Hij was een bekend tv-gezicht, maar nu durft hij zelfs niet meer naar Brussel te komen. Een jaar na de aanslagen van 22 maart 2016 kon hij niet meer. Politiewoordvoerder Christian De Coninck kampt met posttraumatische stress. “Ik heb altijd kleenex bij de hand.”
| Politiewoordvoerder Christian De Coninck kampt met posttraumatische stress.
Wie is Christian De Coninck?
- Geboren op 23 juli 1960
- Groeit op in de schaduw van de Basiliek van Koekelberg
- Promoveert op z’n 26ste tot adjunct-politiecommissaris
- Werkt behalve bij de politie van Brussel ook als Verbindingsofficier bij Binnenlandse Zaken
- Op 1 januari 2000 wordt hij aangesteld als woordvoerder
- Ligt in 2005 langdurig in het ziekenhuis en schrijft zijn eerste drie policiers met als hoofdpersoon Stijn Goris. Intussen zijn er veertien verschenen
- Maakt het Heizeldrama en de aanslagen van de CCC mee
- Gaat er een jaar na de terroristische aanslagen in Zaventem en Maalbeek onderdoor, en is sindsdien aan huis gekluisterd met een posttraumatische stressstoornis
Het interview met Christian De Coninck vindt plaats twee dagen voor de voorstelling van Die dag heeft Brussel geweend (en ik ook) in het Goudblommeke in Papier, het geliefkoosde café van De Coninck. Hoe ziet hij, die zo diep in de put zit, de toekomst? De Coninck: “De toekomst is nu volgend weekend de boekvoorstelling en de radio- en tv-optredens die erbij horen en die jagen me schrik aan. Vroeger waren boekvoorstellingen en tv-optredens gebeurtenissen waar ik naar uitkeek.
Collega’s hadden er een hekel aan om naar een debat op RTL te gaan dat werd geleid door Pascal Vrebos, ik vond dat plezant. Idem dito voor Terzake met Phara de Aguirre. Veel collega’s waren bang voor haar, ik niet. Je mocht niet laten zien dat je bang voor haar was, want dan maakte ze je af.”
Daags na het interview richtte een extreem-rechtse schutter een bloedbad aan in twee moskeeën in het Nieuw-Zeelandse Christchurch en vorige maandag opende een man van Turkse afkomst het vuur in een tram in het Nederlandse Utrecht. De waanzin houdt niet op.
U eindigt uw boek met een oproep aan de overheden om hulpverleners die traumatische ervaringen achter de rug hebben te verplichten bij een psycholoog langs te gaan. Legt u eens uit waarom.
Christian De Coninck: Wat therapieën, psychologen en psychiaters aangaat, was ik voor ‘die dag’ (als hij het over 22 maart 2016 heeft, spreekt hij steevast over ‘die dag’, red.) de grootste non-believer die er was. Ik redeneerde: ‘Ik ben een flik, ik ben een macho, ik ben stoer. Ik heb dat allemaal niet nodig.’ Ik ben er nu van overtuigd dat ik hier niet thuis zou zitten als ik naar de debriefing was geweest die de directie aanbood. Als ik met een psycholoog had gesproken, dan zou die man of vrouw gezien hebben dat er iets met me aan de hand was. Als hulpverleners mogelijk traumatische gebeurtenissen meemaken zoals de aanslagen, dan is een beetje dwang helemaal niet fout. Een debriefing moet een bevel zijn.
In de vooruitgeschoven medische post in de lobby van een hotel beneden in de Wetstraat hebt u een jongeman zien sterven. Is die gebeurtenis de aanleiding voor uw depressie?
De Coninck: Dat was een van de triggers, zo hebben de therapeuten me geleerd, maar wist ik veel op dat moment wat dat was, ‘triggers’. Maar er zijn er meer, ook de ogen van de persoon van wie het hoofd helemaal omzwachteld was, die blik. Die ogen waren gebroken, die zie ik nog regelmatig voor me, die zal ik nooit vergeten. Ik ben er zeker van dat die persoon niet meer weet dat hij of zij ooit in die lobby geweest is. Zo erg was het.
Als politieagent had u nochtans al veel doden en ellende gezien.
De Coninck: Dat is net waarom ik nog altijd niet begrijp wat er met me gebeurd is. Ik heb als piepjonge flik het Heizeldrama meegemaakt. Ik was de eerste verbalisant aan de Stuiverstraat na de CCC-aanslag op 1 mei 1985, ik heb branden meegemaakt, ik heb tientallen lijken gezien. Ik heb zoveel meegemaakt. De therapeute heeft me geleerd dat dat part of the job was. Als je bij de politie gaat, hoort dat erbij. Wat er die dag gebeurd is, dat was oorlog, dat zie je op tv in oorlogsfilms. Een moord is een moord, dat is erg, maar het is de taak van de politie om een moord te onderzoeken.
"Een moord is een moord, dat is erg, maar die dag was anders. Die dag was het oorlog"
Heeft het boek geholpen bij de verwerking van uw trauma?
De Coninck: Helemaal niet, ik heb alles moeten oprakelen. Ik heb alles opnieuw moeten meemaken in mijn hoofd en ik heb daardoor een enorme terugval gehad. In mijn geval is schrijven niet therapeutisch. Het was een gok, maar een foute gok.
U hebt al zestien ‘policiers’ op uw naam staan. Dit boek is iets anders, maar kunt u het verschil uitleggen?
De Coninck: Policiers zijn fictie, dat weet iedereen. Het gebouw aan de Louizalaan dat ik in de Stijn Goris-reeks heb laten ontploffen staat er nog altijd. Hier is het geen fictie. Ik heb beschreven wat ik voel, wat ik meegemaakt heb en nog meemaak. Ook de Peynaert-reeks, die gaat over de Eerste Wereldoorlog, is fictie. Daarvoor heb ik me gebaseerd op boeken en documenten. Ik ben vijftig jaar na de Eerste Wereldoorlog geboren, de afstand is groot. Het boek over die dag is het eerste non-fictieboek dat ik schrijf, daarvoor moest ik in mezelf duiken.
Hebt u nooit waargebeurde drama’s in uw fictie verwerkt?
De Coninck: Toch wel. In een van mijn boeken schrijf ik over een baby’tje in een kookpot dat een baby-chimpansee blijkt te zijn. In een ander boek schrijf ik over een verkrachtingszaak die er geen is, omdat het meisje bang is voor haar vader. Dat is echt gebeurd, maar dat is in de marge van het verhaal.
Begrijp ik het goed als ik zeg dat er sinds uw depressie een onzichtbaar scherm is opgetrokken tussen uzelf en de mensen met wie u goed overeenkomt en zelfs met de mensen die u graag ziet?
De Coninck: Nee, het is anders. The show must go on. Ik moet bepaalde zaken doen, afspraken naleven. Als ik buitenkom, moet ik een masker opzetten. Ik kan niet in de buurtsupermarkt mijn boodschappen al blètend doen. Maar het is een opluchting als ik thuiskom en het masker kan afzetten.
Het boek is door en door Brussels. Niet alleen door het onderwerp, hier is een Brusselaar de souche aan het woord.
De Coninck: Mijn biotoop is Brussel, maar ik ben al maanden niet meer in Brussel geweest. Ik deed altijd mijn boodschappen in de Carrefour aan het shoppingcenter Basilix, maar dat lukt niet meer alleen. Al heel mijn leven heb ik kleren gekocht in Brussel, maar dat gaat niet meer. Ofwel ga ik naar Antwerpen ofwel naar Nijmegen, waar mijn partner vandaan komt. Zo is erg is het met me gesteld.
"Ik wil naar Ieper om mijn overgordijnen te laten reinigen. Ieper is Timboektoe niet en toch raak ik er niet"
Het verschilt van dag tot dag of je tegen de angst en de ongerustheid kan. Waar ik vroeger reageerde vaak met ‘allez, ‘t is weer van dat’, nemen kleine voorvallen nu de proporties van een drama aan. Een paar maanden geleden kwam mijn chauffagist langs voor het jaarlijkse onderhoud van mijn ketel.
