Het aantal gedwongen psychiatrische opnames in Brussel stijgt onrustwekkend snel. De collocatie is nochtans een zeer ingrijpende maatregel die veel leed veroorzaakt bij patiënt en familie. “Ik ben er zeker van dat het anders kan.”
De cijfers liegen er niet om. Het aantal procedures waarbij de politie verwarde mensen op straat wegplukt en naar een psychiatrische expertisecentrum stuurt, is in vijf jaar tijd met maar liefst twintig procent gestegen. Die mensen worden een kans op de twee ook écht naar een gesloten instelling gebracht, zonder dat ze daarvoor gekozen hebben. De psychiatrische ziekenhuizen in Brussel stellen dan ook jaarlijks een toename vast van de gedwongen opnames.
Hervorming geestelijke gezondheids-zorg
België heeft te veel psychiatrische bedden. De EU vraagt om die af te bouwen. Ons land heeft daar in 2011 gehoor aan gegeven door via artikel 107 van de ziekenhuiswet de psychiatrische chronische bedden om te vormen tot een ambulante zorg, bij de patiënten thuis. Die hervorming is volop bezig.
De ziekenhuizen hebben de langdurige psychiatrische bedden afgebouwd en mobiele equipes opgericht die bij patiënten thuis langs gaan, zodat die zo veel mogelijk in een thuisomgeving kunnen verblijven. Vandaag zijn er in Brussel 40 zorgverleners in mobiele equipes.
Op termijn moeten het er 107 worden. De hoop is dat zo de spoedopnames vermeden kunnen worden. Maar dat wil voorlopig nog niet echt lukken.
In tegenstelling tot Vlaanderen zijn er geen gecoördineerde cijfers. Maar in het Brugmannziekenhuis bijvoorbeeld, dat de meeste gedwongen opnames heeft in Brussel, zijn het er 420 per jaar. “In 2011 zaten we nog maar aan 220,” zegt psychiater Geertje Steegen. “Dus ja, er is een échte stijging.”
We spreken haar in een van de mooie paviljoenen op de site in Laken waar de onvrijwillige opnames plaatsvinden. Steegen zit al lang in het vak. “Ik ben hier als assistent in opleiding begonnen en nooit meer weggeraakt. We zien hier vooral mensen met psychoses en patiënten met suïcidale neigingen. Zeker de psychose blijft een zeer mysterieuze aandoening waarvan we het fijne niet weten. Patiënten delen op zo'n moment onze realiteit niet. Ze zitten op een andere planeet. Het is dan uiterst moeilijk om een behandeling op te starten.”
De wetgever nam in 1990 een initiatief dat tegelijk de patiënt moest beschermen tegen een ongewilde opsluiting, maar ook de maatschappij in staat moet stellen om de patiënt te beschermen tegen zichzelf en de samenleving tegen verder onheil.
Het Brussels Gewest heeft die wet vertolkt in een sui generis-aanpak met vier expertisecentra die op vraag van het parket een beoordeling maken over het al dan niet gedwongen opnemen, en vier ziekenhuizen, verspreid over heel Brussel, waar die gedwongen opnames plaatsvinden. Die zitten vandaag zo goed als allemaal permanent vol. De procureur des Konings en vrederechter staan in voor het juridische deel.
Die samenwerking tussen de Brusselse zorgsector en justitie loopt naar best vermogen. Maar voor de patiënt en zijn omgeving kan het uitdraaien op een ware nachtmerrie. We spreken met Bram*. Zijn vrouw heeft al een lange geschiedenis van psychische kwetsbaarheid. Zo leerden zij, en haar man, de Brusselse psychiatrische zorgsector van dichtbij kennen. “De plek waar ze terechtkwam, was de hel,” zegt Bram. “Daar mag ze echt nooit meer belanden.”
Jaren geleden trekt Bram met zijn vrouw naar Saint-Luc in Woluwe, omdat ze zich in een psychotische toestand bevindt. Ze wil zich echter niet later opnemen. Saint-Luc stuurt haar met de ambulance naar het Sint-Pietersziekenhuis, waar beslist wordt om haar gedwongen te laten opnemen. Ze belandt in het Erasmusziekenhuis.
“Daar ging het van kwaad naar erger. Ze bleef wekenlang volledig verward. Ze at niet meer. Dronk alleen. Ze verloor twintig kilo. Ze gaven haar ook haar dagelijkse neuroleptica niet meer. Ik wist nochtans dat ze die nodig had.”
“Wie een psychose heeft, spreekt vaak in symbooltaal. Er is tijd en aandacht nodig om contact te maken en vertrouwen te winnen”
Pas na veertig dagen, de maximumtermijn bij een gedwongen opname, kan Bram, met een advocaat in de arm, de vrederechter ervan overtuigen om haar naar een ander ziekenhuis te brengen. In een ziekenhuis in de bossen van Terhulpen zou ze uiteindelijk zes maanden verblijven. Daar komt ze er geleidelijk aan weer bovenop.
Bram kijkt met afschuw terug op de periode: “Natuurlijk ben ik geen dokter en leg je je vertrouwen in handen van de psychiater. Maar de psychiatrische afdeling zit in dat ziekenhuis op de negende verdieping. Dat is toch geen plek voor psychiatrische patiënten: je moet met de lift naar beneden. Maar ik kreeg mijn partner daar niet in. Ze lag op een kamer met een vrouw van zeventig die de hele tijd naakt in de gangen rondliep. De armen van mijn partner stonden vol blauwe plekken. Ze lag het grootste deel van de tijd vastgebonden op haar bed. Op het einde kon ze geen licht meer verdragen, en kroop ze in het donkere toilet, omdat de verpleegster de door haar gesloten gordijnen telkens wagenwijd opende.”
Traumatische ervaring
Wat Bram vertelt, is heel herkenbaar voor Nadia Mahjoub. Ze woont samen met haar man en dochter in een appartement in Evere. Mahjoub heeft vijf gedwongen opnames achter de rug.
Vandaag werkt ze als ervaringsdeskundige voor de vzw UilenSpiegel die het opneemt voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. “Een gedwongen opname kan voor de patiënt en zijn naasten inderdaad een ware beproeving zijn,” haakt ze in op het verhaal van Bram.
Mahjoub kan heel helder vertellen hoe het voelt om in die andere wereld te zitten, op die andere planeet, wanneer je in een psychose zit. Ook zij heeft alle hoeken en kanten gezien van de psychiatrische zorg in het Brusselse. De isolatiecel, aan het bed vastgebonden liggen, de verhuizing van expertisecentrum naar ziekenhuis met de ambulance. Of de instelling Titeca, die meer weg heeft van een “versterkte burcht”.
“Als de samenleving het niet meer weet, komen de mensen via collocatie bij ons terecht”
“Mijn persoonlijke verhaal, en wat ik regelmatig vertel, is dat van mijn allereerste opname, die vrijwillig was. Die ervaring heeft een grote impact gehad op mijn vertrouwen in de psychiatrische zorg en hoe latere opnames zijn verlopen.” Wat er die eerste opname gebeurde, staat in haar geheugen gegrift. Het was een traumatische ervaring.
Mahjoub liet zich, intussen twintig jaar geleden, eerst vrijwillig opnemen, maar het werd een hel. “Ik moest gaan slapen. Maar ik was druk. Het ging niet. Ik werd vastgebonden op mijn bed, maar ik moest plassen. En je wil niet de vernedering meemaken van natte lakens. Ik schreeuwde de hele nacht zodat iemand me zou losmaken, maar de verpleging kwam niet eens polsen wat er aan de hand was. Tegen de ochtend had ik geen stem meer. Ik ervoer hoe pijnlijk het is om de hele nacht je plas op te houden. Als je dat meemaakt, dan denk je: dit is gewoon wreed. Dit nooit meer.”
Mahjoub heeft met traumatherapie de vreselijke eerste ervaring deels achter zich kunnen laten. Maar ook de latere gedwongen opnames, vijf keer, blijven heel moeilijk om te verwerken. En er is het niet onbestaande risico dat de psychoses terugkomen.
Ze weet niet waar haar psychosegevoeligheid vandaan komt. Ze studeerde goed, al was het thuis niet altijd makkelijk. “Het is een complex geheel. Het kan aan een jeugdtrauma liggen. Maar ook aan onze samenleving. Die raast en raast. Door mijn ziekte heb ik de luxe om daar even bij stil te staan. En als ik kijk naar het grote geheel, dan zijn er veel dingen die dreigend overkomen: de klimaatcrisis, de verharding van de maatschappij, de polarisering. Er is veel ongerustheid bij mensen over de toekomst. Als je dan heel gevoelig bent, door een jeugdtrauma of druk op het werk, dan kunnen de stoppen doorslaan.”
“En dan is er de stad. Die is soms toch wat gekmakend, hé. Als je in een psychose raakt, dan pik je alle prikkels op zonder enige filter. En in een stad zijn er dat best veel. Die drukte kan je wanen heel erg versterken.”
Blijven praten
Mahjoub is ervan overtuigd dat de psychiatrische zorg op een andere leest geschoeid kan worden. “In Finland experimenteren ze met Open Dialogue. Blijven praten met de patiënten, hoe moeilijk dat ook lijkt. En de omgeving betrekken in de gesprekken. Wie een psychose heeft, spreekt vaak in symbooltaal. Er is tijd en aandacht nodig om contact te maken en vertrouwen te winnen. Daar kan de inschakeling van een ervaringsdeskundige bij helpen. Die weet hoe iemand met een psychose denkt. In extremen en met een vreemde logica.”
Vertrouwen is heel belangrijk als je in een psychose zit, vertelt Mahjoub. Een psychiater in een spoedsetting die rustig met de patiënt spreekt? Dat kan wonderen doen. “Ook de naasten moeten betrokken worden. In veel gevallen worden zij buitengesloten. Ze willen bijvoorbeeld mee in de isoleercel, maar dat mag niet. Stilletjesaan worden er wel isoleercellen omgebouwd tot plekken waar ook iemand uit de directe omgeving bij kan.”
“Ze zeggen dat mensen met een psychose onhandelbaar zijn. Ik zeg: vergelijk een psychose met een nachtmerrie. Met alle paniek die eromheen hangt. De angst die toeslaat. Als een kind een nachtmerrie heeft, sluit je die toch ook niet in een kelder op tot het overgaat?”
België heeft over het algemeen een traditionele vorm van psychiatrische zorg. In de omliggende landen zijn de psychiatrische ziekenhuizen na de Tweede Wereldoorlog stelselmatig afgebouwd. Sommige landen hebben ze zelfs helemaal tot nul herleid. België is pas sinds 2011 aan een inhaalbeweging toe, met de zogenoemde 'hervorming van de geestelijke gezondheidszorg' (zie kader), maar het gaat traag en een kentering is er nog niet.
“De stedelijke context speelt zeker mee. Dat is in andere landen ook zo”
Menselijkere aanpak
Wat dwang doet, zien we dan weer in het Brugmannziekenhuis. Het paviljoen waar we ons gesprek hebben is gloednieuw, maar dokter Steegen toont ons ook het paviljoen dat nu in renovatie is en dat drie jaar geleden in gebruik werd genomen. De schade is aanzienlijk. Kapot plafond, kapotte deuren, muren beschilderd met vreemde boodschappen. Ook in het gloednieuwe paviljoen was onheil niet uit te sluiten. Dokter Steegen toont een kamer die onbruikbaar is omdat de 'patiënt' haar in brand heeft gestoken.
De Hoge Gezondheidsraad dringt erop aan om de gedwongen opnames tot een minimum te beperken. Daarvoor is een paradigmaverschuiving nodig, zegt Nadia Mahjoub. “We moeten afstappen van die dwang.” Open Dialogue, menselijke nabijheid en warmte in plaats van de dwang en kille protocollen. Dat zou het nieuwe recept moeten worden.
Toch lijkt iedereen het erover eens dat dat makkelijker gezegd is dan gedaan. We spreken met professor Gérald Deschietere van het Saint-Lucziekenhuis in Woluwe. Hij heeft een goed zicht op de Brusselse psychiatrische zorg.
Het UCL-ziekenhuis heeft geen afdeling voor gedwongen opnames, maar doet wel spoedexpertises, zo'n twee per dag. Dat is dubbel zoveel als tien jaar geleden.
