‘NMBS schiet tekort voor mensen met beperkte mobiliteit’

In 2016 opende het Interfederaal Gelijkekansencentrum UNIA 20 dossiers wegens discriminatie van de NMBS ten opzichte van personen met een beperkte mobiliteit. Ook de aanschaf van de nieuwe M7-wagons door de NMBS baart UNIA zorgen, omdat die niet aangepast zijn aan de hoogte van de perrons in België.

Dat schrijft La Dernière Heure maandag.

De 20 dossiers die UNIA in 2016 opende gingen over de bereikbaarheid en zichtbaarheid van treinen, perrons en stations. In totaal werden er sinds 2011 zo’n 82 soortgelijke dossiers opgesteld tegen de NMBS. De cijfers vormen een record, en dat roept vragen op bij het Interfederaal Gelijkekansencentrum UNIA.

“Op het vlak van discriminatie is de NMBS een van de publieke instituten die wij het meest moeten contacteren”, verzucht UNIA-directeur Patrick Charlier in La DH. Er zijn ook positieve punten, zoals het feit dat in de meeste stations maar 1 uur op voorhand moet worden gereserveerd voor assistentie, maar er zijn nog te veel gebreken, aldus UNIA.

Zo zijn te veel stations moeilijk bereikbaar voor personen met een beperkte mobiliteit. Maar ook het contact op vlak van assistentie verloopt te stroef. Zo is de website voor mensen met een beperkte mobiliteit niet aangepast aan blinden en slechtzienden en is het telefoonnummer betalend.

Maar het grootste probleem situeert zich op de perrons zelf. België is namelijk het enige land waar niet één standaardhoogte geldt voor alle perrons, maar twee. Dat is absurd, aldus UNIA, dat zo snel mogelijk naar één standaardhoogte wil. Federaal minister van Mobiliteit Bellot (MR) liet al weten dat een standaardisering van de hoogtes van de perrons hoog op het prioriteitenlijstje staat van de NMBS en Infrabel.

Maar ook al wordt die belofte vervuld, toch denkt de NMBS niet aan de toekomst, aldus UNIA. De recente aankoop van 445 wagons van het type M7 is daar een voorbeeld van. De hoogte van die wagons strookt immers niet met de hoogtes van de perrons in België.