PKK-leden buiten vervolging gesteld

Het hof van Beroep van Brussel heeft 30 leden van de Koerdische PKK buiten vervolging gesteld. Zij werden door het openbaar ministerie aangeklaagd voor lidmaatschap van een terroristische organisatie. Daarmee geeft het hof aan dat PKK niet kan worden beschouwd als een terroristische organisatie.

De Turks-Koerdische organisatie PKK voert al jarenlang strijd voor de onafhankelijkheid van Koerdistan. Verschillende leden van de PKK leven en werken in ons land.

30 van hen werden door de kamer van in beschuldigingstelling vervolgd. De kamer bestempelde de PKK als een terroristische organisatie en vervolgde de 30 voor deelname aan de activiteiten van de PKK of wegens het uitoefenen van een leidinggevende functie binnen de organisatie.

Het hof van beroep te Brussel, kamer van in beschuldigingstelling, heeft hen nu buiten vervolging gesteld.

Geen bevoegdheid

Het strafwetboek bepaalt namelijk dat de Belgische strafbepalingen inzake terrorisme "niet van toepassing zijn op handelingen van strijdkrachten tijdens een gewapend conflict zoals gedefinieerd door het internationaal humanitair recht”. Door deze argumentatie te volgen onderstreept de kamer van inbeschuldigingstelling dat ze de PKK beschouwt als “een (niet-statelijke) strijdkracht betrokken bij een langdurig en intensief niet-internationaal gewapend conflict”.

Daarom is de organisatie onderworpen aan het oorlogsrecht, tenminste voor alle activiteiten op het Turkse grondgebied en op het grondgebied van de aangrenzende staten.

Er werden daarnaast onvoldoende bewijzen dat de PKK zich buiten het conflictgebied schuldig heeft gemaakt aan terroristische misdrijven.