‘Ook in Brussel veel homofoob geweld onder de radar’

Brussels parlementslid Bruno De Lille (Groen) trekt aan de alarmbel over homo- en transfoob geweld in Brussel. Bij parket en politie belanden aangiften nog al te vaak op een hoopje en dat ontmoedigt slachtoffers om naar buiten te komen. "Wanneer de LGBT-gemeenschap een symbool wordt van ofwel het vrije Westen, ofwel van de decadentie ervan, riskeert ze het slachtoffer te worden van gekken met IS-sympathieën.”

Bruno De Lille (Groen) wil niet wachten tot er zich in Brussel een gebeurtenis zoals in Orlando voordoet om homo- en transfoob geweld verder aan te pakken.

Bij een schietpartij in een nachtclub die populair was in de holebigemeenschap vielen in de Amerikaanse stad afgelopen weekend meer dan 50 doden. “En opeens zeggen partijen zoals het Vlaams Belang, die jarenlang holebirechten tegenhielden, dat “onze” homo’s aangevallen worden. Terwijl het hen enkel om hun eigen islamofobe agenda te doen is”, zegt Bruno De Lille.

“De LGBT-gemeenschap (LGBT is een Engelse afkorting die staat voor Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender, nvdr.) wordt vandaag als symbool gebruikt: ofwel van het vrije Westen, ofwel van westerse decadentie. Dat is gevaarlijk: als je een symbool wordt, dan ook een voor de hand liggend doelwit. Holebi's willen gewoon hun leven leiden en gelijke rechten hebben, geen symbool zijn ten dienste van wat dan ook. Maar nu lopen ze wel extra risico om door een of andere gek met IS-sympathieën als makkelijk slachtoffer aanzien te worden.”

Actieplan tegen homofoob geweld
Het meest recente Nationaal Actieplan tegen Homo- en Transfoob geweld dateert van januari 2013. De regering-Michel had een update beloofd, maar die actualisering is ondergesneeuwd geraakt onder andere prioriteiten. “Hoog tijd om de draad weer op te nemen", vervolgt De Lille. "De Brusselse regering verschuilt zich achter het ontbreken van het federaal actieplan om iets te doen. Daar moeten we niet op wachten om zelf aan de slag te gaan."

“Ten eerste is er een gebrek aan opvolging. Al te vaak wordt homo- en transfoob geweld niet goed opgevolgd door parket en politie. Klachten worden nog al te vaak op een stapeltje gegooid, waarna er niets mee gebeurt. Mensen doen geen aangifte meer omdat er toch niets lijkt te gebeuren. Iedereen uit de gemeenschap is er ooit mee geconfronteerd: van beledigingen tot fysiek geweld. Maar als je het gevoel hebt dat er niets gedaan wordt, ga je ook niets aangeven: zo blijft er nog veel te veel geweld onder de radar. En dus doen mensen aan zelfcensuur, lopen ze niet meer hand in hand over straat, gaan ze wegblijven uit sommige discotheken en omgevingen.”

“Ook moeten we werk maken van een mentaliteitswijziging bij geweldplegers: er moet een duidelijk signaal komen dat homofoob geweld niet onbestraft blijft. Daarbij moeten we meer met scholen werken, om duidelijk te maken dat homofoob geweld niet normaal is", aldus nog De Lille.

Voor alle duidelijkheid: het Brussels parlementslid heeft niet het gevoel dat de situatie in Brussel erop achteruit gaat. “Maar tegelijk kunnen we vandaag niet makkelijker hand in hand over straat dan twintig jaar geleden. En als je als maatschappij geen zicht hebt op de schaal van een probleem, kan je het ook niet ten gronde aanpakken. Seksisme, racisme en homofobie worden nog al te vaak onderschat."