Stefan De Block, van strips tot kunst: 'De nacht kan nooit genoeg nacht zijn'
T ekenen - kan het ook anders? - zat er al in toen Stefan De Block nog een kleine Temsenaar was. "Mijn vroegste herinneringen zijn tekeningen. Mijn eerste heb ik gemaakt bij mijn grootmoeder. Een Disney-figuurtje, afgetekend. Volgden: de Daltons, Kwik & Flupke, Nero, Asterix... Voor mijn ouders was dat het sein om me naar de plaatselijke academie te sturen. Toen ik negen was, ben ik strips gaan tekenen. En die vonden al gauw hun weg naar de drukkerij: ik had het geluk dat mijn vader - een politie-inspecteur - een bekend figuur was in Temse en dat de plaatselijke drukker, meneer Boel, een stripfanaat was."
"Ik sleet mijn strips aan schoolkameraadjes, aan familie. Tegen een zacht prijsje. Het haalde ook de pers; kranten als Het Laatste Nieuws en Gazet van Antwerpen voerden me op als de jongste publicerende striptekenaar van België. Drie helden zijn er aan mijn verbeelding ontsproten. Eerst Oera Poera, vier albums, dan nog eens vier albums met de belevenissen van Bartholt - een soort van Nero, maar dan met meer sprieten op zijn bol -, en dan Valmont. Valmont kreeg één album, met mijn leraar Nederlands als scenarist. Om de eenvoudige reden dat de man de muren opliep van mijn schrijffouten."
"Geen enkele van die strips heeft ooit in de winkels gelegen, maar Valmont heeft wel de interesse gewekt van enkele verzamelaars, door de persaandacht die het kreeg. Zo heeft zelfs een naar Australië uitgeweken Antwerpenaar contact met me opgenomen om het album naar down under te versturen. Met Valmont ben ik ook naar de toenmalige directeur van het Stripmuseum in Brussel gestapt. Vriendelijke man, die me veel raad heeft gegeven en die me langs de neus weg zei: 'Als Marc Sleen een pint te veel op heeft, dan zegt hij wel eens dat Nero hem na al die jaren ferm de keel begint uit te hangen.' Ik herkende dat. Oera Poera, vier albums - beu. Bartholt, vier albums - beu. Ik denk niet dat ik de discipline gehad zou hebben om jaren met dezelfde stripheld te leven; ik denk ook niet ooit de ambitie te hebben gehad om echt striptekenaar te worden. Ik deed het voor het plezier, zoals elke tiener wel iets voor het plezier doet. Na Valmont - ik was zeventien - is het dan ook een stille dood gestorven. Geen tijd meer, studeren, andere interesses."
Zijn studie voerde De Block naar de techniek. "Daarin was ik ongetwijfeld beïnvloed door Hugo Meersman, mijn leraar aan de Academie, waar ik publiciteitstekenen volgde. Techniek was zijn dada; het artistieke, het thema, liet hij open. Dat is ook de reden waarom ik achteraf voor een grafische school heb gekozen en niet voor een kunstschool à la Sint-Lukas."
De lijn
Honderdenvijf. Welgeteld 105 trappen voeren mij naar De Blocks studio en atelier. Daar vertelt hij mij, bij een goed glas en een safje, hoe zijn leven vlak na de eeuwwisseling een definitieve wending nam. Richting kunst.
"Ik werkte freelance. Cartoons en lay-outs voor slideshows maken voor de dienst interne communicatie van het toenmalige Gemeentekrediet. Een wekelijkse cartoon ook in Het Vrije Waasland zaliger; de belevenissen van Waasman, waarin ik ongestoord een deel van mijn eigenzinnigheid kwijt kon."
"Maar met de jaren voelde ik me meer en meer gevangen, wat er uiteindelijk toe geleid heeft dat ik in 2000 heb beslist alles te laten vallen, en naar Italië te trekken voor een sabbatsjaar. Mijn laatste cartoon beeldde dan ook uit dat mijn Waasmanneke de Schelde oversteekt en het afbolt. Ik wilde iets anders zoeken, en dat 'andere' werd een leven als kunsttekenaar."
