Schaarbeek-Vorming: Lapland in de stad
W ij bekennen. Nieuwsgierig en avontuurlijk als we zijn, besloten we een kijkje te gaan nemen op de terreinen van Schaarbeek-Vorming nog voor we een officiële afspraak hadden. En dat is niet eens zo moeilijk: er liggen wegen die makkelijk toegankelijk zijn. En geen mens die kwam vragen wat we er te zoeken hadden.
De tocht begint op een zompige februarimiddag. Wind, regen, wolken. Een politiecontrole op de Vilvoordselaan heeft het te druk met het verkeer, en ziet ons niet binnenglippen via een sluipweggetje. We gaan op pad. Onze eerste confrontatie met oude tunnels en godvergeten sporen. En toch weer niet, want even later zien we er een trein over rijden. Om toch maar niet te zichtbaar te zijn, lopen we in een geul tussen twee zandhopen. Gigantische zandhopen, metershoog. Een bevreemdend gevoel heeft zich al een tijdje van ons meester gemaakt. In de verte hoor je de stad, zacht geruis op de achtergrond. Even bekruipt ons het gevoel dat we in het Hoge Noorden verzeild zijn geraakt. De mossen en lage struikjes die her en der groeien, versterken dat idee nog. Dit lijkt wel Lapland. Uiteindelijk klimmen we op de top van een zandheuvel. In de verte zie je de Noordwijk, de wind wakkert aan, in de andere richting de Grote Ring. Naast de zandberg sporen, veel sporen. En stilstaande treinen die worden onderhouden. Verweesd dolen we rond.
Officieel
Enkele weken later. De winter heeft stilaan plaatsgemaakt voor beginnend lenteweer. In de NMBS-kantoren in het station van Brussel-Noord krijgen we uitleg van Patrick Van Der Veken, een Infrabel-medewerker die Schaarbeek-Vorming heel goed kent.
"Alle sporen die op de vormingssite Schaarbeek liggen, worden nog gebruikt." Van Der Veken wijst naar een grote kaart die omhoog hangt. "De terreinen beginnen hier, aan de Leeuwenbrug. Van daar gaat het zo verder, helemaal tot voorbij Haren, om pas te stoppen op een boogscheut van Machelen. Maar wel binnen de grenzen van het Brussels gewest, natuurlijk. De sporen die tegen de kant van Evere en Haren liggen, worden het frequentst gebruikt: dat zijn de treinlijnen naar Antwerpen en Leuven. Aan de andere kant, tegen de Vilvoordsesteenweg, liggen ook enkele sporen die regelmatig worden gebruikt. Wat ertussen ligt, is grotendeels voor het onderhoud van de treinen."
Maar niets zegt natuurlijk meer dan het terrein zelf. We liften mee met Van Der Veken en Infrabel-woordvoerder Bram De Saedeleer. Met een klein autootje rijden we het uitgestrekte spoorterrein op. Even later houden we halt aan een groot bakstenen gebouw. Het gaat naar het dak, waar we dankzij een gammel houten trapje geraken.
Op het dak is het uitzicht overweldigend. "Nu zie je de was- en onderhoudsplaats van de treinen eens met eigen ogen," vertelt Van Der Veken. Een hele serie treinen staat klaar. "Dat gaat precies op dezelfde manier als een carwash, met grote borstels, zeepsop en spoeling."
Aan de andere kant van het terrein ligt een stukje vol rommel. Komt dáár een voetbalstadion? "Dat is het deel van de site dat ontwikkeld kan worden, en dat nu in handen is van het FPIM (Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij), een overheidsholding. Tegen 2018, zo is er afgesproken, worden die terreinen vrijgemaakt. De sporenbundels zullen er worden opgebroken. Maar wat er juist zal komen, dat is nog niet duidelijk."
Onze gedachten dwalen af terwijl we naar het lapje grond kijken dat vrij zal komen. Je hoeft geen architect of ingenieur te zijn om te beseffen dat het vrije deel van Schaarbeek-Vorming nogal klein is. Hier een voetbalstadion en de nodige infrastructuur aanleggen? Om nog maar te zwijgen van de kantoren en woningen die er zouden komen. Er zal gepuzzeld moeten worden om het er allemaal op te krijgen.
Kerelszweet
Als we de trap afdalen, valt ons op dat de hele bovenverdieping van het gebouw leegstaat. Op de muren - heel merkwaardig - zijn in langvervlogen tijden graffiti aangebracht. "Vroeger overnachtten hier spoormannen en machinisten die 's avonds niet meer thuis geraakten," zegt Van Der Veken. De plek ademt een sfeer van noeste arbeid, kerelszweet en heimwee naar huis uit.
Na de passage op het dak stappen we opnieuw in de auto, alsof we op safari zijn. Het asfaltbaantje loopt verder, links en rechts van ons verschijnen af en toe sporen, zandbergen. En dan een groot talud. "Daarboven komt de nieuwe spoorlijn 25N, een onderdeel van het Diabolo-project. Langs die spoorweg zul je snel vanuit Brussel en Mechelen naar de luchthaven kunnen." Even verder stopt het talud plots. "Hier komt binnenkort een viaduct," vertelt Van Der Veken. "Dat viaduct sluit aan op de nieuwe spoorlijn die we in Machelen aanleggen, en waarvoor we het klaverblad dat ooit werd aangelegd om als verlengstuk van de E19 te dienen, gebruiken." Dat verhaal kennen we, want in december hebben we die plaats bezocht. Dit is dus de andere kant ervan. Het blijft wel verbazing wekken hoe Infrabel geruisloos spoorwegen aanlegt en viaducten bouwt op een zucht van de drukke stad.
Plots valt het ons op dat die ophoping de zompige berg was waarachter we ons tijdens het eerste bezoek schuil hebben gehouden. Het Lapland-gevoel ebt langzaam weg. Ergens aan het eind van de asfaltweg stoppen we. Op een zijspoor staat een oude trein weg te roesten. Via een zandweggetje komen we bij een oud bakstenen seinhuis, hutje op de heide, met twee spoorwegmannen die er de wacht houden. Vierentwintig uur op vierentwintig. Weg van de beschaving.
"De prioriteit van Infrabel zijn de seinhuizen. Op deze site zijn we de seinhuizen aan het moderniseren, zoals overal in België. Maar je kunt je wel inbeelden dat het hier in de hoofdstad - de spil van het netwerk - wel belangrijk is om zo snel mogelijk onze nieuwe seininfrastructuur klaar te hebben. Op Schaarbeek-Vorming zijn we daarom een nieuw seinhuis aan het installeren, hypermodern en computergestuurd."
Het seinhuis dat we langs het paadje bereiken - we moeten een spoor over - vormt een schril contrast met die plannen. Het is een gebouw uit de jaren 1950. Uit de muur lopen verschillende draden. "Die dienen om de wissels te bedienen." Ongelovig kijken we Van Der Veken aan. "Jullie zullen direct zien hoe men hier nog wissels verplaatst op de oude manier," zegt de NMBS'er een tikkeltje mysterieus.
Vlaams kot
Binnen staan we voor een grote seinkast in zwart metaal waaruit verschillende metalen hendels steken. Twee vriendelijke seinwachten begroeten ons een beetje onwennig. Het lijkt inderdaad of we de fifties binnenstappen. Alleen het zwart-witeffect ontbreekt. Wel staat er een moderne computer op tafel. En een beetje verder, in het provisorische keukentje, een fluitketel op een fornuis.
"En nu gaan we eens een wissel verplaatsen," zegt Van Der Veken. Een van de twee seinwachters trekt met veel macht aan een van de hendels. Er lijkt niets te gebeuren, maar ergens op het gigantische terrein verschuift nu hoogstwaarschijnlijk een wissel. Boven de kast, zo valt ons nu op, lichten af en toe flauw lampjes op. Het lijkt wel of de dunne lijnen ertussen in langvervlogen tijden met meetlat en potlood zijn getrokken. Een van ons probeert vervolgens zelf eens een hendel over te halen. Bovenaan, waar gedurende een eeuw en een dag zware arbeidershanden het metaal omklemden, is het zwart afgesleten.
"Op de hele site ligt ruwweg 65 kilometer sporen, verdeeld over negen lijnen. Dat zijn een vijfhonderdtal wissels," licht onze gids toe. "Uiteraard worden die niet allemaal op deze manier bediend. We zitten hier dan ook in een uithoek."
Een ander seinhuis, een kwartiertje later. Duidelijk in jarentachtigstijl, in de schaduw van een modern rood viaduct waarover regelmatig een modern treinstel dondert. "Die brug, die hebben we in drie dagen tijd geplaatst. Niemand merkt het op, maar we voeren hier heel wat infrastructuurwerk uit." En dat is ook nodig, want hier komen gemiddeld veertig treinen per uur langs.
