Bartholomeus Henri Van de Velde

‘Stuur de mensen naar huis met een deuntje in hun hoofd’

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
21/05/2014

"Een breed publiek, dat wil ik bereiken. Ik wil het in één moeite opvoeden. Niet met het opgestoken vingertje, wel de mensen naar huis sturen met een goed gevoel. Met een deuntje in hun hoofd, het gevoel dat er iets positiefs is bij gekomen in hun leven door de uitvoeringspraktijk van de artiest." Bartholomeus-Henri Van de Velde, Barth voor de vrienden, is dirigent van zijn eigen orkest. Het Charlemagne Orchestra for Europe.

‘D irigeren zit in mijn genen,” zegt mijn gastheer. “Maar dat heb ik pas later ontdekt. Rockster worden, dat was mijn droom. Toen ik pas zes à zeven jaar oud was, zong ik al voor mijn vriendjes. Mijn idolen waren Alice Cooper en Deep Purple. Vader, die een amateurorkest had, ging echter niet mee in het verhaal: het was zijn wens dat een van zijn twee zonen klassieke muziek zou studeren. Ik dus. Gitaar spelen mocht van hem, maar tegelijkertijd duwde hij me zachtjes richting viool. Het maakte dat ik al voor mijn tienertijd met de strijkstok bezig was. In de Academie van Lier. Ik was daar wel best fier op, ik ken nog steeds het nummer van mijn viool: 36/6.”

Jaren aan de kunsthumaniora en het conservatorium in Antwerpen en Brussel – “waarvan de lamentabele staat dezer dagen een ware schande is” – en zomercursussen in Duitsland hebben Bartholomeus-Henri Van de Velde gekneed tot professioneel violist. Maar toen al sluimerde die microbe van het dirigeren. “Wat me in die jaren ongetwijfeld heeft getekend, is het feit dat mijn vader zijn vakantie niet reserveerde voor strand en zon, wel om zich aan klassieke muziek te laven. In augustus, de Salzburger Festspiele. Het maakte dat ik als jonge snaak de repetities van het Wiener Philharmoniker mocht bijwonen, de grootste dirigenten aan het werk kon zien. Tot Herbert von Karajan toe. Een belevenis, telkens weer. Dirigent, dat wil ik worden! De les die ik daaruit heb geleerd, is dat een mens altijd zijn dromen moet nastreven. Wat het ook mag kosten.”

Active listening
Rockster willen zijn, performer. De muziek begrijpen als uitvoerend artiest, het heeft allemaal meegespeeld bij wat Bartholomeus-Henri Van de Velde nu is. “Een rockster, wat doet die op het podium? Die animeert het publiek. En ik durf te denken dat ik een dirigent ben die het publiek animeert. Niet de klassieke stijve, autoritaire figuur, die op het podium verschijnt, het ouvertuurke dirigeert, vervolgens het concerto en de symfonie. Die daarna het obligate glaasje champagne nuttigt en dan weer naar huis rijdt, zonder echt contact te hebben gehad met het publiek. Bij mij zit er meer leven in. Dat is belangrijk in mijn ogen, zeker de dag van vandaag. Want de klassieke muziek is aan het uitsterven, wereldwijd. In België doen we daar wellicht een beetje te veel de ogen voor dicht, maar het zal ook naar hier komen, als we er niets aan doen. Te veel wordt uitgegaan van het standpunt: ‘We brengen kunst met een grote K, het is je eigen schuld als je er niet op afkomt.’ Neen, je moet een publiek verdienen. Opvoeden, helpen begrijpen.”

“Active listening, noem ik het. Leg aan het publiek uit wie je bent, wat je gaat doen en waarom. Het schept interactie, een bijzondere energie. Een energie die het de moeite waard maakt om buiten te komen. Tegengas geven in een wereld, waarin alles op elkaar begint te lijken. Telkens als ik op het podium sta, wil ik de mensen fluitend naar huis sturen. Door de uitvoeringspraktijk van de artiest. Wat het genre ook mag zijn. Zo heb ik Paul Michiels – Polle Pap voor de ingewijden, ooit groot geworden met Soulsister – gedirigeerd. Niet in pitteleir, maar in jeans. Goede muziek is goede muziek. En charisma is onbetaalbaar.”

