Spelenderwijs Nederlands leren in lenteschool

Joeri Surdiacourt
© Brussel Deze Week
18/02/2010
Anderstalige kinderen die al twee jaar ingeschreven zijn in het Nederlandstalig onderwijs, konden tijdens de krokusvakantie terecht in de Lenteschool. Daar werken ze spelenderwijs aan hun Nederlands.

Elke ochtend verzamelen er een dertigtal kinderen in de sportzaal van IBO De Buiteling en basisschool De Kleurdoos. Op het eerste gezicht zijn ze vreemden voor elkaar. Ze hebben een verschillende nationaliteit, een diverse cultuur, een ander verhaal. Maar één ding hebben ze met elkaar gemeen, hun gebrekkig Nederlands. De Lenteschool probeert daar verandering in te brengen.

De Lenteschool, een initiatief van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) in samenwerking met het Onderwijscentrum Brussel, is gegroeid uit de Zomerschool. Dat was zo'n succes dat minister Jean-Luc Vanraes (Open VLD), in de VGC bevoegd voor Onderwijs, besloot om tijdens de krokusvakantie een nieuwe school in te richten. De school moet niet alleen de taalvaardigheid van de leerlingen verbeteren, de integratie in de stad en de samenleving wordt er ook versterkt. "Belangrijk is dat de kinderen en de jongeren ook buiten de schooluren in contact komen met het Nederlands en zo kunnen deelnemen aan activiteiten waarin het Nederlands een centrale plaats krijgt," legt Vanraes uit.

Op termijn zou het zelfs de bedoeling kunnen zijn om tijdens elke schoolvakantie een school in te richten die het Nederlands voor anderstalige kinderen stimuleert. Volgens een ouder van een deelnemertje is dat geen slecht idee. Ze vindt dat er veel te weinig Nederlandstalige activiteiten in Brussel zijn. Dankzij de Lenteschool kan haar zoon zich nu ook bezighouden tijdens de vakantie.

Kleurenkladder

Iedere dag krijgen de kinderen opdrachten mee van de Kleurenkladder. Dat is een fictief personage dat elke ochtend rond negen uur, op muziek van K3, opdaagt in een beschilderde stoffen jas. Het is de bedoeling dat de leerlingen zijn opdrachten tijdens de voormiddag uitvoeren. Ze draaien allemaal rond een centraal thema: geuren en kleuren.

De kinderen worden ingedeeld in leeftijdscategorieën. Er zijn drie groepen, de zes- tot achtjarigen, de acht- tot tienjarigen en de tien- tot twaalfjarigen. Elke groep wordt begeleid door vrijwillige leerkrachten. In tegenstelling tot de Zomerschool wordt hier geen rekening gehouden met het niveau van het Nederlands: dat ligt bij alle kinderen heel laag. Na de middag zijn er sportactiviteiten in de sportzaal van Maria-Boodschap.

Om 16 uur zit de dag erop. Aan de schoolpoort staan de ouders ongeduldig te wachten. Ze kijken reikhalzend uit naar de nieuwe woordjes die hun kind vandaag heeft bijgeleerd.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni