Sociaal wonen: getto of sociale mix?

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
15/06/2005
Met haar voorstel om de inkomensgrenzen voor kandidaat-huurders van een sociale woning met zo'n 20 procent te verhogen heeft de VLD zich de toorn van twee Groen!-bestuurders van sociale huisvestingsmaatschappijen op de hals gehaald. Eerst de allerarmsten, zegt Groen!. Nee, zegt de VLD, net om mensen die in een sociaal appartement wonen kansen te geven op emancipatie en integratie moeten we getto's tegengaan. Een sociale mix van werkenden en vervangingsinkomens, autochtonen en allochtonen, is een van de liberale denkoefeningen.

Tachtig procent van de gezinnen die een sociale woning betrekt, leeft van een vervangingsinkomen, amper twintig procent heeft een baan, en het percentage leefloners en steuntrekkers neemt volgens de VLD alsmaar toe. De prijs die betaald wordt voor het afwijzen van maatregelen die een sociale mix willen aanmoedigen en getto's doorbreken is dat kansarmoede, gebrek aan integratie én emancipatie van generatie op generatie worden overgedragen, schrijft VLD-parlementslid Jean-Luc Van Raes in een open brief aan Henk Van hellem van de Lakense Haard en Marcel Rijdams van de Brusselse Haard.

Van hellem en Rijdams verweten de VLD in een lezersbrief in Brussel Deze Week de sociale verdringing te organiseren, "te geven aan wie al heeft" en het Vlaams Belang achterna te lopen. Dat laatste is Van Raes zeer slecht bevallen.

Van Raes: "Dat Groen! onze voorstellen slecht vindt, daar heb ik geen moeite mee, het zijn dan ook liberale voorstellen. Dat Rijdams en Van hellem ons conservatief vinden, al vinden wij dat niet van onszelf, tot daar aan toe, maar zeggen dat we standpunten van het VB overnemen is totaal gratuit en verlamt het debat."

Inburgering, integratie en emancipatie zijn volgens Van Raes de liberale invulling van de multiculturaliteit.
Van hellem blijft erbij dat de allerarmsten eerst geholpen moeten worden: "Anders lever je die uit aan de willekeur van huisjesmelkers." En hij ontkent dat Groen! minder fel gereageerd zou hebben als de VLD de voorstellen niet in het kader van de interculturele dialoog - een gevoelig thema bij Groen! - had gelanceerd, maar bijvoorbeeld in het raam van de financiële overlevingskansen van de sociale huisvestingsmaatschappijen.

Want ook die zijn precair, zo geven zowat alle partijen toe. De Brusselse regering moet ieder jaar 20 miljoen euro huurgeld bijpassen omdat al te weinig huurders de vooropgestelde sociale huurprijs kunnen betalen. De inkomensgrenzen lichtjes optrekken zou volgens Van Raes de huisvestingsmaatschappijen ook ademruimte geven om meer nieuwe sociale woningen op te trekken. Van hellem: "Laat de VLD instemmen met het bouwen van 20.000 sociale woningen extra, die zijn een bittere noodzaak, en de voorstellen tot belastingverlaging laten vallen." Van hellem erkent wel dat er ook woningen nodig zijn voor de lagere middenklasse - de mensen die nu net te veel verdienen om recht te hebben op een sociale woning - maar die discussie valt wat Groen! betreft buiten het bestek van de sociale woonpolitiek.

Geen applaus
Dat de partij niet op een staande ovatie vergast zou worden met haar standpunt moet de VLD ook geweten hebben, maar dat alleen Groen! onmiddellijk (in het Brussels parlement in de oppositie) zou reageren, allicht niet. Toen de MR tijdens de vorige regeerperiode een debat over sociale mix in het parlement opzette, waren de gemoederen zodanig verhit dat de toenmalige staatssecretaris voor Huisvesting Alain Hutchinson (PS) boos opstapte. "We gaan onze ideeën in voorstellen van ordonnantie (wetsvoorstellen, DV) vertalen en ze aan de meerderheidspartners voorleggen," zegt Van Raes rustig.

Alle partijen maken bij tijd en wijle handig gebruik van de passe-partout 'sociale mix'. Waarom is een discussie dan zo moeilijk? PS-fractievoorzitter in het Brussels parlement Rudi Vervoort: "Alle partijen zijn het erover eens dat sociale gemengdheid een goede zaak is, maar de hamvraag luidt: welke middelen zet je daarvoor in." Vervoort zegt in één adem bij dat de huidige regering ervoor gekozen heeft om in de sociale woningen voorrang te geven aan de armsten en aan het verhelpen van sociale noodsituaties.

CDH-fractievoorzitter Denis Grimberghs verwoordt het aldus: "Mag ik even te leen gaan bij mijn partijgenoot Michel Lemaire (voormalig parlementslid en huisvestingsspecialist, DV): 'On préfère les ghettos à la rue' - liever in een getto dan dakloos."

Vervoort erkent dat een kandidaat-huurder met een baan die aan de huidige inkomenscriteria voldoet nu al vele jaren op een woning moet wachten: "Ik zeg niet dat het huidig systeem perfect is, maar als de VLD een grotere sociale mix wil, zal het verhogen van de inkomensgrenzen alleen niet volstaan, dan moet je ook quota opleggen - zoveel werkenden, zoveel vervangingsinkomens - en ik denk niet dat daar in de regering een meerderheid voor is." Van Raes: "Onze voorstellen slaan ook niet op de huidige situatie, maar wel op de situatie die je krijgt na het bouwen van 5.000 woningen extra, een onderdeel van het regeerakkoord dat de VLD blijft onderschrijven."

