Spijbelrecord voor Brussel
366 leerlingen spijbelden het voorbije jaar regelmatig in het Vlaams-Brusselse secundair, goed voor 4,4 procent van de totale populatie. Dat blijkt uit het recentste leerplichtrapport van onderwijsminister Pascal Smet (SP.A), dat de minister vandaag vrijgaf naar aanleiding van een debat in de Commissie Onderwijs van het Vlaams parlement.
Het cijfer betekent een nieuwe stijging tegenover het schooljaar ervoor, toen het spijbelpercentage nog 3,8 bedroeg. In de vijf jaren die voorafgingen was hetzelfde aandeel al eens verdrievoudigd. Ook in Vlaanderen is er een stijging. Dat komt volgens Smet omdat alles beter bijgehouden wordt.
Het Brusselse cijfer is wel duidelijk het hoogste voor het hele Vlaamse onderwijssysteem. Het leerplichtrapport toont ook hoe het spijbelpercentage naadloos afneemt naargelang de omgeving minder grootstedelijk wordt. De 'grootsteden' Antwerpen en Gent tekenen zo 3,8 procent op, terwijl regionale centrumsteden al terugvallen tot 1,5 procent. Op het Vlaamse platteland spijbelt een luttele 0,7 procent.
In een mededeling die hij na het debat verspreidde merkt Smet op dat de Brusselse resultaten wel volgens een afzonderlijke procedure worden opgetekend.
Koplopers in het spijbelen zijn de zestien- en zeventienjarigen.
Een erg groot aandeel van de spijbelaars - in heel Vlaanderen - beantwoordt aan criteria van kansarmoede. Zo spreken zeven op tien spijbelaars geen Nederlands thuis. Drie kwart van de spijbelende jongeren heeft ook een moeder met een laag opleidingsniveau.
Voor meer achtergrond bij de spijbelpreventie van het Brussels Gewest, zowel in het Nederlandstalige als Franstalige onderwijs, verwijzen we naar het stuk 'Spijbelen is een nijpend probleem', dat geschreven is voor de nieuwe cijfers bekend raakten.
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.