Pierre Laroche, theatermonument: ‘Ik ben een zondagskind’

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
07/05/2011
“Wie is Pierre Laroche? In de eerste plaats een oude man – binnenkort tachtig – met een gezegend leven. Ik heb twee prachtige beroepen in het theater mogen combineren; mijn lieve echtgenote heeft me drie prachtige kinderen geschonken, en elke grootvader kan u vertellen wat een geluk het is om kleinkinderen te hebben.” Pierre Laroche is regisseur en acteur en stond mee aan de wieg van de artistieke hogeschool IAD.

Z ijn lichaam wil eventjes niet meer mee. Maar dat belet Pierre Laroche niet de perfecte gastheer te spelen bij een glaasje Pineau des Charentes. En uit te kijken naar de toekomst. Toupi, de trouwe zwarte huiskater, vindt het allemaal best. Zolang hij maar niet in zijn rust wordt gestoord.
"Dat ik nog iets heb om naar uit te kijken in het theater, dank ik aan Dostojevski, die altijd een inspiratiebron is geweest en wiens oeuvre mijn doen en denken mee heeft bepaald. Drie jaar geleden heb ik een monoloog geschreven naar een verhaal dat hij op het einde van zijn leven heeft geschreven. Le rêve d'un homme ridicule, De droom van een belachelijke man: een geniale titel die de lading volledig dekt. Drie jaar na elkaar heb ik die monoloog mogen brengen in Théâtre Le Public in Sint-Joost. Dit jaar had ik er weer moeten staan, maar mijn gezondheid heeft er anders over beslist. Mijn goede vriend Michel Kacenelenbogen, stichter en directeur van Le Public, zei: 'Pierre, zodra het weer gaat, zeg je het me; je kunt zo weer bij ons de planken op.' Psychologisch was dat een enorme stimulans, het geeft me iets om naar uit te kijken."

Laroche zag het levenslicht in Etterbeek. In de eerste zestien jaar van zijn leven heeft hij maar liefst vier verschillende nationaliteiten gehad. "Mijn ouders waren Luxemburgers. In 1940 werd het Groothertogdom door Nazi-Duitsland geannexeerd, waardoor ik automatisch Duitser werd. Tja, die oorlog, het is steeds een nare herinnering gebleven in de familie... Toen ik tien was, ben ik door de Duitsers weggehaald en hebben ze me in een heropvoedingskamp van de Hitlerjugend gestoken. Anderhalf jaar heb ik daar gezeten. Op paasdag 1942 had ik er genoeg van en heb ik me daar van de trappen laten vallen: ik had voor mezelf uitgemaakt dat ik nooit meer zou lopen. Zeven maanden in een militair hospitaal volgden - ze dachten aanvankelijk aan kinderverlamming. In die zeven maanden heb ik geen voet voor de andere gezet. Geen voet. Daarna ben ik door toedoen van het Internationale Rode Kruis naar Brussel terug kunnen komen. Mijn vader heeft me de trappen naar ons appartement op gedragen, de maandag daarop kwam ik op mijn achterste naar beneden. Ik zag op straat vrienden met een fiets, ik ben rechtgestaan, naar buiten gegaan en op die fiets gesprongen... Die periode heeft mijn ouders blijvend met een schuldgevoel opgezadeld, al trof hun geen enkele blaam. Ze hebben er nooit meer hun mond over opengedaan. Mijn jongste dochter heeft er ooit met mijn vader over proberen te praten, maar ze voelde dat het hem pijn deed, en ze heeft niet meer aangedrongen."

"Na de bevrijding in 1944 ben ik opnieuw Luxemburger geworden, en op mijn zestiende heb ik voor de Belgische nationaliteit gekozen. Ik voel me ook Belg in hart en nieren. Net zoals ik enorm gehecht ben aan Brussel. Mijn Brussel, waarvan ik het mooi vind dat het spel van de taalkwestie toch minder hard wordt gespeeld dan elders in het land. Brussel, dat multicultureel, multiconfessioneel en meertalig is. En dat het nog meer gaat worden door de toestroom van mensen uit de hele wereld.

Of dat nu goed of slecht is? Wie zal het zeggen? Maar het is nu zo, en nu parafraseer ik Abbé Pierre: als Europa, dat met zijn gat in de boter is gevallen, niet naar Afrika toe gaat, dan zal Afrika naar Europa komen. En niet alleen Afrika - dat is de realiteit waarmee Brussel nu wordt geconfronteerd, meer nog dan de rest van het land. Ik hoop overigens dat dit land één zal blijven. Europa heeft lang opgekeken naar onze zin voor compromis, het zou zonde zijn om die reputatie te vergooien aan een politieke loopgravenoorlog."

