Slechts drie foorkramers met standplaats in Brussel-Stad

Na het schrappen van de Zuidfoor duidde Brussel-Stad zestien locaties aan waar foorkramers hun attractie een maand lang gratis konden openen. Slechts drie van die plekken worden ingenomen. "Dit is allesbehalve een kermis, maar we maken er het beste van", vertelt Marc Claus, die zijn kindermolen aan de Kapellekerk opzette.

Twee dagen staat de kindercarrousel van de familie Claus al op de Kapellemarkt, in de schaduw van de gelijknamige gothische kerk. De Brusselse kermisfamilie mag er gratis parkeren tot en met 15 september. Na de schrapping van de Zuidfoor is dat slechts een druppel op een hete plaat. "Maar we nemen alles wat we krijgen kunnen", zegt Marc Claus.

In totaal had de stad Brussel zestien locaties ter beschikking gesteld van de foorkramers. Onvoldoende om alle 120 standhouders die de Zuidfoor doorgaans rijk is te helpen, maar het initiatief werd door spreekbuis Patrick De Corte wel op gejuich onthaald. Twee weken later blijken slechts op drie locaties kinderattracties geïnstalleerd. Behalve Claus' draaimolen staan er trampolines op de Floralaan in het Ter Kamerenbos en het Louis Steensplein vlakbij de Heizel.

Het kabinet van schepen van Economische Zaken Fabian Maingain (Défi) kreeg een vijftiental dossiers binnen van geïnteresseerde foorkramers, maar een aantal trok zich in extremis terug en nog anderen kregen geen vergunning wegens een onvolledig dossier. En dus blijven dertien locaties leeg. De stad neemt geen kandidaturen meer aan. "Dat heeft weinig zin. De zomervakantie zit er bijna op", klinkt het bij Maingains kabinet.

Weinig volk

"Op een aantal kinderen na is het heel rustig", sakkert Marc Claus, die sinds dinsdag zijn carrousel in de Marollenwijk uitbaat. "Ik sta hier helemaal alleen. Dat is toch curieux. Zo lok je geen volk. We hebben het gevraagd, maar de stad laat geen andere rand- of kinderanimatie toe. We geven het twee weken een kans. Als de school terug start in september zal ik waarschijnlijk vertrekken."

Het verdwijnen van de Zuidfoor slaat een enorm gat in de boekhouding van zowat alle foorkramers. "De schade zal enorm zijn. Behalve een premie van 300 euro via het OCMW, laat Brussel ons in de steek. In Vlaanderen en Wallonië is er meer steun. Door hier te staan, hopen we een beetje geld in het laatje te brengen", aldus Claus, wiens stemgeluid ijdele hoop verraadt. "De meeste Brusselaars weten zelfs niet dat er hier een attractie staat."

Patrick De Corte, spreekbuis van de Brusselse foorkramers, betreurt het geflopte initiatief van de stad. "Als een dossier onvolledig is, kan de administratie toch even contact opnemen met de aanvragers om hen te begeleiden?", vraagt De Corte zich af. "Nu blijven er dertien lege plaatsen over, terwijl er zoveel foorkramers in de miserie zitten."

Lokale standplaats

Intussen proberen kraamhouders ook in de eigen gemeente hun attractie op te zetten. Zo installeerde de familie Fenocchi een minikermis op het Flageyplein in samenspraak met het college van Elsene. "Mijn zoon verkoopt smoutebollen in Evere. Voor de kleine kraampjes bestaan er gelukkig oplossingen, maar voor de grote dus niet", aldus De Corte.

De voorzitter van de Zuidfoorkramers hoopt dat er dit seizoen alsnog een kermis kan plaatsvinden. Zeker nu de Nationale Veiligheidsraad besliste om 400 personen toe te laten op evenementen in open lucht. "Kleinere foren, zoals die van Anderlecht in september, moeten toch mogelijk zijn. Zo'n kermis zou ons even wat ademruimte geven."