Professor Deschietere toont ons zijn spoedafdeling voor psychiatrie in Saint-Luc. De patiënten komen met de ambulance binnen en worden vervolgens naar een spreekruimte gebracht. Dat is via een aparte deur, zodat het in alle discretie kan gebeuren. “Vergeet niet dat hier soms ook bekende mensen belanden,” zegt hij. In meer dan de helft van de gevallen komen ze vervolgens in de isolatiecel terecht. Daar ligt een eenvoudige matras. Er is wat daglicht, een camera filmt alles.
Hij heeft begrip voor de vraag van patiënten naar een menselijkere aanpak. Hij bevestigt de achterstand die België heeft in vergelijking met de buurlanden. Maar hij verdedigt ook wel de Belgische aanpak. “In landen zonder psychiatrische bedden zien we bijvoorbeeld een verschuiving naar de dakloosheid, naar de gevangenissen.”
Deschietere: “Natuurlijk wil ik de patiënten helpen met hun instemming. Maar als ze dat zelf niet willen? Wie psychotisch is, weet niet dat hij of zij ziek is. Moeten we ze dan aan hun lot overlaten? We weten weinig over wat er in de hersenen gebeurt met iemand die een psychose heeft, of over de oorzaken, maar we weten wél dat een langdurige psychose erg schadelijk is voor de patiënt. We moeten er toch voor uitkijken dat we de hele kwaliteitsvolle psychiatrische zorg niet zomaar overboord gooien.”
Ook psychiater Geertje Steegen wil gerust luisteren naar alternatieven. “Maar ik zie ze niet.” Volgens haar is de stijging van de gedwongen opnames zelfs een rechtstreeks gevolg van de afbouw van de psychiatrische chronische bedden (zie kader).
“Er is geen tijd meer om de patiënten langdurig te verzorgen. Zo krijg je de draaideurpatiënt. Die van het ene ziekenhuis naar het andere gaat. Van gedwongen opname naar gedwongen opname. Of die in de maisons pirates belandt, de informele structuren die we zien opduiken in Brussel voor psychiatrische patiënten. Ik zeg niet dat die allemaal te mijden zijn, maar de zorg is daar zelden echt kwaliteitsvol.”
Deschietere ziet de stedelijkheid en de armoede als voornaamste redenen voor de stijging van de gedwongen opnames. “Er zijn meer gedwongen opnames in Brussel dan in Vlaanderen en Wallonië. De stedelijke context speelt zeker mee. Dat is in andere landen ook zo. Er is de stress, het geluid, het gebruik van cannabis, vluchtelingen met oorlogstrauma's, of mensen in armoede die niet genoeg zorg krijgen. En er is de algemene tendens, met een stijgende vraag naar psychische zorg. Wat vroeger niet urgent was, wordt urgent.”
Geertje Steegen van het Brugmannziekenhuis ziet tegelijk een stuk intolerantie in de stad. “We sluiten vandaag mensen niet zozeer op omdat ze een gevaar vormen, maar omdat ze als storend ervaren worden.”
En dan is er ook een samenspel van parket en psychiatrische beoordeling, van de procureur en de psychiater die liever geen risico's nemen en het zekere voor het onzekere nemen. Een gedwongen opname, hoe erg ook, is dan een kwestie van op safe te spelen.
Steegen betreurt dan ook dat er veel oneigenlijke patiënten in gedwongen opnames terechtkomen. Mensen met een alcoholprobleem, daklozen, criminelen soms. “We zijn een beetje het einde van de straat. Als de samenleving het niet meer weet, komen de mensen via collocatie bij ons terecht. Dat is heel demotiverend voor ons team. Zeker omdat het in tien jaar tijd echt veranderd is. We willen de mensen echte psychiatrische zorg bieden, maar dan moeten het wel patiënten zijn die daar wat aan hebben.”
*Bram is een schuilnaam.
Wie aan zelfmoord denkt of nood heeft aan een gesprek kan terecht op de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via www.zelfmoord1813.be
Lees meer over: Brussel , Samenleving , kinderpsychiatrie , collocatie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.