Place Lux blijft leeg op donderdag: ‘Niet de leukste plaats om aan een tafeltje te zitten’

De afterworks op donderdag op het Luxemburgplein markeerden voor veel expats het begin van het einde van de week. Na de coronacrisis is er echter niet veel meer te beleven op Plux. "Tijdens de zomer is het altijd rustiger, maar niet zoals nu."

Het middenperk van het Luxemburgplein is leeg. Op de terrassen aan de zijkant van het plein die nog open zijn, zitten kleine groepjes keuvelende mensen. Een verdwaalde Flixbus rijdt twee keer voorbij. Op een normale donderdag zou dat hier onmogelijk zijn vanwege de borrelende massa die dan de straat blokkeert. Maar de coronacrisis legt ook het baken in de week van veel jonge expats stil: de afterworks op donderdag op ‘Place Lux’ of ‘Plux’.

“Het is veel te rustig, meneer,” vertelt de ober van restaurant Quartier Léopold. “Normaal staan hier iedere donderdag duizenden mensen op het plein en kijk nu eens. Het is rampzalig. We draaien op een avond nog een omzet van 600 of 700 euro.”

De afwezigheid van de Eurocraten laat zich voelen aan het Luxemburgplein. “Die mensen verdienen 10.000 euro per maand,” gaat de ober verder, terwijl hij naar het Europees Parlement wijst. “Natuurlijk willen die niet ziek worden en blijven ze thuis.”

Waar zijn de expats?

Het is een verhaal dat we bij meer horecazaken in de buurt horen. De verplaatsbare buitenbar van de van het Luxemburg Café staat er werkloos bij. “Zij blijven gesloten tot september,” weet de ober. Daar weer naast is ook de Grapevine dicht. Visbar Noordzee kondigde afgelopen week aan hun vestiging aan het Luxemburgplein definitief te sluiten: “De gevolgen van de coronacrisis en de uitgestelde terugkomst van alle medewerkers van de Europese instellingen vielen ons zwaar. Te zwaar.”

Waar zijn al die mensen, voornamelijk expats, die hier op iedere donderdag voor corona het begin van het einde van hun werkweek kwamen vieren? Volgens de Europese Commissie bevinden de meeste van hun werknemers zich nog wel in Brussel. “Telewerken blijft voor ons de norm, maximaal 20 procent van onze werknemers komt momenteel nog naar het kantoor,” zegt woordvoerster Clair Joawn. “Maar telewerken vanaf een andere plaats dan waar ons personeel gestationeerd is, zoals bijvoorbeeld in het land van herkomst, is in principe verboden.”

De meerderheid van de 30.000 werknemers van de Europese Commissie zou zich dus nog in Brussel moeten bevinden. “Tenzij ze op vakantie zijn,” voegt Joawn nog toe. “Tijdens de zomer is het altijd wat rustiger,” aldus de ober van Quartier Léopold. “Maar niet zoals nu.”

Lobbyisten, bijna even talrijk aanwezig in Brussel als de commissiemedewerkers, zien hun activiteiten ook stevig ingeperkt nu de meeste netwerkevenementen zijn afgelast. Voor hen is er minder noodzaak om nu in Brussel te blijven.

Naar Flagey

Het Nederlandse duo Max en Michiel is vanavond toch opnieuw naar Place Lux gekomen. Samen met hun Belgische vriend Louis klagen ze over het sluiten van de Noordzee. “Normaal was dit iedere donderdag een vaste afspraak,” aldus Michiel. “Er was geen twijfel over: op donderdag gingen we na het werk hierheen. Nu is het niet echt de moeite.”

De drie werken niet voor de Europese instellingen, maar behoren naar eigen zeggen wel tot de expatbubbel. “Veel van mijn buitenlandse collega’s zijn teruggekeerd naar hun thuisland,” zegt Max, die voor de European Society of Cardiology werkt.

Ze vertellen dat het de eerste weken dat de cafés weer open gingen wel behoorlijk druk was op het Luxemburgplein. “Toen stond hier gewoon weer een paar honderd man,” aldus Max. “Maar de politie is na een tijdje komen controleren en toen is het weer rustiger geworden.” Waar gaan die mensen nu naartoe op donderdag? “De regels zijn zo dat je alleen maar aan een tafeltje mag zitten en bediend worden. Om eerlijk te zijn, is dit niet het gezelligste plein om aan een tafeltje te zitten. Veel mensen die ik ken, gaan nu liever naar Flagey.”

Nachtwinkels

Naast de cafés en restaurants, lijden ook de twee nachtwinkels om de hoek onder de afwezigheid van internationaal bezoek. Een groot deel van de donderdagse borrelaars haalt de drank die ze opdrinken in het perkje of op straat immers daar. “Vanavond hebben we zeker 80 procent minder klanten dan op een normale donderdag,” zegt de kassamedewerker van de Black Night beteuterd.

We rekenen twee blikjes bier af en twijfelen even wat te doen. Teruggaan naar het plein? Het lege perkje in het midden ziet er even uitnodigend uit als de tafeltjes op de terrassen. Misschien kunnen we nog naar Flagey?