Stéphane Vuillet: 'Op eigen houtje de weg gezocht, en gevonden'
H et decor voor ons gesprek: Le Bar du Matin in Vorst. Stéphane Vuillet opent met een spervuur van woorden, in een Frans dat voor ons, Belgen, wel nooit weggelegd zal zijn. "Hier zeggen de mensen dat ik met een zuiders accent spreek. Maar ben ik in Marseille - sinds kort een absolute lievelingsstad -, dan krijg ik opmerkingen over 'mijn Belgische accent'. Niet ten onrechte: mijn taalgebruik is hier wel degelijk geëvolueerd. Toen ik zestien jaar geleden met mijn karige hebben en houden in Brussel aanspoelde, verstonden de meeste mensen maar half wat ik zei, zo sterk was mijn Frans doorspekt met het argot van mijn streek. Dat is er nu helemaal uit. Maar Frans op z'n Belgisch spreken zal er waarschijnlijk nooit van komen."
We hebben dan wel afgesproken in Vorst, maar Vuillets bedstee staat in Sint-Gillis. "Ik heb al tien of elf verschillende adressen in Brussel gehad. Het appartement waar ik nu woon, is het zesde in Sint-Gillis. Het is vooral de diversiteit van de gemeente die me aanspreekt; ik heb me zelfs laten vertellen dat er maar liefst 170 verschillende nationaliteiten in het bevolkingsregister staan ingeschreven. Straf, als je bedenkt dat er over de hele wereld zowat 230 nationaliteiten zijn."
"Ook de rest van Brussel is allerminst uniform, en niet alleen in etniciteit. Een lappendeken van verschillende dorpjes met elk een eigen ambiance. Helemaal op maat van mijn persoontje, want te lang in eenzelfde sfeer toeven gaat mij al gauw vervelen."
"Het is hier een doolhof, en daarmee heb ik het aanvankelijk toch knap lastig gehad. Ik werkte als pizzabezorger, en meer dan eens wist ik na een levering niet de weg terug naar de zaak. Dat allemaal samen, en het gevoel van vrijheid dat je hier ervaart, maken dat ik nog altijd van Brussel hou - en vele Fransen met mij. Met de Belgen als bonus. Sympathieke mensen, die een gezonde vorm van nederigheid hebben. Merkwaardig ook: de Spaanse connectie die er in Frankrijk al was, heeft zich in Brussel doorgezet. De muzikanten met wie ik als tiener speelde, waren Spanjaarden; de eerste vrienden die ik in Brussel heb gemaakt, zijn Spaanse acteurs. En in al mijn films, waarin Brussel steeds een rol speelt, acteren Spanjaarden."
Opgesmukt cv
Als Vuillet zegt dat hij op eigen houtje zijn weg heeft gevonden, dan zijn dat allerminst loze woorden. Selfmade man is een etiket dat hem gerust opgekleefd mag worden.
"Op school was ik een goede student, vooral in wiskunde blonk ik uit. Het ging me vlot af, maar van gedrevenheid was weinig of geen sprake. Die gedrevenheid legde ik wel in mijn muziek: van mijn vijftiende als drummer in een plaatselijk jazzrockbandje. Dat vriendengroepje is uiteengespat door de druk van het groeiende succes. De drumsticks dus de kast in, maar kiezen voor een gewoon leventje was er niet meer bij: mogen proeven van succes door creativiteit smaakte naar meer. Waarom het dan niet proberen als filmmaker? - maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Ik ben proberen binnen te geraken aan (de hogescholen) Louis-Lumière en La Fémis in Frankrijk, en het Insas in Brussel, maar telkens was het 'net niet'. Van de drieduizend kandidaten voor La Fémis - er werden er vijftig toegelaten - was ik 57ste; van de vijftienhonderd kandidaten bij Louis-Lumière eindigde ik als 53ste, en aan het Insas was ik de zesde buitenlander, terwijl er maar vijf plaatsen in het eerste jaar waren gereserveerd voor buitenlanders."
