Speciale bieren verdringen langzaam de pint

Delta IPA, Zinnebir en Taras Boulba. Het zijn maar enkele namen die niet meer kunnen ontbreken op de kaart van Brusselse cafés. De opmars van de speciale bieren is niet te stuiten. “In het weekend zet ik altijd een bak extra koud in de frigo. Ze zijn incontournable geworden”, hoorde BRUZZ in café Archipel.

‘Comme d’habitude’, zegt Patrick aan barman Manuel terwijl hij zich bovenop een kruk hijst van café Le Coq. Die schenkt gezwind een flesje Taras Boulba uit. Het bevestigt een eerste keer de bevindingen van de vereniging van drankenhandelaars Febed. De klassieke pint verliest terrein op speciale variaties met meer karakter. “Dat is omdat de leidingen hier niet goed gekuist worden”, grapt Patrick, waarna hij een paar slokken van het Brussels biertje door zijn eigen leiding naar binnen giet.

Le Coq: ‘Hangt af van avond tot avond’

“Niet zeveren hé”, reageert Manuel, die ons verzekert dat de tapkranen spik en span zijn. Hij werkt al langer in cafés en nuanceert de ondergang van het klassieke gerstenat. “De traditionele pils blijft het goed doen, maar het klopt wel dat veel meer speciale bieren over de toog gaan. Eigenlijk hangt het af van avond tot avond. Bij verjaardagen vliegen de Zinnebirs de bakken uit, maar wanneer er een feestje is in de Beursschouwburg houden mensen hier al eens een pitstop voor een normaal biertje. Ook na wedstrijden van Union of concerten in de Ancienne Belgique vloeit er vooral Stella in de glazen.”

Helemaal aan het uiteinde van de toog zit Paulo Rietjens, deel van STIKSTOF waar hij rapt onder het alter ego Astrofisiks. Zij staan vanavond voor hun vuurdoop in een uitverkochte AB. Voor hem geen alcohol tegen de stress, maar wel een thee. “Dat wil zeker niet zeggen dat ik geen pintjes meer drink. Ik vind het goed dat mensen in Le Coq nieuwe bieren kunnen ontdekken. Het is ook een van de redenen waarom de Brusselaars naar hier afzakken.”

Monk: Delta’s en sociale flessen

Twee straten verder beaamt bierverantwoordelijke Axel van café de Monk de meningen die we te horen kregen in Le Coq. “De artisanale bieren zitten in de lift en daar moet je gewoon op inspelen.” Het eetcafé houdt er een nauwe samenwerking op na met Brussels Beer Project waarvan het verschillende bieren op de kaarten heeft staan zoals ‘Ste Kat’.

Voor Pierre gaat er echter niets boven de Delta’s. “Ik woon in Malta, maar elke keer als ik in Brussel ben sla ik een voorraad in. De subtiele bittere smaak vind je in geen enkel ander bier terug. Het is niet meer dan logisch dat mensen een pintje inruilen voor een Delta.”

De hogere kostprijs blijkt ook geen struikelblok te zijn. “Je wil toch eens van alles geproefd hebben”, zegt Herlinde die bij haar lunch geniet van een Ramée. “Vroeger, toen we jonger waren, dronken we bij het uitgaan enkel pintjes, maar nu kiezen we bijna altijd voor iets anders”, voegt tafelgenoot Guido daar aan toe, die de bieren ook als een uitstekend gespreksonderwerp ziet.

Samen bieren delen en proeven is een trend waar ook de Monk zelf lustig aan meewerkt. “Met de sociale flessen van 75 centiliter proberen we van bier drinken een groepsactiviteit te maken. De Oude Gueze Cuvée René die nu op onze suggestielijst prijkt, is daar een goed voorbeeld van”, besluit Axel.

Archipel: ‘Tien speciale bieren en drie pinten’

Een laatste tussenstop in de Archipel leert ons dat de verhoudingen soms sterk uit elkaar kunnen liggen. “We zijn opengegaan om 12 uur en 2 uur later heb ik 3 pinten en 10 zware of speciale bieren verkocht. Dat is natuurlijk een momentopname, maar het geeft wel aan dat de speciale bieren in opmars zijn”, legt barman Simon uit.

Hij merkt op dat niet alleen toeristen, maar ook de Brusselaars de pint vaker links laten liggen. “Van toeristen is algemeen geweten dat ze een voorkeur hebben voor een ruim assortiment aan Belgische bieren, maar ook de vaste stamgasten schakelen de laatste tijd makkelijk over.”

“Ik denk dat het misschien te wijten is aan het gelijkaardige alcoholpercentages. Duvel is al langer een optie, maar dat moeten de meeste mensen bekopen met een zware kater. Een paar Zinnebirs achter elkaar kan het lichaam toch net iets makkelijker verwerken. Daarom zet ik in het weekend altijd een bak extra koud in de frigo. Ze zijn incontournable geworden op de kaart van een biercafé.”