Baron en kardinaal
Het had niet veel gescheeld of Pierre Laroche was de wereld in getrokken om de Blijde Boodschap uit te dragen, in plaats van een leven voor en in het theater te leiden. "Al hield ik al als tiener van theater, door het schooltoneel, toch ben ik na mijn collegetijd bij de Witte Paters gegaan. Ik wilde missionariswerk doen in Afrika. Twee jaar heeft die ambitie geleefd, toen werd de drang om een gezin te stichten te groot. Daarop heb ik me aan het Conservatorium ingeschreven. Om maar te zeggen dat de meanders van het leven vol verrassingen zitten, zelfs voor wie denkt de touwtjes stevig in handen te hebben."

"Mijn ouders hebben mijn keuzes altijd gerespecteerd, en daarvoor ben ik hun blijvend dankbaar. En diep vanbinnen denk ik dat mijn vader zelfs blij was met mijn keuze voor wat in de ogen van vele mensen een onzeker beroep is. Ook hij leek op een bepaald moment op weg naar een leven als kunstenaar, maar door een speling van het lot is het hem niet gegund. Op zijn 25ste is hij in Brussel beland, na een tijdje in Parijs gewerkt te hebben. Hij was niet van plan te blijven, maar hij zocht wel werk voor de duur van zijn verblijf. Gezocht en gevonden: als bode bij de Banque Philippson. In de dode momenten tekende hij, wat niet aan het alziende oog van baron Philippson ontsnapte. 'Meneer Laroche, wilt u de volgende veertig jaar bij de bank werken? Ik stel voor u naar een goede kunstschool in Italië te sturen.' Twee dagen later verongelukte Philippson. Weg droom, mijn vader is veertig jaar bij de bank gebleven. Schilderen en tekenen is hij in zijn vrije tijd blijven doen."

"Onze generatie had het geluk dat er genoeg werk was voor iedereen. Dat ligt nu helemaal anders. Ik heb veertig jaar lesgegeven, honderden getalenteerde leerlingen voor mij gehad. Maar talent alleen is al lang geen garantie meer op werk. Toch hebben mijn twee dochters - ik zie nog zo voor mij hoe we ze in hun mandje mee naar het theater namen - gekozen voor een bestaan als actrice. Ik heb hen nog les gegeven op het Conservatorium. Hun keuze steeds gerespecteerd en bewonderd, maar ook gezegd: 'Jullie carrière is jullie verantwoordelijkheid. Ik ga je niet voortrekken, want daarmee zou ik je een slechte dienst bewijzen.' Ik heb het geluk gehad hen allebei te mogen regisseren in een bewerking van L'adolescent van Dostojevski. En mijn monoloog naar Le rêve d'un homme ridicule is in scène gezet door mijn jongste dochter. Zij hebben van mij geleerd, maar ik heb ook van hen geleerd. En ik ben er zeker van dat ik nog van hen zal leren."

Tegelijk kunnen Laroches dochters zich ook optrekken aan wat hun vader heeft verwezenlijkt. In het theater geacteerd, af en toe in films. Meer dan honderd theaterstukken in goede banen geleid, niet zonder succes een langspeelfilm geregisseerd en - in Kansas City of all places - een opera. Verdi's La Bohème. En, niet onbelangrijk, mee het IAD opgericht. "Dat Institut des Arts de Diffusion is er gekomen met de zegen van kardinaal Suenens, maar zonder geld. Het was een avontuur dat begon op een achterkoertje langs de Zuidstraat. Heel wat talent is er opgeleid. Een prachtige herinnering, net als mijn creatie van Blaise Pascal voor theater Le Rideau de Bruxelles. Driehonderd keer opgevoerd, tot in Parijs toe."

"Door mijn beroep heb ik dingen meegemaakt die niet voor iedereen zijn weggelegd. In een geest van openheid, eigen aan het wereldje. Ik heb als Franstalige - helaas heb ik het Nederlands nooit echt onder de knie gekregen - altijd goede relaties gehad met de Nederlandstaligen. Tot in Nederland toe. Daar ben ik zelfs artistiek directeur geweest van de Haagse Comedie, het meest toonaangevende gezelschap van Nederland. Die erkenning in Nederland heb ik na twee jaar laten schieten om meer bij vrouw en kinderen te zijn. Niet dat ik de ideale vader was, hoor: er zijn jaren geweest dat alles moest wijken voor het theater. Daarom ben ik ook zo fier op mijn zoon. Hij is actief in de cinemawereld, maar de manier waarop hij er in zijn vrije tijd is voor zijn kinderen, vind ik formidabel."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Lambrechts-Woluwe , Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni