‘Stad heeft zijn huiswerk niet gedaan voor parkings’

De Stad Brussel heeft de rendabiliteit van de geplande parkings in het centrum overschat, waardoor het voor bedrijven weinig interessant is om ze te bouwen. Dat zegt de topman van parkeerbedrijf Indigo. “Wat een mooi project had kunnen zijn, dreigt uit te draaien op een gemiste kans.”

Het parkingverhaal voor het centrum loopt zeer stroef. Niet alleen zijn er de bezwaren van de oppositie en van bewonersgroepen. Ook de parkeerbedrijven lopen niet echt warm voor de geplande ondergrondse garages aan IJzer, Rouppe en op de Nieuwe Graanmarkt.

Slechts drie kandidaten dienden zich aan: BAM, Apcoa en Interparking. BAM haakte ondertussen al af. Overblijver Apcoa bevestigt in De Tijd dat het zich alleen kandidaat stelde voor de parking aan IJzer, omdat die in hun ogen de enige rendabele is. “We hebben wel extra voorwaarden gesteld”, zegt commercieel directeur Patrick Ingelbinck. “Kwestie van ons in te dekken tegen een aantal risico’s en de commerciële balans wat meer in evenwicht te brengen.”

Voor de Nieuwe Graanmarkt en Rouppe zag Apcoa af van een kandidatuur. “Bij Rouppe waren er mogelijke problemen met de bodem en op de Graanmarkt zit je met de bomen op het plein die behouden moesten blijven”, klinkt het. “Bovendien zijn er aan de Graanmarkt al twee parkings, Dansaert en Lepage, die niet volledig benut worden.”

Interparking is het enige bedrijf dat zich kandidaat stelde voor alle drie de bovengenoemde parkings.

‘Parkings zijn geen goudmijn meer’
Het businessplan voor de nieuwe parkings in het centrum vlot dus allesbehalve. Bij Indigo (het voormalige Vinci Park) denkt men dat de Stad zich heeft verkeken op de rendabiliteit van de parkings toen ze haar plannen opstelde. “Veel mensen denken nog altijd dat parkings een goudmijn zijn”, zegt topman Thomas Bimson. “Dat was vroeger misschien zo, maar niet langer. Parkeergarages zijn vaak niet langer self-supporting. In de praktijk worden ze vaak voor een deel gesubsidieerd.”

Niet alleen beloofde de Stad dat de parkings volledig door de privé zouden betaald worden, ze stelde ook een aantal voorwaarden, en niet alleen op vlak van tarieven. “De bouwheer moet volgens ons te veel risico’s dragen”, zegt Bimson. “Niet alleen de bouwkost, maar ook de bovengrondse heraanleg en de risico’s in verband met bodemvervuiling of archeologische vondsten moeten door de uitbater gedragen worden. Daar zouden wij zeker onze broek aan scheuren, vandaar dat wij ons geen kandidaat gesteld hebben. Het gaat natuurlijk wel om onze persoonlijke inschatting, misschien dat andere bedrijven de zaak anders zien.”

Waarom Interparking zich dan wel kandidaat stelde, weet Bimson niet helemaal zeker. Maar het bedrijf heeft wel een dominante positie in het centrum veilig te stellen. “Misschien spelen hier strategische overwegingen”, zegt Bimson. “In andere steden waar wij wel een belangrijke positie hebben, hadden we misschien hetzelfde gedaan.”

Volgens Bimson had de Stad de markt beter moeten aftoetsen voor ze de aanbesteding lanceerde. “Men lijkt er te makkelijk van uit te gaan dat parkings sowieso rendabel zijn”, zegt hij. “Men had de vraag beter open gelaten, zodat de markt kon antwoorden en aangeven wat wel rendabel is. Want vanuit een mobiliteitsstandpunt bekeken hebben de parkings waarschijnlijk wel nut.”