Hij zei: ‘Christian, er is iets met de waterontharder: die is helemaal verkalkt. Ik ga die meenemen en proberen leeg te maken en opnieuw te gebruiken.’ Maar dan zou het water een paar weken niet ontkalkt worden. Voor die dag had ik gezegd: de chauffagist weet wat hij doet. Nu was dat een levensgroot probleem. Dat is zo vermoeiend, op den duur zeg je: ik wil rust. Het probleem voor de komende maanden is hoe ik mijn overgordijnen die dringend moeten gereinigd worden in Ieper krijg. Daar is een droogkuiszaak die garantie geeft tegen krimpen. Ik weet het, Ieper is Timboektoe niet, en toch.
Als ik lees wat u over uw bazen en collega’s schrijft, dan was het op een doordeweekse dag best gezellig daar aan de Kolenmarkt.
De Coninck: Dat was ook zo. In crisissituaties is er weleens een gespannen sfeer, dat hoort erbij, maar ik heb in heel mijn carrière nooit tegenwerking ondervonden, niet toen ik als beginner wacht liep, niet toen ik medewerker was van de grote baas. Ik heb altijd grote collegialiteit ondervonden. Je zal mij nooit kwaad horen spreken over de politie. Als je met Guido Van Wymeersch werkt, maak je wel wat mee (schakelt even over op het Brussels): een emmer water over uw kop en van die dingen.
Het is een moedig boek, u schrijft ook over de dag dat u besloten had om uit het leven te stappen. Alles was klaar tot er gebeld werd.
De Coninck: Die angsten, die onrust, dat stopt nooit, ook niet als je slaapt. Dan heb je nachtmerries terwijl je heel erg naar rust verlangt. Ik had een euforisch gevoel toen ik beslist had uit het leven te stappen. Dan denk je: hoe doe ik het? Ik heb pillen genoeg, maar ik heb er te veel weten terugkeren en dat wou ik niet. Met een wapen, dat is niet proper. Een CO-vergiftiging, dat was het. Ik moest alleen nog de beveiliging van het huis uitschakelen. Zo lucide ben je op dat moment. Dan denk je niet aan je partner of de schoonfamilie of je neefjes en nichtjes of Tele-Onthaal, dan denk je alleen maar aan de rust die zal komen, maar het is niet doorgegaan.
U had de dag waarop u uit het leven wou stappen, kunnen weglaten, niemand zou het geweten hebben.
De Coninck: Nee, ofwel schrijf je alles, ofwel begin je er niet aan. Wel is het heel moeilijk voor mijn partner. Ik had hem dat nooit verteld. Hij verblijft veel in het buitenland. Ik dacht dat hij nooit meer met een gerust gemoed zou vertrekken. Maar toen ik het neerschreef, moest ik het hem wel vertellen. Hij was ontgoocheld en we hebben ambras gehad. Dat heb ik aanvaard, het was mijn eigen schuld.
Hebt u niet het gevoel niet: het ergste is achter de rug?
De Coninck: Nee, maar nu heb ik remmingen, om het niet opnieuw te proberen. Die donkere dagen, ze zijn er bijna dagelijks, je hebt er geen controle over.
Toen we een uitnodiging kregen van de regering om de hulpverleners te eren in Zaventem ben ik niet geweest. Het station Maalbeek wil ik niet meer binnengaan. Van de onthulling van de nieuwe gedenkplaat in Maalbeek ben ik ver weg gebleven. Ik moest een keer in de Wetstraat zijn, maar ik ben er voorbij gespurt. Had iemand mij een vraag gesteld, ik had die man of vrouw gewoon omvergelopen. Mijn therapeute zegt dat het een litteken is dat moet genezen, en die genezing kan weken, maanden of jaren duren. Bij mij is het al jaren bezig.
Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de site www.zelfmoord1813.be
Aanslagen Brussel 2016
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Aanslagen Brussel 2016 , Christian De Coninck , aanslagen Brussel
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.