'Ondergrondse parkings niet rendabel'

Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
19/02/2014

Tal van gemeenten, de Stad Brussel voorop, plannen nieuwe ondergrondse parkings zonder zelf te investeren. Voor de financiering moeten ze echter niet te veel op privépartners rekenen. “Een ondergrondse parking zonder meer is niet rendabel."

Sint-Gillis plant een parking onder het Munthofplein. Anderlecht wil er graag een onder het Dapperheidsplein. Schaarbeek heeft plannen voor twee nieuwe publieke parkings: een gemeentelijke onder het Lehonplein, en een gewestelijke onder het Daillyplein. En Brussel-Stad kondigde de bouw van vier bijkomende parkings in de Vijfhoek aan, als compensatie voor het autovrij maken van het stadscentrum.

En dan is er Jette, waar het Gewestelijk Parkeeragentschap een parking zal bouwen onder het Spiegelplein. Die plannen zijn het verst gevorderd. Maar daar bleek alvast dat een publiek-private samenwerking weinig zoden aan de dijk brengt. Er werd geen privé-investeerder gevonden om de parking te bouwen. Het Brussels Gewest heeft dus beslist om de parking met belastinggeld te bouwen. Ook in Sint-Gillis komt er maar geen investeerder over de brug.

Dat verwondert Thomas Bimson van Vinci Park niet. De Franse groep is Europees marktleider in het bouwen en uitbaten van parkings. “Een ondergrondse parking is stand-alone niet rendabel,” zegt Bimson. “Alleen in het kader van een andere vastgoedoperatie wordt het winstgevend. Bijvoorbeeld met de bouw van een kantoorblok. Of als een deel van de parkeerplaatsen verkocht kan worden. En dan nog.”

Moerasgrond
Vinci Park rekent voor de bouw van een parking van 200 plaatsen tussen de 4 en de 8 miljoen. Maar veel hangt af van de ondergrond. Als die moerassig is, lopen de kosten snel op. Of als die vervuild is, of als de werf moet worden stilgelegd voor archeologische opgravingen.

Daarbij komt de kost van de uitbating, de bemanning en het onderhoud. Er moeten bovendien meer plaatsen beschikbaar zijn dan gemiddeld nodig, om piekmomenten op te vangen. “Mensen denken dat een parking een goudmijn is, maar dat klopt niet,” zegt Bimson.

Het verklaart meteen waarom er de laatste jaren geen ondergrondse parkings zijn bijgekomen in Brussel. In 2011 wou een privé-investeerder een parking bouwen onder het Brugmannplein in Elsene, maar de omwonenden hebben zich daar massaal tegen verzet. Het project stierf een stille dood.

Beliris wou een parking onder het Jourdanplein in Etterbeek, maar gooit het nu over een andere boeg. “De kosten zouden te hoog oplopen,” zegt schepen Rik Jellema (Groen). “Want de Maalbeek loopt onder het plein.” Bovendien zagen de handelaars de jarenlange werf niet zitten.

Overleg is cruciaal
En dan is er het Flageyplein. Dat is wél een geslaagd voorbeeld van een ondergrondse parking. Vinci Park is uitbater. Bimson: “Na twee jaar verlies, maken we nu winst.” De graafwerken zijn betaald door het Brussels Gewest. Dat heeft er een stormbekken gebouwd. De parking is er (slinks) aan toegevoegd. Alleen daardoor werd het project rendabel.

Een ondergrondse parking kan dus een haalbare kaart zijn, bij de herinrichting van de openbare ruimte, bij grote infrastructuurwerken of om mobiliteitsredenen, maar dan zal de overheid daar zelf grotendeels voor moeten opdraaien. Een publieke parking, volledig door privégeld gefinancierd, bestaat niet.

Voor Bimson is het in ieder geval zo dat een ondergrondse parking er alleen kan komen in goed overleg met de overheid. Dat wil zeggen dat de overheid de tarieven bepaalt, zowel boven als onder de grond, “en dat de overheid de parking plant in het kader van een duurzame mobiliteitsvisie.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni