Staatssecretaris De Moor: 'Asielzoekers die werken, moeten uit opvangnetwerk vertrekken'

Om meer plaatsen voor kwetsbare groepen als minderjarigen, vrouwen en gezinnen te kunnen vrijmaken in het verzadigde opvangnetwerk, wil staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (CD&V) dat asielzoekers met een langdurig arbeidscontract het netwerk verlaten. Ze heeft Fedasil, het federaal agentschap dat instaat voor de opvang van asielzoekers, de opdracht gegeven die noodmaatregel uit te voeren, bevestigt haar kabinet donderdag.

Uit een onderzoek van de kruispuntbank Sociale Zekerheid blijkt dat ongeveer 2.000 asielzoekers aan het werk zijn met langdurige contracten. Het vrijmaken van hun plaatsen kan op korte termijn soelaas bieden om alle kwetsbaren te kunnen blijven opvangen, zegt de Moor.

De betrokken asielzoekers krijgen een maand de tijd om het netwerk te verlaten. Volgens De Moor "hebben zij voldoende middelen om op eigen benen te staan".

Dinsdag maakte de staatssecretaris bekend dat ze een Winterplan op de tafel van de regering heeft gelegd om de zeer hoge instroom van asielzoekers het hoofd te bieden. Daar past een extra capaciteitsverhoging van het opvangnetwerk in, maar ook een reeks noodmaatregelen om meer mensen te doen uitstromen. De instructie aan Fedasil over werkende asielzoekers wordt alvast versneld doorgevoerd.

Er is voorlopig geen afname van het aantal asielaanvragen vast te stellen, ook al zijn er reeds maatregelen genomen om de instroom af te remmen en werden al preventieacties ondernomen, zegt De Moor.

In 2022 heeft Fedasil meer dan 600 medewerkers aangeworven en meer dan 5.000 plaatsen geopend. Fedasil heeft al langer de goedkeuring gekregen om 35.000 plaatsen te operationaliseren, maar slaagt daar niet in. "Het is dus niet zo dat er geen plaatsen zouden mogen gemaakt worden, dat lukt gewoonweg niet door een gebrek aan personeel, ook bij partnerorganisaties en het middenveld", klinkt het.

Door de verzadiging van het netwerk van Fedasil hebben dinsdagnacht 21 minderjarige vluchtelingen de nacht op straat moeten doorbrengen, stelde Vluchtelingenwerk Vlaanderen woensdag aan de kaak.