Sylvie Nawasadio: 'We moeten zelf oplossingen zoeken'
Furore maakte Sylvie Nawasadio met Zap Mama, nu gaat de zangeres van Congolese afkomst artistiek haar eigen weg en engageert ze zich binnen het verenigingsleven.
Ook al heeft Nawasadio haar identiteit als zangeres gevonden, Zap Mama, waarmee het allemaal begonnen is, zal haar nooit echt loslaten.
"De reünie vorig jaar was een waar plezier. Zeker voor herhaling vatbaar als we daarmee een mooi initiatief kunnen steunen, zoals bij ons optreden ter gelegenheid van de Internationale Vrouwendag. Ik blijf ook fier op de beginjaren van Zap Mama. Wij waren geen opgedirkte poppemiekes, wel plantrekkers, min of meer militante baanbrekers voor anderen: voor zover ik weet waren wij de eerste vrouwengroep die a capella zong alsof de stemmen instrumenten waren."
"Maar er zijn nog zo veel dingen waarmee ik me graag bezig hou. Van Congolese rumba met Baruty@4, tot optredens voor kinderen van 0 tot 3 jaar met het Théâtre de la Guimbarde in Charleroi. Zeven jaar lang hebben we die kleintjes ingewijd in de wondere wereld van de podiumkunsten met Terres. In crèches, opvangtehuizen, zalen. Stéphane Klaric, autodidactisch grafisch kunstenaar en ikzelf. Stéphane boetseerde uit een bol klei van zeventig kilogram, die de aardbol voorstelde, de meest wonderlijke vormen, terwijl ik voor het vocale gedeelte zorgde. Nu ben ik bezig mijn eigen creatie te maken voor kinderen tot drie jaar: Sons. Van stilte naar klank. Solo. Rest me nog op zoek te gaan naar het nodige geld om een regisseur en een decorontwerper te betalen."
Jeugddelinquentie
Het is echter vooral binnen het verenigingsleven dat Sylvie Nawasadio zich de jongste jaren verdienstelijk heeft gemaakt. Met projecten voor immigranten uit Afrika.
"Zo werk ik mee aan Matonge en Couleurs, een feest dat een positief tegengewicht wil zijn voor de slechte naam die onze gemeenschap heeft gekregen door de groeiende jongerendelinquentie. De mensen bij elkaar brengen in een bedwelmende cocktail van Afrikaanse geuren, kleuren, smaken en geluiden. Ik stond in voor de gratis filmvoorstellingen in openlucht. Die belangstelling voor film leeft al lang bij mij. Zo heb ik lang de Brusselse tak verzorgd van het Leuvense African Film Festival in Leuven, gegroeid uit de vraag waarom Afrikanen bijna niet naar de bioscoop gaan, zelfs niet als het gratis is."
"Nu werk ik veel samen met de vereniging Ba Yaya, die zich bezig houdt met jongeren om de jeugddelinquentie tegen te gaan. Jeugddelinquentie is een relatief nieuw fenomeen binnen de Congolese gemeenschap. Dat heeft te maken met onze migratiegeschiedenis. De eerste Congolese migranten waren studenten met een visum. De crisis van jaren '70 in Zaïre heeft hen verrast, een terugkeer was precair; velen zijn hier gebleven als sans-papiers. Zo zijn eerste zaadjes gezaaid voor de huidige situatie. Nu we problemen hebben, mogen we niet alleen rekenen op de institutionele orde om ze op te lossen. Wij hebben de plicht ons te organiseren en een oplossing te zoeken. En die problemen zijn groot. De verhalen van jongeren met wie ik heb samengewerkt, al luistervinkend opgevangen, zijn ronduit verschrikkelijk. Er gebeuren echt vreselijke dingen in onze gemeenschap. Aan ons om het onder de ogen te zien."
50 jaar onafhankelijkheid
Dezer dagen is het vooral de viering van vijftig jaar onafhankelijkheid van Congo die Nawasadio bezig houdt.
"Ik ga jongeren coachen voor het spektakel Bas les Masques van Dieudonné Kabongo. En ook met Baruty@4, momenteel in stand-by, zou ik graag iets doen voor het feest. Baruty, die ook naam heeft gemaakt als striptekenaar, woont sinds 10 jaar terug in Congo. Het zou mooi zijn een aantal muzikanten over te brengen om hier een remix te brengen van het album Baruty Trio@4."
