Taxisector roept Smet op tot overleg en chauffeurs tot kalmte

Het gemeenschappelijk front van taxibedrijven is maandagavond tot een gezamenlijke nota van 8 pagina’s vol vragen en discussiepunten gekomen rond het taxiplan van minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A). Het hoopt daarmee tot een dialoog te komen met Smet, maar ook de kalmte in de eigen gelederen te laten terugkeren. “Uberchauffeurs aanvallen, kan niet”, is secretaris-generaal Pierre Steenberghen duidelijk.

Dat is het resultaat van een vergadering maandagavond waarop een twintigtal vertegenwoordigers van de Brusselse taxisector aanwezig waren. Het doel was om de bekommernissen rond het taxiplan voor eens en voor altijd te verzamelen en die op papier te zetten. “We sturen deze lijst nu naar de minister, in de hoop binnen de tien dagen antwoord te krijgen en ons te kunnen voorbereiden op de adviescommissie. Daar kunnen we hopelijk tot een echt overleg komen”, zegt secretaris-generaal Pierre Steenberghen van de Nationale Groepering van Taxibedrijven.

Over de inhoud wil de taxisector nog niet communiceren, maar het belangrijkste struikelpunt is hoe dan ook het systeem van licenties, die voortaan aan de taxichauffeur zelf en niet aan de bedrijven wordt toegekend. “Dat betekent gewoon het einde van de loondienst in de taxisector. Ook in Vlaanderen wordt de taxisector hervormd, maar daar is zo’n systeem absoluut niet aan de orde”, aldus Steenberghen.

Achterban oproepen tot kalmte
Toch roept Steenberghen na de betoging van vorige week, waarbij boze taxichauffeurs de hele Kleine Ring blokkeerden, nu op tot dialoog en kalmte. “Ik begrijp dat taxi-ondernemers zeer zenuwachtig zijn. Zij kregen plots het nieuws te horen dat het plan er door zou geduwd worden zoals het nu is, maar dat heeft de minister ondertussen ontkracht. Er kan nog onderhandeld worden, en dus roep ik elke taxigroepering op om de achterban aan te manen tot kalmte.”

Ondertussen blijkt ook dat de agressie van taxichauffeurs tegen Uber blijft aanhouden. “Daarover kan ik heel duidelijk zijn: dat kan natuurlijk niet”, zegt Steenberghen. “Ik begrijp de nervositeit, maar we geven nu de minister even de tijd om te antwoorden op onze grieven en zorgen. Maar er moet ook niet met onze voeten gespeeld worden.”