In dit iets modernere seinhuis zien we een groot paneel met talloze knopjes; een kerncentrale zou er ongetwijfeld bij verbleken. Enkele mannen, vastgelijmd op hun stoel en met hun blik aandachtig op een groot - zeer groot - paneel met lampjes en lijnen, ratelen door walkietalkies. In het Nederlands en het Frans. "Jazeker," zegt een van hen, oneliner-gewijs, "dat is hier een Vlaams kot, maar Frans wordt gedoogd." Gelach. We laten hen verderwerken.
Bodemstaal
Op de terugreis, een stofwolk achter ons latend, vragen we woordvoerder De Saedeleer in welke mate het terrein vervuild is. "Dat moet ik navragen bij NMBS-Holding, want als ik me niet vergis, hebben zij daar een studie over gemaakt." Ook Patrick Van der Veken kan niet direct een antwoord geven; later blijkt ook dat NMBS-Holding het antwoord schuldig moet blijven. De terreinen zijn jaren lang niet alleen gebruikt voor treinen, maar ook als grondreserve. In België is dat een ietwat beschaafdere naam voor een brownfield, een stuk industriegrond dat braak ligt. Misschien toch een tip voor de dames en heren politici die hier droomprojecten willen realiseren: stuur toch maar eerst een bodemstaal naar het lab.
"Schaarbeek-Vorming is een Gebied van Gewestelijk Belang met Uitgestelde Aanleg (GGBUA). Het Gewest is dus vrij om te bepalen welke nieuwe functies er komen.
Een voetbalstadion hoort daar, wat mij betreft, zeker bij."
Brussels minister Guy Vanhengel (Open VLD) in BDW, 10 oktober 2007
"Wij hebben een project ingediend om 30 hectare extra grond te verwerven op Schaarbeek-Vorming. Daar zouden we bedrijven op kunnen vestigen die logistieke bedrijvigheden hebben die nauw aansluiten bij de activiteiten van de haven en het kanaal."
Staatssecretaris voor de Haven Brigitte Grouwels (CD&V) is voorstander van een nieuw havendok op Schaarbeek-Vorming, in Het Nieuwsblad, 28 november 2007
"Het inplanten van een multifunctioneel stadion op Schaarbeek-Vorming zal een werk van heel lange adem zijn. Die tijd hebben we niet."
Brussels minister Guy Vanhengel (Open VLD) op FM Brussel, 14 mei 2008
"Voor ons is een stadion op Schaarbeek-Vorming de eerste optie."
Brussels minister-president Charles Picqué (PS) na de haalbaarheidsstudie van de NMBS, in Het Laatste Nieuws, 4 oktober 2008
"Als de federale overheid niet meebetaalt, is een nieuw voetbalstadion op Schaarbeek-Vorming onbetaalbaar en moeten we terugkeren naar de Heizel."
Brussels minister-president Charles Picqué (PS) in het Brussels parlement, 10 oktober 2008
"Als we zien wat een nieuw stadion op Schaarbeek-Vorming zou kosten, dan zien we daar van af. Als het huidige Koning Boudewijnstadion afgebroken wordt en er komt daar een nieuw, modern stadion in de plaats, willen wij daar naartoe."
In de zoektocht naar een nieuw stadion richt RSC Anderlecht zich nu volop op de Heizel: RSCA-manager Herman Van Holsbeeck in De Morgen, 13 oktober 2008
"Als iedereen op dezelfde lijn staat vóór het einde van het jaar, kunnen we klaar zijn voor 2018, wanneer ons land samen met Nederland het WK voetbal wil organiseren."
Schepen van Stedenbouw Christian Ceux en schepen van Sport Bertin Mampaka (beiden CDH) pleiten voor een polyvalent stadion op Schaarbeek-Vorming, in Het Laatste Nieuws, 7 november 2008
"Laten we ons concentreren op een beperkt aantal projecten. Thurn & Taxis bijvoorbeeld, of de omgeving van het Weststation. Brussel heeft het geld niet om al dat moois tegelijk te realiseren."
Brussels parlementslid Denis Grimberghs (CDH) vindt dat Schaarbeek-Vorming pas aan de orde mag komen als alle andere grondreserves uitgeput zijn, in BDW, 13 februari 2009
Lees meer over: Schaarbeek , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.