Volgende zondag, 19 oktober, vindt een tweede (nationale) simultaantelling van ‘vliegende vluchtelingen’ naar het zuiden plaats. Op de Europese vogeltrekteldag van 4 oktober werd alvast een spectaculaire exodus van trekvogels over Brussel genoteerd, met records in aantallen en soorten. BDW stond vroeg paraat op de bouwgrond van de nieuwe gevangenis en nam deel aan de waarnemingen van groepen witte kwikstaarten, kauwen en aalscholvers.
Record bij vogeltelling: exodus boven de stad
‘M ijn dag kan niet meer stuk,” koert teller Maurice Segers wanneer zes grote zilverreigers overvliegen.
Zevenhonderd vinken, 295 spreeuwen, 126 veldleeuweriken en 25 boomleeuweriken, 198 kieviten, 90 graspiepers en 174 kauwen: de 2.296 exemplaren (23 soorten) trekvogels die over Brussel vliegen op Eurobirdwatch-dag sterken de statistieken. Met nog twee plaatselijke en één trekkende torenvalk, een buizerd, drie sijsjes, twee grote, gele kwikstaarten, zes groenlingen en vooral 43 aalschovers – die nemen toe in Brussel – waren de vogels opmerkelijk actief boven de Keelbeekweg in Haren, de enige telpost in het gewest.
Al worden vooral in functie van de weersomstandigheden regelmatig in het voor- en najaar trektellingen gedaan van migrerende vogels, tijdens Eurobirdwatch staan 23.000 tellers in 40 landen paraat. In België worden 64 telposten bemand om de vogeltrek te registreren, gecoördineerd door Natuurpunt en Aves-Natagora. Nieuw is het systeem van WhatsApp-groep (28 telposten), waarmee de tellers elkaar te velde de bijzondere trekbewegingen en vogelsoorten kunnen doorgeven, geïntroduceerd door coördinator Koen Leysen. “Vorig jaar werden zeldzame soorten nog snel met een sms-watervalsysteem naar de waarnemers doorgeseind; nu kan iedereen zich gelijktijdig over de ‘vaststellingen’ via mobiel internet informeren, en een trek volgen,” weet Leysen. Het voordeel van de gsm-applicatie is dat migraties preciezer over de regio’s heen te volgen zijn (zie trektellen.be). Dankzij een laatste warme zomerse dag van 4 oktober en een gunstige wind wordt een record van 280.221 overtrekkende vogels genoteerd, waarvan 145 verschillende soorten.
Voor Brussel staat één man bij dag en dauw op het hoogteplateau van de Keelbeekweg klaar: Maurice Segers, bijgestaan door uw BDW-reporter van dienst. Vanaf de middag helpt een andere Brusselse teller: Benoit De Boeck. Alle waarnemingen van 07.20 tot 12.00 uur worden ingevoerd op trektellen.be en het veldwerkvermoeden wordt bevestigd: het is een topdag voor de zanglijster (480) en de witte kwikstaart (128). Met een nieuw Brussels record, respectievelijk 480 en 128 exemplaren.
De keuze van panoramische telpost is dan ook goed gekozen, want de groene rand van het gewest spreekt heel wat vogelsoorten aan die niet over de centrumhoogbouw willen. Iedere soort heeft zijn eigen vliegmoment: zanglijsters zijn heel vroege jongens (na 9 uur zijn ze Brussel voorbij), akkervogels verkiezen over velden te vliegen en bosvogels over bomen. De roofvogels wachten de warmere namiddag af. “In Brussel vliegen aalschovers altijd rond het middaguur over,” weet Maurice Segers. “Samen met Michel Janssens bemande ik gedurende jaren de telpost op de Kruiskouter te Relegem. waar men een uitstekend zicht heeft op de skyline van Brussel. Hier ontstond ook het idee om de vogeltrek in Brussel te onderzoeken. Daar was nooit onderzoek naar verricht. Vandaar dat ik op zoek ben gegaan naar geschikte plaatsen in Brussel.” Segers probeerde de meest uiteenlopende locaties uit: de Grote Markt, de Warande, het Poelaertplein, de esplanade van het Rijksadministratief Centrum, het Vergotedok, de Thurn & Taxis-site, het Park van Laken, de Keelbeekweg in Haren,... “In Brussel zijn er officieel geen telposten, een enkeling doet het op het dak van het BIM, een ruglijder bij zijn woonst tegen het Brugmannhospitaal (Heymbosch),” weet Segers. “Hoewel deze telposten sterke beperkingen hebben, blijkt tot mijn grote verrassing dat trekvogels toch over stedelijk gebied vliegen, hetzij in kleinere aantallen dan aan de Rand van Brussel waar mogelijk stuwing plaatsvindt en er zich interessante ‘corridors’ voordoen. Bovendien wordt ieder jaar tijdens de trek wel een onverwachte soort in de hoofdstad gespot: kleine zilverreiger, lepelaar, grauwe kiekendief, visarend, smelleken, goudplevier, regenwulp, visdief, velduil, duinpieper, pestvogel en klapekster. Problematisch is het gebrek aan panoramazichten in Brussel, zonder verstoring door hoogbouw. Bovendien denk ik dat vogels de stedelijke biotoop mijden, omdat het hun broedplaats en voedselplaats niet is. Akkervogels als leeuweriken voelen zich er verloren, al bevestigt de uitzondering de regel. Eigenaardig genoeg vliegen er weinig roofvogels over de stad.”
Kapvlaktes
Vorig jaar noteerde Segers (op 31/10) 1.319 spreeuwen, 2.900 vinken, 266 veldleeuweriken, 260 houtduiven en een maand vroeger 12 buizerds. “Tof waren de 6 (4 + 2) grote zilverreigers die de loop van het kanaal volgden op 4 oktober,” kirt Segers. “Op enkele kilometers daarvandaan werden zelfs grote aantallen van deze prachtige vogel opgetekend: 47 stuks in Kruiskouter (Relegem), een absoluut landelijk record, Het is al enkele jaren dat deze soort in België aan een forse opmars bezig is.” Of de Brusselse trektellers genoeg mankracht hebben, is een delicaat gegeven. Segers: “Andere locaties zouden in de toekomst regelmatig bemand moeten worden zoals het landelijke Neerpede (Anderlecht), de Woluwevallei en de kapvlaktes in het Zoniënwoud. Tellingen in de meest diverse biotopen zal immers andere resultaten opleveren en de kennis van de vogeltrek over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verruimen.” Maar Segers is blij met wat was: zijn top twee aan graspiepers en kieviten in Haren. “Al heb ik hier ooit op vier uur tijd honderd vliegtuigen zien overvliegen.”
Lees meer over: Haren , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.