Sint-Joost talmt met prostitutiereglement
E en druilerige donderdagmiddag die begint in de lokalen van Espace P, de vereniging die zich het lot van de sekswerkers aantrekt. Op de salontafel liggen brochures met tips voor safe sex, info over hiv en banen bij de Mission Locale. Victoire, de lifestylebijlage van Le Soir, heeft An Pierlé op de cover. De kantoren - twee canapés, drie bureaus - hebben het uitzicht van een studentenkot uit de jaren tachtig. De gaskachel zal hier wel niet vreemd aan zijn. De percolator pruttelt, de koffie smaakt heerlijk.
Vijftien jaar geleden was de prostitutiebuurt in Sint-Joost-ten-Node Europees. Vandaag is die voor negentig procent Afrikaans. "Twaalf, dertien jaar geleden is de miserie begonnen," zegt Marie, die al 21 jaar in de buurt werkt. "Met de komst van de Afrikaanse meisjes roken de eigenaars van de carrées (benedenverdieping waar een zelfstandige prostituee werkt, red.) grof geld. De Afrikaanse meisjes spreken amper de taal, zijn niet altijd in orde met hun papieren, hebben dus geen rechten en kunnen zich niet verdedigen. Ze worden naar hier gelokt, moeten 50.000 euro neertellen... en dat bedrag afbetalen met beurten van dertig euro." De huur, zo legt Marie uit, is in twintig jaar tijd gestegen van 400 euro naar 3.000 euro per maand voor een carrée. "En veel van die carrées zijn echt niet om aan te zien."
De carrée van Marie is kraaknet. Ze heeft twee grote plaatsen, de ruimte aan de straatkant telt een canapé, een salontafel en een mooie kast. In de achterste kamer staat een bed, een kast en is er een lavabo. Het geheel is smaakvol ingericht. De kitsch van de Amsterdamse walletjes zoals we die kennen uit Baantjer ontbreekt. Marie: "Ik wil geen medelijden, ik ben geen slachtoffer. Ik heb er twintig jaar geleden zelf voor gekozen om in de prostitutie te stappen. Ik heb in mijn leven maar één pooier gehad: de staat. Ik wil best belastingen betalen, maar ik wil wel iets in ruil." En daar ontbreekt het nu net aan: het gaat volgens Marie van kwaad naar erger.
"Twintig jaar geleden was de buurt aangenaam en proper," stelt ze. "De gemeente heeft het hier met de komst van de Afrikanen laten afweten, het is hier smerig en dat is niet onze fout," zegt Marie. "Het zijn niet onze klanten die tegen de parkeermeters pissen."
Een wandeling door de troosteloze buurt - Plantenstraat, Linnéstraat, Groenstraat - maakt een mens niet echt vrolijk. In de Weidestraat staat een troep vuilniszakken en een afgedankt salon. In de meeste vitrines zitten jonge Afrikaanse vrouwen, hier en daar een oudere blanke. De blanke vrouwen proberen me niet te lokken, ze zitten te lezen of hun nagels te lakken. Een Afrikaanse steekt drie vingers omhoog. Dertig euro? In de straten valt het aandeel sjofele mannen op. "Toch bestaat er geen typische klant," legt Fabian Drianne van Espace P uit. "Eén ding hebben ze wel gemeen: ze zijn discreet. De hoerenlopers die sinds een drietal jaar voor overlast zorgen zijn Franse sekstoeristen. Weekendtoeristen."
Mensenhandel
Eind 2011 hebben de gemeenten Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node een politiereglement en stedenbouwkundig reglement gestemd voor de carrées. Er staan normen in voor hygiëne en veiligheid. En voor het gebruik van de carrées. Zo mag er niet onderverhuurd worden, maar weinigen geloven dat dit niet gebeurt. De inkomsten van de meisjes zijn laag, hun kosten hoog. En ze zitten met de afbetaling. Maar terwijl Schaarbeek de naleving van het reglement al van in den beginne controleert, gebeurt er in Sint-Joost niets.
Espace P vindt het reglement een stap in de goede richting, maar is ook niet blind voor de perverse effecten. Fabian Drian: "De Afrikaanse meisjes zullen een werkvergunning moeten aanvragen en een cursus bedrijfsbeheer volgen. Zie je dat al gebeuren?" Espace P is bang dat de meisjes ondergronds zullen moeten werken en in de absolute armoede terecht gaan komen. De Belgische sekswerkers in de carrées werken niet met een pooier, ze zijn zelfstandig. De Afrikaanse hangen af van een madame, een Afrikaanse die hen naar hier haalt tegen 50.000 euro. Mensenhandel? "Niet de klassieke mensenhandel," zegt Tereza Tylova van Espace P. "De meisjes weten dat ze in de prostitutie zullen terechtkomen, maar niet in welke omstandigheden. Uitbuiting dus." De meeste Afrikaanse vrouwen komen uit Nigeria, Ghana en Ivoorkust. Als ze hun schulden afbetaald hebben, beginnen ze niet zelden zelf een carrière als madame.
In de jaren zeventig was er in de Aarschotstraat een café - De Soldaat bij Maria - waar de prostituees na hun shift pinten kwamen pakken. Blondie was er het grote succes. 'Denis' galmde onophoudelijk uit de jukebox. De bar is niet meer terug te vinden. In café De laatste minuut overschouwen twee mannen met trappist de wereld. Het gaat over seksuele losbandigheid en de onvermijdelijke conclusie dat de wereld om zeep is.
Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.