Sint

Sinterklaas (85) hangt na 65 jaar de mijter aan de wilgen

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
04/12/2013

“Mijn Zwarte Piet houdt nu de echte sint gezelschap.” Met die guitige kwinkslag verantwoordt hulpsint Robert Palaster dat ook hij – figuurlijk dan – de pijp aan Maarten geeft, na 65 jaar. Het obligate duo voor de goede sinterklaasact bestaat niet meer.

D e senior-vriend die Palaster de jongste jaren bijstond als Zwarte Piet, is overleden. ”Zonder Zwarte Piet heeft het geen zin dat ik nog voor seniorenclub Okra-Ukkel Sint-Job zou optreden,” aldus de bekende oud-drogist, in het bijhuis van GC Candelaershuys. De eerste keer dat Palaster de kleren van de goedheilige man aantrok, was in 1948 tijdens zijn legerdienst in het militaire hospitaal van Soest (Duitsland), totaal wat anders dan zijn beroep.

“Mijn vader had me tijdens de oorlog als kind van de Romeinsesteenweg in Laken naar de verre Brugmannlaan gestuurd om er de stiel van drogist te leren. Die man verplichtte me drie jaar avondschool technicien droguiste te volgen in de Arts & Métiers. Ik leerde in de zaak het hulpje Josée Seghers kennen. Toen we het voor bekeken hielden, namen we samen een drogisterij in huishoudartikelen en verf over op de Zijlaan. Het was de beste reden om te mogen trouwen. Later bouwden we een zaak in een chiquere buurt, op de Waterloosesteenweg 1163, vlakbij villa’s waarvan het huishoudpersoneel dagelijkse klant werd, voor Marseille- en Bronnleyzeep, boenwas en Keuls water. Enkel goed gerief. Stilaan kwamen er klanten van de ambassades, de Nato en restaurant Villa Lorraine. We leverden er 35 jaar alle kuisgerief, maar iets gaan eten werd niet geapprecieerd; een leverancier deed dat niet. Voor de villa van Mobutu moesten we de producten zelf dragen. Via via kwamen we ook te weten dat een commandant, die altijd etherische olie van spijklavendel als insecticide kocht, dit eigenlijk deed voor de behandeling van de kostuums van koning Leopold III in kasteel Argenteuil. Voor alles hadden we middeltjes, tot ontvetters om geen damp op vitrines te krijgen. Ik had oude recepten, met trichloorethyleen en tetrachloorkoolstof, die nu uit den boze zijn.”

Maar dat was een leven na zijn eerste sinterklaasacteurswerk tijdens den troep in 1948. “Omdat ik groot van gestalte was, en goed tweetalig, vroeg een verpleegster me om sintkleren aan te trekken, en voor de zieken en de kinderen van de soldaten snoep uit te delen (foto, red.). Ik haalde er twee kameraden bij die Zwarte Piet improviseerden met zelfgemaakte tulbands. Het acteursvirus liet me niet los, en toen ik met pensioen ging, vroeg zelfs seniorenkring Okra om voor de bejaarden van Ukkel Sinterklaas te spelen.” Ook voor ouderlingentehuizen in Brussel-Stad en Molenbeek zette Palaster tot 2012 de mijter op, in zalen met vierhonderd senioren per keer. Gewoon om oudjes te plezieren. Die feesttijd is passé.

Racisme
Mogen we van de kindervriend weten hoe hij staat tegenover ‘het lachen met de zwarte knecht’, dat deze herfst als racistisch werd afgedaan? “Hoe kun je aan een kleuter uitleggen, dat Zwarte Piet er plots niet meer bijhoort? Die man is gewoon de evenknie van de sint. Hij lacht en grapt en troost de kindjes. Want van Sinterklaas hebben de meeste schrik. Zonder Zwarte Piet werkt de gag niet. De interactie maakt het spel, in theatertaal is de sint ‘de aangever’. Het is zoals bij het komisch duo Gaston en Leo. Leo vraagt: ‘Zeg, wanneer komt uw vader van café thuis?’ Waarop Gaston: ‘Als hij zat is’. Een duo speelt op elkaar in. Wanneer ik Sinterklaas was, moesten de vrouwen me beloven braaf te zullen zijn. Dan kregen ze van Zwarte Piet een plakzoen - vol schmink (grinnikt). Dat zorgde voor een goedlachs publiek, da geire maaine ring kustege.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Ukkel , Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni