Pendelaars steeds vaker met openbaar vervoer

Van alle Belgen die in Brussel komen werken, doet meer dan de helft dat met het openbaar vervoer. Tegelijkertijd daalde het autogebruik tussen 2005 en 2014 met 16 procent. De promotie van telewerk en de terugbetaling van de abonnementskosten voor trein, tram en bus zijn hiervoor een verklaring.

Elke drie jaar onderzoekt de FOD Mobiliteit het woon-werkverkeer in België. Daarvoor ondervraagt de overheidsdienst meer dan 4.000 bedrijven die samen ongeveer anderhalf miljoen werknemers tellen.

Uit deze enquête, die dinsdag werd voorgesteld, blijkt dat in 2014 de auto nog steeds een belangrijk transportmiddel is, goed voor ongeveer 40 procent van de verplaatsingen voor mensen die in Brussel komen werken. De hoofdstad doet het daarmee wel beduidend beter dan de andere gewesten. In Vlaanderen rijdt nog bijna drie vierde van de werknemers met de auto naar het werk, in Wallonië doet maar liefst 86 procent dat.

Daarnaast geeft meer dan de helft van de ondervraagden aan gebruik te maken van het openbaar vervoer naar Brussel: een derde van de werknemers pendelt dagelijks met de trein en nog eens 19 procent doet dat met de metro, tram of bus. Amper drie procent gebruikt de fiets voor het woon-werkverkeer, evenveel mensen gaan te voet naar het werk.

Steunmaatregelen
Ondanks het blijvende belang van de auto verliest dat voertuig duidelijk terrein op het openbaar vervoer. In 2005 namen immers nog de helft van de mensen de auto om te gaan werken, terwijl het openbaar vervoer goed was 47 procent van de woon-werkverplaatsingen. Nu zijn de verhoudingen omgedraaid.

Die omslag is volgens de onderzoekers het gevolg van steunmaatregelen die meer en meer bedrijven nemen om het woon-werkverkeer van hun medewerkers te vergemakkelijken. Drie vierde van de bedrijven in Brussel betalen de abonnementskosten van het openbaar vervoer terug aan hun medewerkers, terwijl dat in de andere gewesten maar over de helft van de werkgevers gaat.

Ook stimuleren Brusselse werkgevers hun medewerkers meer om aan carpooling te doen in vergelijking met Vlaanderen en Wallonië (56 procent tegenover 25 procent). Door de fileproblemen werkten de bedrijven in de hoofdstad de afgelopen jaren veel actiever aan een bedrijfsvervoerplan, wat zich duidelijk manifesteert in deze resultaten.

Telewerk
Tot slot blijkt ook telewerk een gunstige invloed te hebben op het aantal woon-werkverplaatsingen. Niet onbelangrijk, aangezien tijdens de spitsuren twee derde van alle verplaatsingen werkgerelateerd zijn.

Ook hierin zijn de Brusselse bedrijven een absolute voortrekker. Iets minder dan de helft van de werkgevers biedt de mogelijkheid aan om van thuis uit te werken. Op die manier kunnen de werknemers tot 3,8 procent van de woon-werkverplaatsingen vermijden.