Van verkeers- en verlichtingspalen tot zitbanken: geen enkele blijft stickerloos. Wie in dat oerwoud aan zelfklevende tags opvalt? Gisteren was dat 'J'existe', vandaag is het 'Patttttat'. Zonder gêne kleden ze met hun stickers delen van heel Brussel aan. Een tour d'horizon met BRUZZ.
| Brussel, shared paradise voor stickertags.
Staat er nog een solitaire paal van het centrum tot de opnieuw verloederende Flageyomgeving zonder graffiti of stickertags? De 'underground' is het voorbije decennium uit de schuilkelders gekropen. En maakt nu integraal deel uit van de gelijkvloerse stad. Voor de niet-vertrouwde passant komt het over als het toppunt van visuele bezoedeling. Voor de wandelende en fietsende Brusselaar maakt het integraal deel uit van zijn vertrouwde thuishaven. Tags zijn een onderdeel van de Brusselse identiteit, die de burger gemeenzaam deelt als vertrouwde woonomgeving met coole urban look.
Een kanaalpromenade langs de Koolmijnenkaai van Sainctelette tot enkele bruggen verder, doet ons helemaal verdwalen in het bos van stickertags. Gelegenheidsgids en tagger Thomas Bechet van vzw Fais le trottoir heeft de ontwikkeling meegemaakt. De vzw organiseert Franstalige graffitiparcours door Brusselse wijken zoals Sint-Gillis en Elsene tot Louvain-la-Neuve en Doel.
“Zelfklevers als 'Go big or go home' van Guy Martin (tag van een doodskop met Engelse sleutels, red.) hebben de toon gezet. Ze horen bij de stickers die iedereen op internet kan bestellen. En die dus overal worden geplakt.”
“Het begon allemaal vorige eeuw in en op de metro van New York, het mekka van de graffiti. Jongeren hadden niets om handen en tags plaatsen was een uitdaging. Sindsdien waaide het naar alle continenten over. Het vleugje 'illegaliteit' dat aan tags kleeft, houdt het allemaal spannend.”
Gedeelde verantwoordelijkheid
Graffiti zijn mondjesmaat - in Brussel eigenlijk vrij laat tegenover andere Europese landen - als street art erkend door lokale overheden. Om den brode eigenlijk, omdat reageren met boetes en schoonmaakacties te veel energie en geld vraagt. Vandaar de kunstopdrachten die overheden, bedrijven en verenigingen of een festival als Balkan Trafik! geven om een muur op te smukken met street art.
Liefst zelfs van een gevestigde graffeur. Brussel-stad noemt dergelijke muurfresco's met spuitbussen street art, omdat het cool en jong staat. Een muur met werk van Bonom op kan het kadastraal inkomen zelfs doen stijgen. Maar tags en stickertags blijven nog een randfenomeen dat met de illegaliteit flirt. De wet weet er moeilijk weg mee. Eigenlijk mag het niet, maar de gedeelde verantwoordelijkheid maakt dat de plakker van stickertags enkel gestraft kan worden als hij op heterdaad betrapt wordt.
“Een graffitimuur afwerken kost snel een halfuur tot vijf uur werk, soms nog meer,” stelt Bechet. “Een tag daarentegen neemt amper vijf tot tien seconden in beslag. Het moet ook snel, want het blijft een bekladding van een openbare muur, straatmeubilair of een privaat gebouw.” Stickers bestaan al bijna even lang als tags. Bij de eerste zaten de rood-witte stickers met 'Hallo my name is ...' op, het soort stickers dat je krijgt als je je in een onvertrouwde groep beweegt.
Taggers zijn daar beginnen op in te spelen, en schreven mooi tussen de lijntjes hun tag. Anderen pakten heel de sticker in, zodat niet meer opviel wat er op de ondergrond stond. Anderen draaiden de sticker om, zodat 'Hello my name is' niet meer belangrijk was, maar enkel de tag bekeken werd. Of letters werden op hun kop gezet. Nadien zijn die stickers een eigen leven gaan leiden. De sticker had geen normale vorm meer, maar de vorm van de letters van de tag waren rond. De varianten werden snel legio.
"Een graffitimuur afwerken kost snel een halfuur tot vijf uur werk. Een tag neemt amper vijf tot tien seconden in beslag"
Terwijl we verbaasd vaststellen dat de nieuwe rage van ignorant style - lelijke, onhandig lijkende tags - de muren rond AVA aan de Koolmijnenkaai bekladt, wijst Bechet op de evolutie. “Met C2N heeft de tweede generatie hiphop van de jaren 1990 zich aan Brussel verankerd. Brussel is een gemakkelijke stad om bekend te worden als street artist of tagger. Voor dezelfde moeite zou je in Parijs elke nacht van het jaar moeten ronddweilen met je spuitbus, terwijl het in Brussel meteen opvalt als je bent gepasseerd. Iedereen kent Croons of Je suis partout en J'existe waarmee Thierry Jaspart zijn naam heeft opgebouwd. Hij is nu samen met Bonom zowat de bekendste Brusselaar uit het milieu.”
