Studie: 'Kinderopvang toont dekkingsgraad van 46,7 procent'

De dekkingsgraad voor Nederlandstalige kinderopvang in Brussel bedraagt 46,7 procent. Dat heeft de derde cartografie van de Nederlandstalige voorzieningen in Brussel aangetoond. Goed nieuws, vindt Bianca Debaets (CD&V) die opdracht gaf voor het onderzoek van de Ugent, want een dekkingsgraad van bijna 50% Geen goed nieuws, vindt Arnaud Verstraete van Groen, want er zijn nog veel plaatsen tekort.

De onderzoekers van de UGent namen begin 2015 een foto van de toestand van de Brusselse kinderopvang en verrichten op basis van die momentopname een jaar lang kwalitatief onderzoek. Het Vlaamse decreet voor kinderopvang bepaalt dat voor één op twee kinderen een opvangplaats moet voorzien worden. In concrete cijfers waren er op het moment van de studie 7.044 plaatsen in Brussel. Met een dekkingsgraad van 46,7 procent haalt Brussel bijna die doelstelling.

Toch heeft Brussel al jaren een reputatie als het op kinderopvang aankomt. En geen positieve. “Als mensen zeggen dat er een tekort in de kinderopvang is, hebben ze het meestal over hele Gewest,” reageert Debaets. “Terwijl de tekorten zich vooral bij de Franstaligen voordoen. Die hebben ongeveer 9000 plaatsen, terwijl ze in 70 procent van de opvang zouden moeten voorzien.”

Daarnaast wijzen ook andere cijfers op de nood van een toename van de kinderopvang. Zo bedraagt het aantal jonge kinderen onder de drie jaar in Brussel 5 procent, dat is meer dan in Vlaanderen (3,2 procent). De onderzoekers verwachten dat door de groei van het aantal jonge kinderen de nood nog verder zal toenemen.

1,2 kinderen per opvangplek nadelig voor Brussel
Elke Van den Brandt van Groen maakt een paar kanttekening bij het onderzoek. "Allereerst kunnen ouders in Brussel kunnen vaak geen beroep doen op de hulp van ouders en grootouders in de buurt, waardoor een dekkingsgraad van 50 procent hier eigenlijk te laag is. Vorig jaar zijn er bovendien maar 12 extra plaatsen in de opvang gecreëerd, belachelijk weinig."

"Verder gaat het onderzoek er vanuit dat 1 opvangplek wordt gebruikt door meer dan 1 kind, omdat veel kinderen deeltijds opgevangen worden. De berekening is dat er 1,2 kinderen profiteren van 1 plek."Het daadwerkelijke aantal opvangplekken ligt dus lager. Als er in studies over 700 opvangplekken wordt gesproken, zijn het er in realiteit maar 600.

"Dat speelt in het nadeel van de Brusselaars," zegt Van den Brandt van Groen. "Want Brusselaars werken minder vaak deeltijds dan de rest van Vlaanderen."

Op basis van de cartografie studie lanceert VGC-collegelid voor Gezin Bianca Debaets een uitbreidingsoproep voor bijkomende plaatsen. "We creëren dit jaar 409 plaatsen. Een groot deel daarvan is momenteel al in uitvoering. We lanceren nu ook 160 door de VGC gefinancierde plaatsen met een inkomenstarief, waarbij de ouders een bijdrage betalen die afhankelijk is van hun inkomen", aldus Debaets.

Inderdaad is er een groot tekort aan betaalbare plaatsen, vindt Arnaud Verstraete van Groen. "Volgens de onderzoekers zijn er momenteel 720 plaatsen tekort in de opvang, maar het aantal betaalbare plekken ligt veel hoger, namelijk 3750 plaatsen. Tegen 2020 zou dat zelfs oplopen tot 4100 betaalbare plekken tekort. Volgens de onderzoeker is er nood aan een marshallplan. De inspanning moet meer dan verdubbelen om de doelstelling te blijven halen, waarschuwt het onderzoek."

Ook Elke Roex van sp.a benadrukt dat kinderopvang een urgent probleem blijft. "Jammer genoeg zijn de besluiten van deze derde cartografie nog steeds dezelfde als die van 2010: we hebben nog steeds een enorm tekort aan plaatsen en het huidige aanbod van de betaalbare kinderopvangplaatsen is er niet waar ze hoort te zijn, namelijk in de armste Brusselse wijken. En dit is echt een gemiste kans.”