Van de Velde heeft het onderweg allemaal zelf moeten ontdekken. “Ik speelde viool, maar dat dirigeren bleef door mijn hoofd spoken. Ook bij mensen rondom mij, mensen met renommee. Barth, jij bent geen violist, jij bent een dirigent. Ik verschoot daar een beetje van, maar het was een aanmoediging, een bevestiging van wat ik voelde. Die aanmoedigingen zouden de jaren daarop niet ophouden. Langzamerhand ben ik ook in dat verhaal meegegaan. Maar er was nog steeds dat viool spelen. Wat uiteindelijk tot een telefoontje heeft geleid van het orkest van Luik: vijftien jaar heb ik er gespeeld en zes jaar gewoond. Een goede job, een vast wedde. Comfort. Maar de honger naar dat dirigeerstokje bleef. Telkens er een grote naam kwam, begon ik met die man te praten. Een van hen was een Mexicaan, Enrique Diemecke, die in de loop der jaren een goede vriend zou worden, mijn mentor.”

Het is Diemecke die Van de Veldes carrière als dirigent heeft helpen lanceren, met het Nationaal Orkest van Mexico. Het is ook Diemecke die hem naar Parijs heeft gestuurd. Naar wijlen Charles Bruck, een Hongaars-Franse dirigent. “Mijn eerste grote professor. Het staat me nog zo voor ogen. Place Trocadéro, Parijs. Afspraak om half drie. Ik was zo opgewonden en zo ijverig dat ik absoluut niet te laat wou komen. Dus kwam ik te vroeg. Ik belde aan, de deur ging op een kier. Bruck, een beetje lispelend: ‘Monsieur Van de Velde, vous êtes trop tôt. J’ai dit deux heures trente, pas deux heures vingt-six.’ Ik zakte bijna door de grond. En dan, onmiddellijk: Een dirigent komt nooit te vroeg, nooit te laat. Een dirigent komt altijd op tijd, het juiste tempo! Tempo giusto. Twee jaar heb ik bij hem privéles gevolgd, om de twee weken ging ik naar Parijs. Tot aan zijn dood.”

“Een les die ik eveneens van Charles Bruck heb geleerd, is dat een violist geen violist is zonder viool, een pianist geen pianist zonder piano. Een dirigent geen dirigent zonder orkest. Dus heb ik mijn eigen orkest gecreëerd. Met de hulp van privésponsors. Het Charlemagne Orchestra for Europe. Het bestaat ondertussen zeventien jaar. Goed voor zes concerten per jaar, een beetje het Amerikaanse systeem. We zijn begonnen met 40 mensen in de zaal, na enkele jaren was het Conservatorium te klein en zijn we naar Flagey moeten verkassen.”

Ook als gastdirigent heeft Van de Velde meer dan zijn sporen verdiend. “Ik heb gespeeld in landen uit de vier windstreken, maar merkwaardig genoeg word ik nooit gevraagd om een Belgisch orkest te leiden. Je bent blijkbaar nooit sant in eigen land. Ik word grijsgedraaid, maar blijkbaar is het wel zo. We zouden toch eens wat fierder mogen zijn op onze eigen mensen. Maar ondertussen heb ik toch maar mooi mijn vrijheid. Dat is voor mij het hoogste goed. Ik hoef niet rijk te zijn, vrijheid is veel belangrijker. En respect. Respect en fantasie, want fantasie staat voor mij gelijk aan intelligentie.”

Zoniënwoud
Thuisbasis van dit alles is Brussel. “Brussel heb ik altijd als redelijk bruisend ervaren. Ik ben er vroeger al eens blijven plakken en nu blijkbaar redelijk definitief. Dat is goed voor mij, want ik wil niet sterven waar ik geboren ben. In casu, Lier, langs de Nete. Alleen al dat weelderige Zoniënwoud in mijn achtertuin, waar ik om de drie dagen ga joggen. En waar ik, mits een beetje geluk, af en toe mijn blik kruis met die van een nieuwsgierige ree. En dan de restaurants. Er zijn weinig dingen in het leven die ik liever doe dan op restaurant gaan. En wat dat betreft kan je in Brussel bijna nooit een slechte keuze maken. De hele wereld is hier.”

Het is het kosmopolitische Brussel waarvan Van de Velde een exponent is. “De vrouw die mij twee prachtkinderen heeft geschonken: een zoon en een dochter. Yuzuko Horigome was laureate van de Koningin Elisabethwedstrijd in 1980 op viool. Maar haar mooiste geschenk is dat ze me niet heeft geholpen bij het banen van mijn weg. Daarvoor respecteer ik haar zeer.”

Meer info via www.bartholomeushenrivandevelde.com en www.charlemagneorchestra.eu

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Watermaal-Bosvoorde , Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni