Striptekenaar Marc Sleen is overleden

Striptekenaar Marc Sleen, geestelijke vader van de stripreeks Nero, is zondag op 93-jarige leeftijd overleden. Veel verhalen van Nero vonden plaats in Brussel.

Ridder Marc Sleen zou op 30 december 94 jaar zijn geworden. Hij is thuis in Hoeilaart overleden. "Hij is vredevol en waardig ingeslapen na een boeiend en boordevol leven waarin hij met zijn kunstenaarsziel en creativiteit generaties heeft verrijkt," klinkt het volgens VTM NIEUWS bij zijn familie.

Ereburger
Marc Sleen werd in 2005 tot ereburger van Brussel benoemd "voor zijn buitengewone loopbaan in de wereld van het stripverhaal en zijn uitzonderlijke bijdrage tot promotie van de stad". In het Brusselse stadhuis haalde hij toen herinneringen op aan Brussel.

In Brussel is er sinds 2009 ook het Marc Sleen Museum, tegenover het Belgisch Stripcentrum in de Zandstraat. In die straat was Marc Sleen illustrator bij De Nieuwe Gids toen hij in 1947 zijn eerste verhaal 'Het geheim van Matsuoka' publiceerde.

Nerowandeling
In 2011 verscheen 'Met Marc Sleen en Nero door Brussel', met daarin een kaart voor een Nerowandeling door de hoofdstad. "Vaak zien we duidelijk herkenbare Brusselse straten, parken en gebouwen opduiken in de albums. De Brusselse bussen en trams, in hun typische gele kleur van toen, duiken eveneens in veel Neroverhalen op," klinkt het in de uitgave van de Marc Sleen Stichting.

Marc Sleen was de tekenaar en scenarist van populaire stripreeksen zoals Nero, De Lustige Kapoentjes, Piet Fluwijn en Bolleke en Doris Dobbel.

Rouwregister
Hoeilaart heeft naar aanleiding van het overlijden van striptekenaar Marc Sleen een rouwregister geopend. Sleen woonde sinds 1955 in de Vlaams-Brabantse gemeente, waar hij zondag thuis overleed. Het rouwregister ligt in de hal van het gemeentehuis. Tekenen kan tijdens de werkuren van maandag tot zaterdag tussen 08.15 en 16 uur.

In een mededeling wijst het gemeentebestuur op de hechte band tussen Sleen en de gemeente. Hoeilaart verleende hem in 2011 het ereburgerschap. In zijn Nero-verhalen liet Sleen Hoeilaart enkele keren aan bod komen. In "De Verschrikkelijke Tweeling" bijvoorbeeld liet hij Nero intrekken in het tramstation in het centrum van het dorp dat in 2000 gerestaureerd werd. In 1994 werd pal voor het tramstation een standbeeld van Nero opgericht.