ULB-epidemioloog Coppieters: ‘Mondmasker zullen we nog maanden dragen’

Van een algemene mondmaskerplicht toonde Yves Coppieters zich een tegenstander. Vooral in openlucht pleitte de epidemioloog van de ULB voor de afschaffing ervan. Maar de manier waarop het nu gebruikt wordt, op drukke plaatsen en in winkels, verdedigt hij. “De komende maanden zal het mondmasker niet verdwijnen.”

Ondanks de slabakkende vaccinatiecampagne in het Brussels Gewest zou aan het einde van de zomer 80 procent van de Belgen volledig gevaccineerd zijn. Ook de jongste tieners worden intussen gevaccineerd. Dat doet vragen rijzen over de zin en de onzin van het mondmasker. De expertengroep GEMS legt een gefaseerde afschaffing van het mondmasker op tafel. In september zou het mondmasker op heel wat plaatsen dan kunnen verdwijnen.

Maar Yves Coppieters, die een paar maanden terug nog de algemene mondmaskerplicht in vraag stelde, voorziet nog een lange periode met mondmaskers. “Deze zomer blijft het nog zeker de norm. Het is ook noodzakelijk, gezien het risico op overdracht. De dominante Deltavariant is toch een pak besmettelijker. Ik zie de maatregel dus nog niet snel verdwijnen”, zegt de ULB-epidemioloog in de krant La Dernière Heure.

Geen jojobeleid

De manier waarop het mondmasker nu verplicht wordt - op drukke plaatsen waar veel mensen bij elkaar troepen en ook binnenshuis - vindt Coppieters ook te verantwoorden. “Het is niet te beperkend voor de mensen. Ik kan me dan ook niet voorstellen dat de maatregel snel opgeheven wordt. Dat zal pas gebeuren na een significante daling van het aantal besmettingen. De vaccinatie lost ook niet alles op, want ook gevaccineerden dragen het virus nog rond. Al is de besmettingskans kleiner.”

Coppieters waarschuwt ook voor een soort jojobeleid, waarbij versoepelingen en verstrengingen elkaar snel opvolgen. Het grote voordeel van de mondmaskerregels is net dat ze duidelijk zijn. “In september, wanneer de sociale activiteiten hervatten, de scholen heropenen en ook de economie weer op volle toeren draait, zal het bovendien moeilijker zijn om de sanitaire situatie te controleren zoals dat nu wel goed lukt.”