"Voor mij betekent 50 jaar onafhankelijkheid van Congo een mogelijkheid om de geschiedenis beter te leren kennen. Door verhalen van onze ouders, onze voorouders die misschien gaan opborrelen op een manier die we nog niet kenden. En dat interesseert me: niet noodzakelijk te weten komen wat er allemaal juist is gebeurd, wel te weten komen hoe die mensen ermee zijn omgegaan, wat het voor hen heeft betekend. Ikzelf ben nog maar één keer in Congo geweest. In 1994. Mijn vader, die in Kinshasa woont, heeft me toen gegidst door een samenleving die mokerslagen moest verwerken. Niets functioneerde nog. Kapotte wegen, geen openbaar vervoer, ziekenhuizen of gezondheidszorg. Ze moesten echt van nul weer beginnen. Maar ik heb tegelijkertijd mensen gezien die doorzetten, ondanks al de ellende weigerden te buigen voor de tegenspoed. Terwijl wij Westerlingen bij het minste beginnen klagen. Het is nog steeds een land dat lijdt, maar er is een grote wil om uit het slop te geraken. En het potentieel is er, zeker creatief."
Leren delen
De zaadjes voor haar sociaal engagement, denkt Sylvie Nawasadio, zijn reeds in haar kinderjaren gestrooid.
"Concreet is het geworden toen ik aan de universiteit sociologie studeerde en ik terecht ben gekomen in een groep jonge Afrikanen, vooral Congolezen, die min of meer militant waren. Ik heb er dingen geleerd over de geschiedenis van Congo en andere landen, die de groeipijnen van de onafhankelijkheid doorworstelen. Dat ik er gevoelig voor was, dat ik me wilde engageren, heeft allicht met mijn jeugd te maken. Wij waren thuis met acht. Vijf jongens, drie meisjes. We zaten op elkaars lip, ruimte om eens rustig alleen te zijn was er niet. Meer dan eens ook dat er neefjes of nichtjes bij ons woonden, of omgekeerd als er eens problemen waren. Of dat er een moeder met haar kindjes bij ons kwam wonen omdat ze in de rats zat. Ik heb dus snel geleerd dat de sociale realiteit niet al rozengeur en maneschijn was. Maar tegelijkertijd was het leerrijk omdat je al heel jong leert te delen."
"Voor onze ouders was België het land van de kolonialisten en het verleden laat zich niet zo makkelijk vergeten. Dat moet slijten. Ik heb ook al jong geleerd, wat het betekent in een land te leven waar je minderheid bent, ondanks het feit dat ik hier in Elsene ben geboren. Toen ik nog klein was, in de jaren zeventig, kwamen blanken ons aanraken. Wreven ze over onze huid om te zien of de kleur weg zou gaan, stelden ze ons bizarre vragen."
"Vele van mijn rasgenoten noemen me 'een Bounty': bruin aan de buitenkant, wit van binnen. Omdat ik tot op een bepaalde hoogte de cultuur van de blanken heb opgezogen. Dat is ook niet meer dan normaal: op school behoorde ik steeds tot de minderheid, moest ik me wel aanpassen. Ik had ook veel blanke, Belgische vrienden. Maar als ik nu zie waar ik sta, verbaast het me toch tot op welk punt ik geïntegreerd ben. Zelfs dingen die ik niet wilde overnemen, heb ik overgenomen. Dat is blijkbaar nu eenmaal het leven."
"Goed om zien is dat de kinderen, in een multiculturele omgeving als Brussel, het tegenwoordig normaal vinden omgeven te zijn door leeftijdsgenoten van een andere cultuur. De jeugd gaat ons veel dingen leren. Jongeren dragen niet de vooroordelen van vorige generaties met zich mee, voor velen onder hen is multiculturaliteit vanzelfsprekend omdat ze erin zijn opgegroeid. Hopelijk kunnen zij de basis leggen van een wereld waar er geen sprake meer is van blank of zwart, geel of bruin, maar, gewoon, mensen."
"Ik ben nu ook Nederlands aan het leren. Frans volstaat me niet langer, ik wil met alle mensen kunnen communiceren. Leuk, zij het allerminst makkelijk. Bijvoorbeeld de zinsbouw is helemaal anders dan in het Frans. Gelukkig zit ik samen met mensen die pas recentelijk in België zijn komen wonen, van wie sommigen zelfs niet goed Frans praten. Voor mij is dat goed, zo ben ik niet bij de slechten van de klas, maar ook niet bij de besten. Netjes in het midden."
Lees meer over: Koekelberg , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.