Dardan Lushaj (bijna 4) zou vandaag in de eerste kleuterklas moeten zitten, maar blijft al twee jaar thuis. Ook voor volgend jaar vond zijn vader nog geen school. Abigael Mani Pobia is dan weer elke dag vijf uur onderweg om haar zoontje in de Rand naar school te laten gaan. Over het plaatstekort in het Nederlandstalig kleuteronderwijs.
Plaatstekort Nederlandstalige scholen: 'Elke dag vijf uur pendelen'
R ama Lushaj is boos. Zijn zoontje Dardan wordt binnenkort vier jaar en is nog geen dag naar school geweest. Voorlopig is er geen beterschap in zicht, want na de aanmeldingsprocedure van het LOP is Dardan opnieuw ‘ongunstig geordend’ in de vijf opgegeven voorkeursscholen.
Rama heeft alle documenten bij die hij de voorbije jaren verzamelde in zijn zoektocht naar een plekje. “Het schooltje waar ik hem twee jaar geleden wilde gaan inschrijven, ligt op exact 123 meter van mijn huis, en alle kinderen van de familie gingen er naar school,” vertelt de Molenbekenaar van Kosovaarse afkomst.
“Maar de directie zei dat ik te laat was en dat ik via het LOP moest werken. Uiteindelijk stond ik hoog op de wachtlijst, maar er kwam geen plek vrij. Ook in andere scholen kreeg ik een negatief antwoord.”
Dardan ging dus niet naar de onthaalklas, en Rama wachtte tot januari 2014 om de nieuwe LOP-procedure te doorlopen. Maar Dardan kon in geen enkele van zijn voorkeursscholen terecht. Rama en zijn oudste zoon gingen in scholen met nog vrije plaatsen aanschuiven, maar kregen telkens te horen dat die al waren ingenomen. Dardan miste zo ook de eerste kleuterklas.
En ook dit jaar, na de nieuwe aanmeldingsperiode, kreeg Rama het bericht dat zijn zoon nog geen plaats heeft toegewezen gekregen. Net als 2.800 andere kinderen trouwens. Het LOP berekende dat een anderstalige GOK-leerling als Dardan maar 31 procent kans had om meteen een plaats te vinden. Wie net als hij een plaatsje in de tweede kleuterklas zocht, had slechts 21 procent kans. In enkele scholen staat Dardan wel hoog op de wachtlijst. Maar voor de tweede kleuterklas zijn er in heel Brussel nog maar 15 plaatsen vrij.
“Ik begrijp dit niet,” zegt Rama. “We zijn toch geen ontwikkelingsland? De overheid weet toch hoeveel mensen hier wonen? Waarom is er dan geen plaats voor mijn zoon?”
Thuis spreken vader en zoon Albanees met elkaar. Hoewel hij ook al in die richting zocht, ziet Rama een Franstalige school niet zitten voor Dardan. “In het Nederlandstalig onderwijs is het niveau hoger, en worden de kinderen beter en strikter begeleid. Ik wil nu eenmaal het beste voor hem.”
Dardan is al die tijd thuisgebleven bij zijn moeder, die haar zoektocht naar werk moet uitstellen tot hij naar school kan. “Zijn oudste broer spreekt Nederlands met hem, zodat hij niet te veel achterstand oploopt, en we gaan vaak met hem naar het park of de speeltuin. Maar je ziet dat hij het contact met andere kinderen mist. Het is een bijzonder slimme jongen, dat zegt iedereen. Maar zal hij nu nog advocaat kunnen worden, met twee jaar achterstand? Soms denk ik: is dit geen racisme? Willen ze dat we allemaal arbeiders blijven?”
Boot gemist
Patrizia Civetta, die ouders begeleidt bij Foyer, herkent de vragen die Rama zich stelt. “Ik zit soms met ouders achter de computer wanneer ze het resultaat krijgen: geweigerd voor alle voorkeursscholen. Ze kunnen het niet geloven, vragen zich af of er geen discriminatie in het spel is. Dan leg ik ze de procedure nog eens uit.”
Anderstalige ouders zoals Rama zijn ook niet altijd perfect op de hoogte van de aanmeldingsregels. “Toen zijn oudste zoon aan zijn schooltijd begon, was er plaats zat. Het was de tijd dat slogans op bussen ouders probeerden te overtuigen om voor het Nederlandstalig onderwijs te kiezen, en een gesprekje met de directie volstond voor een plaats. Het heeft even geduurd voor ouders doorhadden dat die tijd voorbij was. Soms hebben ze dan de boot gemist.”
Vandaag ziet Civetta het andere uiterste. “Ouders met kindjes van een half jaar oud die in paniek zijn en zich alvast willen aanmelden. Weet u, in sommige gemeenschappen hebben we jaren moeten hameren op het belang van kleuteronderwijs. En nu iedereen doordrongen is van dat besef, is er geen plaats.”
Pendelen naar Overijse
Ook jonge moeder Abigael Mani Pobia ondervond hoe moeilijk het kan zijn om een kind in een Brusselse school ingeschreven te krijgen. “Vorig jaar begon ik te zoeken voor mijn zoontje Isaac. Maar ik panikeerde toen ik merkte dat er nergens plaats was.” Pas op de valreep, eind augustus, vond Abigael een plaatsje via een Nederlandstalige vriendin, maar dan wel in Overijse.
Vandaag gaan zij en Isaac elke dag om 7 uur in Molenbeek de deur uit en nemen twee metro’s en een bus. Het traject heen en terug naar Overijse duurt bijna twee en een half uur, en dat doet Abigael twee keer per dag. “Ik vind het belangrijk dat hij op tijd is. Maar vaak ben ik daardoor zelf te laat in de Nederlandse les. Voor Isaac was het in het begin ook niet evident, zo lang pendelen en in een nieuwe taal naar school gaan. Maar nu bloeit hij open. Hij houdt al meer van zijn juf dan van mij (lacht).”
Toch wil Abigael voor volgend schooljaar koste wat het kost een school in de buurt vinden. “In Overijse blijven is niet haalbaar. Ik ben alleenstaand, we leven van het OCMW. Volgend jaar wil ik starten met een secretariaatsopleiding, maar dat wordt onmogelijk als ik elke dag vijf uur moet pendelen.”
Voorlopig blijft haar zoektocht zonder succes, want ook Isaac is ongunstig geordend in alle tien voorkeursscholen. En volgens het LOP is er in de eerste kleuterklas geen enkele plaats meer vrij. Abigael moet nu langs alle scholen op haar lijstje, om te kijken of er misschien nog iets aan te doen valt, of om een weigeringsattest te halen.
Maar dat het een Nederlandstalige school moet zijn, staat buiten kijf. “Ik heb ondervonden hoe moeilijk het is werk te vinden als je geen Nederlands spreekt. Dat wil ik hem niet aandoen.”
Ook zij heeft weinig begrip voor het plaatsgebrek. “Het wordt werkende en studerende ouders heel moeilijk gemaakt. Kleuteronderwijs zou een recht moeten zijn.”
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.