Wat De Block daarmee bedoelt, zie ik opgehangen aan de muren, al bladerend ook door een map. "Het zijn verhalen, inderdaad. Ze willen je dichterbij doen komen om echt te kijken: 'Wat gebeurt er allemaal?' Daarbij laat ik het liefst van al ruimte voor lege plekken. Ik laat het verhaal onafgewerkt; wie onbevangen is, kan het zelf aanvullen. Het is en blijft een evenwichtsoefening, want te leeg mag het nu ook weer niet zijn."
"Nu we dat hier samen terugzien, die mentaliteit om onderhuids zo'n beetje kritiek te geven, op een plezante manier: ik denk dat je dat in mijn werk als kunsttekenaar toch nog altijd terugvindt. En natuurlijk is er mijn fascinatie voor de lijn, die er al bovenop lag in Waasmanneke. De lijn hé, de lijn. De lijn die heilig was voor bijvoorbeeld Picasso. Van Picasso hoorde ik voor het eerst in een stripverhaal van Jommeke. Ik vroeg aan mijn pa: 'Wat is dat, Picasso?' Hij: 'Och ja,' - mijn pa is niet echt een kunstliefhebber - 'dat is een kunstenaar die ik weet niet hoeveel geld verdient en die tekent, maar eigenlijk trekt het op niets.' En meteen was mijn interesse nog meer gewekt."
"Ik heb ook altijd veel films gezien; mijn vader was en is nog steeds een grote filmliefhebber. Wij hadden geen cinema in Temse, films kijken deden we meestal thuis op video. Ik zie graag films van alle perioden. Ik zit dus nog al eens bij Cinematek. Dikwijls voor een film die je anders nooit van je leven te zien zou krijgen."
"Soms werk ik een tekening af in een dag. Soms doe ik er ook weken over: beginnen, een tijd opzijleggen, weer ter hand nemen en afwerken. Of weer ter hand nemen en zeggen: 'Eigenlijk is het af.' Of: 'Brol.' Geen erg, dan kan het papier nog dienen om filters voor mijn sigaretten van te draaien."
"Voilà, dat is mijn leven - het is niet altijd even makkelijk geweest, maar het is mijn leven. Ça va, met ups and downs. Het is wie ik ben, denk ik. 'Waarom ben je gestopt met die strips? Waarom ben je gestopt met die cartoons?' Hoe vaak heb ik het niet moeten horen! Het antwoord is heel simpel: omdat ik ben wie ik ben. Met keuzes die dat reflecteren."
Opgaan in het niets
"Waarom in Brussel je leven beleven?" - nog zoiets wat De Block al dikwijls heeft moeten horen. "Brussel betekent vrijheid voor mij. Je kunt hier in het niets opgaan. Gewoon, weg. Ik heb weinig kennissen hier, de meeste dan nog cafékennissen. Het is wat het is, cela me dérange pas, ik ben nu eenmaal een einzelgänger. Mede door mijn opvoeding: ik ben grootgebracht in een gezin dat niet veel behoefte toonde aan sociale contacten. Ik ben dus alleen, maar niet eenzaam. En om te tekenen moet ik alleen zijn. Anders verlies ik mijn concentratie."
"Brussel is een habitat die aan mijn lijf is gaan plakken. Brussel, dat toch zo vaak scheef bekeken wordt vanuit Vlaanderen. Neem nu Frankrijk, je komt van het platteland, je gaat in Parijs wonen. Je ouders trots: 'Mijn zoon woont in de hoofdstad... Il est Parisien.' Maar hier in België... als je in de hoofdstad woont, dan ben je niet goed bezig (lacht). Het enige wat mijn familie en mijn vriendenkring in het Waasland daarover te zeggen hebben, is: 'Wat zit gij daar te doen in dat Brussel? Het is daar vuil, het is daar gevaarlijk...' Weten zij veel. Ik voel mij hier goed. Brussels is the place to be. De enige plek in ons Belgenlandje waar ik kan aarden, de enige plek die interessant genoeg is. Dat geen kat uit de streek van mijn jeugd me komt bezoeken, dat neem ik er graag bij. Schol!"
BDW in gesprek met ...
Lees meer over: Samenleving , BDW in gesprek met ...
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.