Minder parkings, dichterbij en vaker uitgebaat door zelfstandigen. In deze tijden van conflict bij Delhaize neemt het aantal supermarkten in Brussel toe. Maar het zijn niet de reusachtige hypermarkten die daarvan profiteren. “We zitten met een erg verwende consument.”
| Het aantal supermarkten in Brussel neemt toe
Door het stevige rolhek dat voor de vitrine hangt, is amper zichtbaar dat er een winkel verborgen zit. De Delhaize in Sint-Jans-Molenbeek is al dicht sinds 7 maart, maar toch laten klanten zich nog verrassen. Een man in lange jas zoekt eerst de ingang, maar leest dan aandachtig de berichten die het stakende personeel aan het rolhek hing. 'Perte de salaire +- 25%' staat er onder meer. Of: 'Personnel: 3 + 3 gratis'. Een oudere man met boodschappentas van Delhaize kijkt even door het raam en druipt vervolgens af.
Levi* (40) werkt al twintig jaar voor Delhaize – naar eigen zeggen altijd met veel plezier – maar is vandaag een van de stakers. Hij verzet zich net als de andere stakers tegen de plannen van de directie om de laatste 128 winkels in eigen beheer te verkopen aan zelfstandige uitbaters. Ze vrezen dat ze onder slechtere omstandigheden aan de slag zouden moeten gaan. Vooral in Brussel en Wallonië wordt er gestaakt; in Vlaanderen zijn de meeste winkels open.
Of het Amerikaanse model enkel slecht zal zijn? Wellicht niet. Maar of ik er daarom zelf voor moet kiezen? Nee
“Of het zeker is dat we slechtere voorwaarden zullen krijgen?” kaatst Levi de vraag terug. “Ze zeggen natuurlijk van niet, maar er zijn voldoende voorbeelden waarbij dat wel gebeurd is. Mensen gaan van start en na twee maanden krijgen ze plots een ander contract onder de neus geduwd. Vandaag verdien ik ongeveer 2.100 euro netto per maand. Reken maar eens uit hoeveel ik daarvan overhou als er 25 tot 30 procent af gaat.”
Toen Levi de plannen van de directie hoorde, kromp zijn maag ineen. “Ik heb eerst mijn oversten moeten troosten. De sfeer was altijd goed om te werken, maar de structuur zat niet goed. Ongeveer tien jaar geleden beseften ze dat er te veel geld was gegaan naar allerlei tests die toch niet lukten en andere nutteloze zaken. Het transformatieplan van 2014 dat daarop volgde, was een schok voor iedereen, omdat we ook toen moesten inleveren. Het aantal chefs in de winkels moest naar omlaag, wat ik wel begrijp. Maar niettemin was het moeilijk. Zoals het ook vandaag moeilijk is.”
Zelf denkt Levi dat de supermarkten in ons land én in Brussel steeds meer naar het Amerikaanse model zullen evolueren, waarbij winkels 24/7 open zijn. “Ik ga ook af en toe op zondag iets kopen, maar ik voel me er dan slecht bij omdat ik weet dat mijn grootouders gevochten hebben om die zondag vrij te krijgen. Of het Amerikaanse model enkel slecht zal zijn? Wellicht niet. Maar of ik er daarom zelf voor moet kiezen? Nee.”
In de supermarktwereld merken experts inderdaad bepaalde trends op. Cijfers over het marktaandeel van de supermarkten in Brussel zijn karig. Volgens een studie van marketingonderzoekbureau Nielsen Consumer LLC uit 2021 bestaat het Brusselse landschap uit zowel geïntegreerde supermarkten – winkels die dus in eigen beheer zijn – en winkels die uitgebaat zijn door zelfstandigen. Vooral buurtsupermarkten, zoals Carrefour Express of Proxy Delhaize, kenden tegenover het jaar voordien een stijging in de regio van het Brussels gewest en elf omliggende gemeenten.
“We zien inderdaad een toename van de kleinere buurtsupermarkten,” zegt ook Luc Ardies (Unizo Winkelraad en Buurtsuper.be). “Dit zijn typische stadsconcepten die gericht zijn op de consument die vooral efficiënt zijn boodschappen wil organiseren en doorgaans meerdere keren met kleinere winkelmandjes boodschappen doet in de omgeving van eigen huis of kantoor.”
Dat ziet ook retail-experte Els Breugelmans (KU Leuven). “In Brussel zie je natuurlijk de drie grote spelers die er van oudsher waren en er vandaag nog steeds zijn: Delhaize, Carrefour en Colruyt, hoewel Colruyt beduidend minder sterk aanwezig is in de steden. Omdat zij grotere panden nodig hebben en een grote parking zitten ze vaker in de Rand. Met hun Okay-winkels – eigenlijk hun buurtwinkels – vangen ze dat dan wel weer op. In Brussel valt vooral de aanwezigheid van de kleinere winkels op, zoals Carrefour Express. Het gaat om kleine winkels die te voet of met de fiets bereikbaar zijn, want er is geen parking aan verbonden. Tot slot zien we de discounters zoals Lidl en Aldi die hier stevig voet aan grond hebben.”
Een reden voor de populariteit van de buurtsupermarkt, is de grote diversiteit van de bevolking. “Daardoor is het assortiment doorgaans minder eenzijdig,” aldus Breugelmans. “Die kleinere winkels worden erg vaak door zelfstandigen uitgebaat. Die kunnen beter inschatten welk soort cliënteel ze hebben. Zij stemmen hun aanbod daar beter op af dan grotere winkels dat kunnen.”
Dood van de hypermarkt
De grote hypermarkten hebben het vandaag dan ook bijzonder moeilijk. “We zagen al dat Makro verdween en ook de Carrefour Hypermarkten hebben het lastig,” zegt Breugelmans. “In de jaren 1970 en 1980, toen deze formats het licht zagen, boden zij een grote meerwaarde. Het was een grote winkel met erg veel keuze en het was leuk om er een gezinsuitstap naartoe te maken. Vandaag is de situatie anders. Door de vele files is het niet meer zo leuk daarheen te rijden: vaak liggen ze niet dicht bij de mensen. Bovendien is alles wat geen voeding betreft makkelijk online te koop.”
Dat ziet ook de Brusselse marketingspecialist Gino Van Ossel (Vlerick Business School). “Voor hypermarkten is doorgaans geen plaats in het centrum. Bovendien speelt ook mee dat gezinnen steeds kleiner geworden zijn. Brussel telt het hoogste aantal alleenstaanden van het land. Die bezitten veelal minder snel een auto en hebben niet zoveel spullen nodig als een gezin.”
Waar werkt een hypermarkt in Brussel dan wel nog? “Daar waar de bevolkingsdichtheid in de buurt van die hypermarkt erg groot is. Er is bijvoorbeeld een hypermarkt in Sint-Agatha-Berchem dicht bij Basilix Shopping Center. Buurtbewoners gebruiken die hypermarkt als een gewone supermarkt.”
Dat er voor de gigantische supermarkt in Brussel letterlijk en figuurlijk geen plaats meer is, bewijst volgens Van Ossel het feit dat er in de Brusselse Vijfhoek nog maar zo goed als één supermarkt van een zekere omvang is: de Carrefour Market in winkelcentrum City2. “In een stad is er al weinig ruimte. Laat staan dat je die zou opofferen aan parkeerplaatsen.”
Nieuwe concepten
Dat merken de winkelketens uiteraard ook zelf. Zo laat Carrefour weten in de toekomst in Brussel “de expansie voort te zetten met ons format Express (waarvan er nu al 92 zijn in het gewest, red.). We willen zo dicht mogelijk bij onze consumenten staan.” Delhaize zegt dat zijn winkels typische stedelijke winkels zijn en dat ze de intentie hebben om de 22 Brusselse filialen te verzelfstandigen. Delhaize telt in Brussel 68 zelfstandige winkels, onder de labels Proxy Delhaize, AD en Shop & Go.
Ook bij Colruyt – dat 31 winkels in Brussel heeft, op één Spar na allemaal in eigen beheer – passen ze zich aan de hoofdstedelijke context aan. “Met een vrachtwagen aanleveren, is in een stad anders dan erbuiten,” klinkt het. “We doen tests met elektrische en stille vrachtwagens. Ook zien we dat veel van onze Brusselse klanten met de fiets of te voet boodschappen doen. Vorig jaar openden we het eerste Collect&Go walk-in afhaalpunt op maat van voetgangers en fietsers. En enkele weken geleden openden we een tweede walk-in.”
Zeker in Brussel zien we een verschuiving van grotere naar kleinere supermarkten met bovendien langere openingsuren
Colruyt experimenteert momenteel met de Okay Direct-formule, een autonome stadswinkel waar klanten dag en nacht terechtkunnen en waar alle aankopen worden geregistreerd op basis van productdetectie in de rekken. Of de formule naar Brussel komt, kan Colruyt nog niet zeggen.
“Zeker in Brussel zien we een verschuiving van grotere naar kleinere supermarkten met bovendien langere openingsuren,” aldus Van Ossel. “De succesformule van Carrefour Express bewijst dat het werkt. Die werken op het ritme van de wijk. De Express aan de Grote Markt focust bijvoorbeeld vooral op gekoelde dranken en broodjes, vooral voor passanten, niet zozeer voor buurtbewoners. De Express in de Charles Woestelaan in Jette richt zich vooral op buurtbewoners en stalt bijgevolg andere producten uit.”
“Wat wellicht blijft, zijn de etnische winkels,” zegt Van Ossel. “Waar er veel Polen wonen, blijft ruimte voor een Poolse winkel. Ook een speler als Intermarché, een Franse keten, heeft ambities om verder door te groeien. Ze hebben de winkels van Mestdagh overgenomen, waaronder die in Brussel. Ze nemen een tussenpositie in tussen een discounter en een gewone supermarkt. De kans dat ze succesvol zullen zijn, is reëel. Tot slot is het niet onwaarschijnlijk dat ook Albert Heijn ooit de taalgrens zal oversteken. Nu doen ze dat niet omdat ze dan ook wettelijk verplicht zijn in het Frans te communiceren – wat vooral een uitdaging is op de verpakkingen van het huismerk. Ze noemen zichzelf de kampioen van de binnenstedelijke supermarkt. Vroeg of laat zullen ze de stap zetten naar Brussel.”
Technologische vernieuwingen
Behalve de ophaalevolutie, fietsleveringen en de verkleining van winkels, spelen er ook veel technologische vernieuwingen, zegt Frank Convents, die als vakbondssecretaris van ACV Puls vooral op voedingsbedrijven focust. “Er komen steeds meer kleine shops waar de klant zijn aankoop volledig elektronisch kan afhandelen en waar het personeel nog een soort aanvuldienst vormt. Niet enkel Colruyt kijkt daarnaar met Okay Direct, ook andere spelers onderzoeken het systeem.”
“Dat maakt ons bezorgd om het personeel dat nu in de winkels staat. Het is bijna een zoveelste industriële revolutie. Wat blijft er voor mensen die minder langgeschoold zijn nog over wat hun jobinvulling betreft? Hier moet een maatschappelijk debat over komen. Het kan toch niet dat er enkel nog functies zijn voor langgeschoolden?”
De verkleining van de winkels gaat bovendien in grote mate gepaard met franchisering. “Ook dat baart ons zorgen. We vinden het belangrijk dat mensen in loondienst kunnen werken omdat dat bepaalde rechten inhoudt. Bovendien is er in grotere winkels doorgaans wel een vakbondsafgevaardigde, maar in kleinere winkels is dat veel minder het geval. Voor mensen die minder assertief zijn, is dat geen goede zaak.”
Volgens Luc Ardies van Unizo zal de franchiserelatie – indien dit model de toekomst wil overleven – in al haar facetten dan wel geëvalueerd moeten worden. “De marge die franchisegevers aan hun franchisenemers bieden is momenteel niet enkel te krap, maar is de laatste jaren ook systematisch gedaald.”
“In het algemeen denk ik dat er in de toekomst van de Brusselse supermarkt vooral een nog grotere nadruk op gemak zal komen,” zegt Breugelmans. “We zien nu al dat de winkels de noden van de klant zo goed mogelijk proberen in te vullen. De consument is erg verwend en is het gewend dat hij alles kan kopen wanneer het hem past. Vandaar ook de sterke evolutie richting automatisering of thuisleveringen. Toch zal het menselijke aspect niet wegvallen. Heel wat consumenten vinden het belangrijk een babbeltje aan de kassa te kunnen doen.”
“Technologie valt niet tegen te houden,” besluit Delhaize-werknemer Levi. “Ik probeer er positief tegenover te staan. Het is afwachten wat de toekomst brengt, maar ik slaap er slecht van. Iedereen moet afwegen of ze mee willen stappen in het nieuwe systeem. Persoonlijk weet ik niet of ik het nog kan.”
* echte naam bij de redactie bekend
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , Stedenbouw , supermarkt , Delhaize , staking , Transformatieplan , boodschappen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.