Fouten uit het verleden
Wie niet te vinden is voor hogere inkomensgrenzen of quota is Yaron Pesztat (Ecolo): "Dat is het organiseren van concurrentie tussen armen en mensen met een laag inkomen uit arbeid." Ook Pesztat ontkent het bestaan van getto's niet: "We kunnen de klok niet terugdraaien. In het verleden zijn met het optrekken van woontorens verkeerde keuzes gemaakt, nu is besloten om kleinere wooncomplexen verspreid over de stad te bouwen. Nieuwe getto's komen er niet meer." Pesztat geeft toe dat hij geen oplossing heeft voor de fouten uit het verleden.

Dat de toestand in de sociale woonsector allesbehalve rooskleurig is, ontkennen Vervoort, Grimberghs en Pesztat niet, maar de oorzaak én de oplossing ligt bij de particuliere huurmarkt en bij het scheppen van meer banen. Pesztat: "De regering heeft een plan voor de bouw van 5.000 woningen, maar er moet ook werk gemaakt worden van de referentiehuurprijzen voor de particuliere markt. De vastgoedprijzen zijn in een paar jaar tijd enorm gestegen, 60 procent van de Brusselse gezinnen verdient zo weinig dat ze in aanmerking komen voor een sociale woning."

Ook Marie-Paule Quix (SP.A-Spirit) en Brigitte De Pauw (CD&V) staan niet te springen om de inkomensgrenzen op te trekken. De Pauw: "We moeten met de beide benen op de grond blijven, er zullen altijd mensen zijn die de hulp van de samenleving of de overheid nodig hebben om te leven. Sociale mix betekent ook dat alle gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen. Ik was eergisteren toch teleurgesteld toen ik vernam dat er nog maar vijf gemeenten zijn die een terrein ter beschikking stellen van de sociale huisvestingsmaatschappij voor de bouw van nieuwe woningen (het OCMW van Ukkel, waarvan Van Raes voorzitter is behoort tot de vijf, DV)." De Pauw vindt ook dat diversiteit meer betekent dan een mix van allochtonen en autochtonen: "Er moet ook aandacht zijn voor aangepast sociaal wonen voor bejaarden en gehandicapten."

Quix, die als voormalig voorzitter van de koepel Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) het reilen en zeilen in de sector goed kent, wijst een verhoging van de inkomensgrenzen af. Waar volgens haar wel over gepraat kan worden is in een specifiek aantal gevallen het bevorderen van een mix van werkenden die aan de huidige inkomenscriteria beantwoorden en steuntrekkers, om getto's te vermijden. Quix: "Ik zeg dit wel onder voorbehoud en dan voor de laagste inkomens van werkenden."

Op het terrein
De polemiek over sociaal wonen en sociale gemengdheid is meer dan een theoretische discussie over inkomensgrenzen tussen parlementariërs, ze ligt ook op lokaal niveau zeer gevoelig. Françoise Schepmans, fractievoorzitster van oppositiepartij MR-VLD in de gemeenteraad van Molenbeek, ergert zich bijvoorbeeld blauw aan de mist die het schepencollege volgens haar spuit over de bouw van nieuwe sociale woningen. Schepmans: "Ik heb niets tegen de bouw van sociale woningen, maar een gemeentelijk terrein afstaan zonder architecturale voorwaarden te stellen en zonder afspraken over het type appartementen te maken, dat kan voor mij niet." Schepmans verwijt burgemeester Philippe Moureaux (PS) ook een gebrek aan overleg met de buurt: "Terwijl de inwoners van Laag-Molenbeek permanent geconsulteerd worden." De terreinen waarop Molenbeek nieuwe sociale woningen wil laten optrekken liggen in Hoog-Molenbeek. Schepmans: "De terreinen liggen in residentiële woonzones, het gebrek aan informatie verontrust de inwoners."

Brussels OCMW-raadslid Bart Eeman (VLD) dringt er op zijn beurt bij de Brusselse Haard op aan om, zodra de renovatie van het sociale woonblok in de Werfstraat klaar is, ervoor te zorgen dat er een gemengd publiek zou komen wonen. Eeman: "De buurt stond destijds bekend als Klein Chicago. Toevallig evolueerde die tijdens de renovatie van het sociale woonpand tot een gemengde en aangename woonwijk. Ik hoop dat dat, ook als het pand opnieuw bewoond is, zo blijft." Eeman hoopt niet alleen op een sociale mix, hij hoopt dat ook oudere en jongere alleenstaanden er een optrekje kunnen krijgen.

Eeman: "Van de jaren twintig tot de jaren zeventig is het sociale woonbeleid erin geslaagd om vele duizenden met een laag inkomen huiselijk geluk te schenken en de kans te geven om op de maatschappelijke ladder te klimmen. Nu is dat niet langer zo, sociale wijken zijn concentratiegebieden van sociaal zwakkeren en allochtonen geworden. Gevolg: de allochtoon voelt zich opgesloten in zijn getto en ook de Brusselaar die met een open blik naar de wereld kijkt voelt zich onwennig bij het betreden van die wijken. Groen! beseft niet dat sociaal wonen in die wijken geen schoolvoorbeeld van levensgeluk en integratie meer is."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni