Vorige week trok het LOP aan de alarmbel met nieuwe cijfers over de inschrijvingen in het Nederlandstalig onderwijs. Voor het eerst waren er meer kinderen die geen plek in hun voorkeursschool vonden dan wel. Vooral kansarme en anderstalige kinderen dreigen nergens een plaats te vinden.
Uitgelicht: 'Onzichtbare ouders uit de boot door plaatsgebrek in scholen'
Lees ook: Wel genoeg plaats in secundair
2.222 kinderen werden de afgelopen maanden aangemeld voor een plek in een onthaalklas in het Nederlandstalig onderwijs. Daarvan kregen er tot nu toe 1.395 kinderen een plaats toegewezen in een van de vijf voorkeursscholen. Voor de overige 827 kinderen zijn er maar 29 plaatsen meer vrij.
Ook in de eerste kleuterklas is er plaatsgebrek. Voor 111 plaatsen werden 1.035 kinderen aangemeld. “170 ouders kregen al twee keer op rij een negatief antwoord,” zegt Walentina Cools, voorzitster van het Lokaal Overlegplatform (LOP). “Traditioneel zijn er in Sint-Pieters-Woluwe nog een paar plaatsen vrij, maar de rest van de kaart kleurt zwart. Molenbeek, Jette, Anderlecht, Brussel-Stad: alles zit vol.”
Niet al die kinderen vallen meteen uit de boot. Er zijn elk jaar ouders die hun toegewezen plaats niet opnemen, ten voordele van kinderen op de wachtlijst. Andere kinderen vinden een plek in de Rand. Maar ook dat wordt moeilijker, zegt directeur Bart Tuyteleers van de Schaarbeekse Champagnatschool. “We verwijzen soms door naar Vilvoorde, maar daar zitten de scholen nu ook al vol met Brusselse kinderen.”
In Brussel is er een steeds grotere groep onzichtbare ouders die maar moeilijk een plaats vinden, denkt hij. “Naast de stormloop op de enkele vrije plaatsen, zien we dagelijks minstens twee ouders die geen weet hebben van de procedure. Vergeet niet dat in onze school 10 tot 20 procent van de moeders analfabeet is. We helpen hen door de administratieve molen, wat veel tijd kost, terwijl hun zoektocht eigenlijk hopeloos is.”
De groep die uit de boot valt, is vaak anderstalig en kansarm. “Als zij in september geen plaats vinden, hoor je hen niet, in tegenstelling tot de vaak mondigere Nederlandstalige ouders,” zegt Cools. “En we vrezen dat hun kinderen uiteindelijk helemaal nergens ingeschreven raken.”
Maar ook bij de Nederlandskundigen zijn er voor de onthaalklas 67 kinderen ongunstig geordend. Mogelijk hebben hun ouders voor te populaire scholen gekozen. “Maar er is meer aan de hand. De meeste ouders kiezen tegenwoordig echt wel voor minstens vijf scholen. Er zijn ouders die vijftien keuzes opgegeven en nog geen plaats hebben.” Zelfs de absolute voorrangsgroep, broers en zussen van leerlingen en kinderen van schoolpersoneel, is niet meer 100 procent zeker van een plek.
Verhuizen
Ook op andere vlakken is er door het plaatstekort geen speelruimte meer. “Een koppel uit Oostende wilde na hun verhuis naar Brussel hun kind inschrijven,” vertelt Carine Glaudius van het gemeentelijk en stedelijk onderwijsnet. “Maar de aanmeldingsperiode was net gestart, en in die periode mogen scholen niemand inschrijven. Kind terug naar huis dus, en twee maanden wachten.”
Tuyteleers: “Wij hadden twee kindjes ingeschreven die uit Aalst naar hier verhuisden. Maar door problemen met hun huurcontract moest dat twee maanden worden uitgesteld. Of we die plaatsen zo lang konden warmhouden, vroegen de ouders. Helaas, dat kan niet. Plaats kwijt.”
Voor ouders die geen plaats vinden voor hun kind, is dat een drama, zegt Patrizia Civetta van Integratiecentrum Foyer. “We zien gefrustreerde ouders die niet kunnen werken, want ze vinden geen school voor hun kind,” zegt ze. “Of ze moeten elke dag een uur de bus op om de kinderen in Vlaanderen naar school te brengen. Meer dan 50 kandidaten voor de eerste en tweede kleuterklas zitten nu niet op school. Zij missen van bij de start kansen, terwijl het belang van vroege scholing uitgebreid aangetoond is.”
De capaciteit in het basisonderwijs steeg afgelopen schooljaar met ongeveer 4 procent, maar dat is dus niet voldoende om de druk te verlichten. Brussels minister bevoegd voor Onderwijs Guy Vanhengel (Open VLD) vindt dat Vlaanderen meer moet investeren. “Wanneer ouders in Brussel om Nederlandstalig onderwijs vragen, moet de Vlaamse Gemeenschap volgen,” zegt hij. “De Vlaamse regering heeft niet te bepalen aan hoeveel van de Brusselse kinderen ze onderwijs wil verschaffen.”
Vlaams minister van Onderwijs Smet (SP.A) wijst er in een reactie op dat 18 procent van het extra Vlaams geld voor capaciteitsuitbreiding naar Brussel gaat. “Tot 2014 werden alle concrete dossiers die ons overgemaakt werden, gehonoreerd. Al het voorziene geld is overigens nog niet gebruikt.”
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.