Schrijfster Ana Fernández: 'Niet voor niets geleefd'
A na Fernández is opgegroeid in Buenos Aires, samen met haar broer en zus. In een middenstandsgezin, in comfort. Toen al sluimerde de rebel in haar. "Mijn vader was boven zijn stand getrouwd, zoals ze zeggen. Hij had, als simpele bediende, het hart van de dochter van een militair weten te veroveren. Zeer tegen de zin van haar ouders.
Niet verwonderlijk dan ook dat hij steeds geobsedeerd is geweest door status, zich uit de naad heeft gewerkt om de sociale ladder te beklimmen. Zo heeft hij het geschopt tot secretaris van de minister van Industrie en Handel. Niets verkeerds mee, maar wat me opstandig maakte, was dat hij er al die jaren alles aan deed om de schone schijn op te houden over onze financiële status. Dat vond ik erg, omdat ik mijn vader aanbad zoals hij was."
"Thuis voelde ik me opgesloten in een kristallen bol; voor mij lag het echte leven buiten de voordeur. Ik heb me ook altijd aangetrokken gevoeld tot de arbeidersklasse. Al van het eerste jaar dat ik naar school ging, speelde ik het liefst met kinderen van arme komaf. Ik las bovendien veel en graag. Zo heb ik Jeanne d'Arc leren kennen, een figuur die me fascineerde: als ik dan toch ooit moest sterven, dan zou het zijn voor een waardige zaak."
Bidonville
Nadat ze haar diploma van onderwijzeres had behaald, is Fernández haar sociale aspiraties beginnen waar te maken. "Het liefst had ik verder gestudeerd, letteren en wijsbegeerte. Maar ik mocht niet. Dus ben ik gaan werken. Als vrijwilligster in de wijkschool, onbezoldigd, een jaar lang. De ouders vonden dat zo bewonderenswaardig dat ze naar het ministerie hebben geschreven. Daardoor heb ik mijn benoeming gekregen."
"Een keerpunt was mijn kennismaking met de bidonvilles, de krottenwijken die een ongewild gevolg waren van de politiek van president Perón. Alle inspanningen voor de werkgelegenheid waren toegespitst op Buenos Aires, met een overrompelende toeloop van werklozen uit de provincie tot gevolg."
"Op school zag ik hoe kinderen etensresten verzamelden en dikwijls spijbelden. Kinderen van de bidonvilles. Vanuit mijn bourgeoisopvoeding wilde ik de ouders op hun verantwoordelijkheid wijzen. Tot ik met de realiteit werd geconfronteerd en er wijselijk het zwijgen toe deed: niet kapittelen, maar helpen. De ouders leren voor zichzelf te zorgen, de kinderen de kans geven op een betere toekomst."
"Dat ging van het oprichten van een huiswerkschooltje en een crèche tot kinderen aan een studiebeurs te helpen. Voor eigen watervoorziening zorgen ook, en moestuintjes aanleggen. Als ik die mensen, die kinderen gelukkig zag, dan was ik het ook. Enorm veel heb ik daar van mezelf gegeven, maar vooral heb ik veel geleerd over het leven zelf. De moed, de levenskracht van die mensen was onvoorstelbaar; het optimisme waarmee ze hun miserie trachtten te overstijgen, was aandoenlijk. Het heeft me in de rest van mijn leven geholpen om tegenslagen te overwinnen."
Echte vriendschap
En die tegenslagen zouden al snel volgen. Met de staatsgreep van de militairen en daaropvolgend de installatie van de junta. "Ik stond geboekstaafd als communist. Nooit had ik geweld gepredikt, nooit een wapen opgenomen, en toch was ik op de zwarte lijst beland. Mijn studie letteren en wijsbegeerte, waarmee ik ondertussen was begonnen, moest ik stopzetten. Toen ook nog mijn kinderen met de dood werden bedreigd, was de maat vol en zijn we gevlucht naar Brazilië. Een jaar heb ik er gewoond, en dan, na rijp overleg, gekozen voor België. Ik ben op 29 januari 1979 op Zaventem geland. Samen met mijn toenmalige partner en mijn twee jongste kinderen. Met vijftien dagen vertraging, want ik had uitstel gevraagd omdat ik horrorverhalen had gehoord over de sneeuw, de ijzige koude. Mijn twee oudste kinderen zijn ons later achterna gereisd."
"We zijn heel goed opgevangen bij een prachtig gastgezin, en administratief werd alles voor ons geregeld door iemand van Caritas International. Eindelijk waren we veilig, maar het voelde alsof mijn navelstreng voor de tweede keer was doorgesneden. Ik was mijn vrienden kwijt, mijn huis, mijn carrière. Ik voelde me nietig, een nummer in een vreemd land. Gelukkig waren er ook dingen die me een hart onder de riem staken. In de eerste plaats waren er de Belgen: prachtige mensen. Onschuld als bij een kind zag ik in hun ogen. Zachte ogen, pure ogen. Ik wilde niets liever dan die mensen te leren kennen, weten wat ze voelden, wat ze dachten. En ik besefte dat het alleen maar zou kunnen als ik hun taal zou leren. Niet simpel, een talenknobbel heb ik niet, maar ik heb doorgezet."
"Mijn inspanningen zijn niet vergeefs geweest. Fantastische mensen heb ik hier leren kennen. Het gereserveerde van de Belgen, dat is zelfbescherming. Binnenin zijn ze mooi; van het moment dat ze je hun vriendschap aanbieden, is dat voor altijd."
"Toen ik na de val van de dictatuur eindelijk naar Argentinië terug kon om mijn moeder te bezoeken, heb ik pas gemerkt hoezeer ik aan België gehecht was geraakt. Voor het slapengaan haalde ik me telkens Brussel voor ogen, uit angst alles te vergeten. In plaats van schaapjes te tellen. Wat kon ik nog in Argentinië doen? Mijn leven was in België. Bij mijn kinderen, mijn vrienden. En ondertussen ook mijn kleinkinderen en achterkleinkind. Al hou ik nog altijd van Argentinië, al koester ik de herinneringen. Argentinië, dat is voor mij het huis van mijn ouders; hier in België staat mijn huis."
Is het met het Frans gelukt, met het Nederlands helaas niet. "Niet door een gebrek aan inzet, ik krijg het er eenvoudigweg niet in. Ik heb vrienden in Nederland, in Amsterdam. Daar naartoe gaan boezemt me echt angst in; ik voel me er als een blinde, omdat ik iemand als begeleider nodig heb om me verstaanbaar te maken. Dat is een grote frustratie. Mijn twee andere frustraties zijn dat ik nooit met de auto heb leren rijden, en nooit gitaar heb leren spelen."
Interdit de mémoire
Ana Fernández heeft niet alleen moeten knokken om haar taalproblemen op te lossen, het was ook moeilijk om weer een volwaardig professioneel leven op te bouwen.
"Ik was al blij dat ik als poetsvrouw kon beginnen. Lesgeven: ik durfde er zelfs niet meer aan te denken dat het kon. Maar het lot heeft de juiste mensen op mijn pad gezet, en zo heb ik me langzaam kunnen opwerken. Tot ik aan de slag kon in een vormingscentrum voor geïmmigreerde vrouwen. Daar heb ik Frans onderwezen aan Arabische, Turkse en Afrikaanse vrouwen. Mijn Frans was verre van perfect, maar ik had één grote troef: ik was ervaringsdeskundige. Ook heb ik kinderen geholpen in een huiswerkschooltje, theater- en schrijfacties georganiseerd. Het waren zes prachtige jaren, tot aan mijn pensioen."
De zwarte krullen hebben ondertussen plaats gemaakt voor grijze - "Waarom zou ik mijn leeftijd verbergen?" -, maar het vuur is gebleven. Een blik volstaat om de mooie mens in Ana Fernández te zien. Een mooie mens die onmogelijk kan stilzitten. "Ik ben altijd blijven schrijven. Poëzie, wat ik heel mijn leven heb gedaan, maar ook literatuur. Mijn eerste roman, Fragmentos de una memoria , is nu in het Frans vertaald door een heel goede vriend en is uitgegeven als Interdit de mémoire . Geen autobiografie, wel een beetje mijn verhaal, gemengd met dat van anderen. Om aan te tonen wat het betekent om balling te zijn."
"Ik werk nu mijn tweede roman af, en ook met mijn blog heb ik de handen vol. Maar dat alles heb ik zonder aarzelen twee maanden lang opzijgeschoven om te zorgen voor mijn partner, die herstellende is van een operatie na een infarct. Abraham is net als ik geboren in Argentinië. Toen ik hem daar leerde kennen bij mijn terugkeer, heeft hij alles laten vallen om mij naar België te volgen. Een zoveelste etappe in een leven dat als een rollercoaster is geweest. Een leven dat ook niet voor niets geweest zal zijn, want ik heb waardevolle sporen achtergelaten."
Lees meer over: Evere , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.