Taggen met stickers
Han Coussement, artistiek directeur van vzw Graffiti uit Gent, kan het Brusselse fenomeen van een afstand plaatsen naast wat in andere steden leeft. “Stickers zijn in de loop der jaren een eigen niche geworden. Zoals er artiesten gespecialiseerd zijn in tags, en nadien kalligrafie hebben aangevat, zijn er ook die zich plots in het genre stickers hebben gespecialiseerd. Dat kunnen zowel taggers, graffers, grafisch ontwerpers, tekenaars als schilders zijn. Stickers volgen het principe van tags, het moet razend snel gaan. Dat heeft zo zijn nadelen. Het moet meteen knap en opzichtig zijn, en goed bekken.
Want als de tag niet in het oog springt, heeft die geen zin. Als je thuis rustig de tijd kan nemen om een knappe sticker met je tag te maken, dan rest er niets anders dan ze buitenshuis te plakken. Het voordeel is dat je niet op de drukke straat met je stift moet staan taggen. Er is dan ook meer tijd om de tag artistieker te verfijnen.
Bij (sticker)tags zijn twee zaken belangrijk: ofwel kiest de tagger voor kwantiteit ofwel voor stijlherkenbaarheid. In het geval van kwantiteit valt het op dat de tagger of graffer door de stad is gepasseerd. Straat na straat waar hij doorkwam, vullen zijn tags plots de weg. In het andere geval gaat hij veel meer belang hechten aan het uitzicht van de letters. Hoe ze met elkaar verbonden zijn. Of ze leesbaar zijn dan wel een tekening vormen. De handtekening verschilt ook al, van herkenbaarheid tot gekrabbel.”
Geen straf
En dan zijn er nog de voordelen van stickers. Iedereen kan ze downloaden en gaan plakken, zodat de tagger niet overal aanwezig moet zijn. Vandaar dat in vele buitenlandse steden van China tot de VS een tagsticker kan opduiken, al is de artiest daar nooit geweest. Eigenlijk doen anderen het werk van rondlopen en taggen, dankzij Instagram, Facebook en andere sociale media.
Coussement: “Ik verwijs graag naar het voorval van de tagger Kortpaard. Het stickertje beeldde een geel paard af met korte poten. Het verhaal gaat dat hij op heterdaad is opgepakt en een boete moest betalen, per sticker die moest worden weggehaald. De stickers die hij nog niet gekleefd had, deelde hij uit aan vrienden en in winkels. Ook konden ze worden gedownload. Met het gevolg dat zowat iedereen die Kortpaard-stickers ging kleven. Daardoor kon juridisch niet meer hard gemaakt worden dat hij diegene was die overal stickers ging kleven. Het ging om 'gedeelde' verantwoordelijkheid. Dat is ook het doel van wie stickers maakt: enerzijds naamsbekendheid, anderzijds gedeelde distributie zonder bestraft te kunnen worden.”
"Stickers zijn een verrijking voor een stad. Er hangt iets mysterieus rond"
Langs het kanaal vallen onze ogen uit hun kast. Elke paal kleeft vol stickers. Coussement: “Je suis partout van Jaspart is gemeenzaam bekend. Maar sinds kort valt op dat er een Brusselaar wel heel actief bezig is. Hij heet Pattat met vijf t's (op instagram.com/pattatbxl, red.). Ik heb geen idee van wat die tagger bezighoudt, maar ben wel fan van zijn stickers.”
“Zoek maar eens uit op de database van stickers van Robotswillkill.com wie er zoal bekend is geworden. Je kan er trouwens zelf stickers naar opsturen en de beheerder stuurt je dan een selectie terug. Zo reizen heel wat stickers de wereld rond, en komen ze in steden te hangen waar de tagger-ontwerper nooit is geweest.
Bedoeling van de stickermaker is ook dat de juiste mensen, fans en andere taggers, weten wie je bent en dat ze jou op onverwachte plekken of in andere steden herkennen. Het is een combinatie van anonimiteit en naamsbekendheid, zonder in de problemen te komen, want het blijft illegaal om stickers op openbare of privéinfrastructuur te kleven.”
Over de visuele bezoedeling van het fenomeen voelen we Coussement nog even aan de tand. “Ik vind het helemaal geen vervuiling, zolang met het nodige respect wordt afgebleven van historische panden. Veeleer zijn tags een verrijking voor een stad. Ze ogen aangenaam. Er hangt iets mysterieus rond. Je vraagt je af wat ze voorstellen en wie erachter zit. Stickers en tags geven vooral een extra dimensie aan saaie plekken in de stad.”
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Expo , tags , stickers , j'existe , patttttat , thierry jaspart
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.