"Maar: de drie weken die ik in Brussel had doorgebracht, hadden iets losgemaakt. Twee jaar later, toen mijn burgerdienst als gewetensbezwaarde erop zat, stond ik hier weer. Studeren stond niet op mijn agenda, ik besloot op eigen houtje mijn weg te zoeken in de filmwereld. Na eerst gewerkt te hebben als pizzabezorger en als assistent van een New Yorkse Jood die huwelijksreportages verzorgde, heb ik met een fel opgesmukt cv mijn eerste baantje in een filmploeg bemachtigd. Dat heb ik tweeënhalf jaar kunnen doen, en tegelijkertijd schreef ik aan mijn eerste kortfilmscenario, Terre natale , een film die ik uiteindelijk heb kunnen regisseren dankzij L'Atelier Jeune Cinéaste."
De bal was aan het rollen gegaan, definitief. "Mijn tweede kortfilm, Le sourire des femmes , gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, is vertoond op festivals over de hele wereld, waarna ik samen met enkele collega's het productiehuis La Parti Production heb opgericht. Toen ben ik beginnen schrijven aan mijn eerste langspeelfilm, 25 degrés en hiver . Niet lang daarna ontmoette ik Marion Hänsel op een festival in Zwitserland. We hebben de hele nacht gedanst en zijn bevriend geraakt. Terug in Brussel heb ik Marion mijn scenario voor 25 degrés laten lezen en ze was verkocht. Ze hield er zelfs meer van dan mijn collega's bij La Parti Production en is ingegaan op mijn vraag hem te produceren. Een avontuur van drie jaar, dat uiteindelijk heeft geleid tot een plek in de officiële selectie van de Berlinale. Meer dan ik ooit had durven dromen."
Tango
Nu is Vuillet bezig met de voorbereiding van een tweede langspeelfilm en een documentaire. Allebei geïnspireerd door nog zo'n passie, die hem enkele jaren geleden heeft aangestoken: de tango.
"Met de documentaire wil ik vertellen hoe de tango mensen verandert. Het verhaal volgt het parcours van twee gasten, un peu voyoux , wier leven gaat veranderen door de tango. En daarnaast volgt de film een bourgeoisvrouw die uiteindelijk man en kind verlaat om te dansen."
"De tango is een vrijgeleide om je lichaam te laten versmelten met dat van een ander. Zonder woorden, zelfs als je danspartner een complete vreemde is. Geen enkel barrière hoeft overwonnen te worden, in tegenstelling tot bij andere vormen van sociale interactie. Ik heb al met vele vrouwen gedanst van wie ik de naam zelfs niet ken, van wie ik de naam ook niet wil kennen. Hun lichaam daarentegen des te beter. Vorige zomer heb ik gedanst in Toulouse, Marseille,
Parijs, Brussel, Gent. De vrouw met wie het in Toulouse het best klikte op de dansvloer, was een boekhoudster van zestig. Intiem contact met een vrouw, met wie ik in het dagelijks leven allicht nooit gepraat zou hebben. Of ze zou mijn boekhoudster moeten zijn geweest."
"Twee jaar geleden zijn de moeder van mijn zoontje en dochtertje en ik uiteen gegaan. Moeilijke tijd, harde momenten. Me enkele uren verliezen in dansen bleek telkens een grote hulp: nieuwe energie om er weer tegenaan te gaan. De tango heeft zelfs mijn gewoonten, mijn leven veranderd. In plaats van naar de cinema of het theater te gaan, of vrienden op te zoeken, ga ik tegenwoordig dansen. Drie, vier keer per week. De dansvloer, de muziek, het hier en nu zijn de enige dingen die tellen. En het lichaam van je partner van het moment: je moet niet alleen naar de muziek luisteren, ook naar het lichaam van die andere. Zeker de vrouw, want het is de man die leidt, die improviseert."
"Heb je een keer echt geproefd van die roes, dan ben je verloren. De tango is een dans die een mens volledig kan opslorpen. Ik ken iemand die een lening van drie jaar is aangegaan om een jaar lang in Buenos Aires de tango nog beter te leren kennen. Daar in Argentinië ligt dan wel de bakermat, maar het is een universeel fenomeen. Of je nu in Taiwan bent, in Moskou, in New York, Marseille..., tik 'milonga' in op Google en je vindt wel een plaats waar mensen samenkomen om de tango te dansen. Fantastisch."
Lees meer over: Sint-Gillis , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.