patiënt'

Zo is de vraag hoe autonoom de ziekenhuizen nog zullen kunnen opereren. Vlaams Belang-raadslid Dominiek Lootens-Stael ziet ook een groot nadeel voor de Nederlandstalige patiënt, vooral in het netwerk van de tweetalige Iris-ziekenhuizen met het eentalige ULB-ziekenhuis Erasme.

Lootens-Stael: “De specialisaties zullen binnen een netwerk verdeeld worden onder de ziekenhuizen. Wie in een (tweetalig) openbaar ziekenhuis zijn zorgtraject start, kan nadien voor een specifiek onderzoek in een Franstalig universitair ziekenhuis belanden. Dat is nadelig voor de Nederlandstalige patiënt.”

Lootens-Stael merkte in de Raad van de VGC ook op dat de ziekenhuisopnames steeds korter worden en dat thuiszorg wordt gestimuleerd. “Dan is taal zéker belangrijk, om de juiste opvolging thuis te garanderen.”

Ook raadslid Gilles Verstraeten (N-VA) ziet risicio’s op een verdere verfransing van de tweetalige ziekenhuizen in Brussel.

'Vrees is onterecht'

Collegevoorzitter Elke Van den Brandt (Groen) noemt die vrees onterecht. “De taalwet blijft van toepassing. In de Iris-ziekenhuizen hebben Nederlandstalige patiënten recht op zorg in het Nederlands. Dat verandert niet met de oprichting van de netwerken.”

Ze benadrukte nog dat Vlaanderen en de VGC veel aandacht besteden aan de taalopleidingen in de openbare Iris-ziekenhuizen en het aantrekken van Nederlandskundige zorgverstrekkers in Brussel. “En wie niet in het Nederlands verzorgd wordt, kan altijd klacht indienen bij de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.”

Binnenkort komen de ontwerpordonnanties van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), die de ziekenhuisnetwerken tussen de openbare ziekenhuizen en de privéziekenhuizen mogelijk maken, in het parlement.

Het GGC-college moet de netwerken als toezichthoudende overheid goedkeuren.