Van Rogier tot Murray Hill
E en zonnige vrijdagochtend in de lente. Ons weekje New York zit er jammer genoeg bijna op. Al de hele week wil ik mijn haar laten knippen, maar het is er nog niet van gekomen, een keer omdat de prijs in het art-decokapsalon exuberant hoog was (75 dollar), een andere keer omdat de kapperszaak in Chinatown me om een niet te definiëren reden niet aanstond. Maar vandaag moet het gebeuren, mijn laatste kans om in NYC geknipt te worden.
Ik zit in de Bagel Express op de hoek van 3rd Avenue en 25th Street - 23 soorten bagels, 28 soorten beleg en evenveel slaatjes. Een team van zes Zuid-Amerikanen levert in sneltreinvaart het ene ontbijt na het andere. Efficiënt en met de glimlach. Ik vind er een glossy flyer die me naar een kapperszaak lokt. "Alleen met deze bon," staat er, "12 dollar!!"
Tefelin en nazar
Ik begeef me op weg naar de verhoopte flashy zaak in de buurt, op de rand van Murray Hill, 27ste straat. Het uitzicht valt tegen, de kapperszaak is uiterst eenvoudig en klein, van glamour of designerig meubilair geen spoor. Gelukkig zit er in de ochtendvroegte al een klant in de stoel. Dat is geen slecht teken.
Twee coiffeurs tekenen present. Als ik binnenkom, doet de ene net zijn tefelin , zijn joodse gebedsriemen, uit. Een Turkse nazar - het blauwe, boze oog, weleens eerder op vakantie in Turkije gezien - boven de spiegel intrigeert mij, en terwijl de een druk doende is met een website in het Hebreeuws, vraag ik voorzichtig of hun vaderland misschien Turkije is. Een omstandige verklaring volgt: mijn kapper komt uit Tadzjikistan, zijn baas uit Oezbekistan. Zoon van een orthodox-christelijke vader en een joodse moeder. Zijn vader is een zakenman die tussen Londen en Frankfurt pendelt, en om de drie maanden zijn Joodse moeder in New York komt bezoeken. Waarom de Tadzjiek en de Oezbeek samen een kapsalon uitbaten, wordt niet opgehelderd.
Een halfuurtje in de kapperszaak en je bent toch al een heel eind ingewijd in het privéleven van uitbater en hulpje. De Oezbeek legt uit dat hij vier zaken zou moeten uitbaten om een kleine flat in Manhattan te kunnen betalen; de huurprijzen blijven er, ondanks de vastgoedcrisis elders in de VS, ongemeen hoog (2.500 dollar voor een flat van nog geen vijftig vierkante meter, legt de man geduldig uit). Maar eten en drinken zijn wel een pak goedkoper dan in Brussel. "Jullie hebben maar een klein buikje, veel Amerikanen een immense buik," illustreert hij zijn stelling, niet geheel vrij van clichés.
De Oezbeek en de Tadzjiek lijken het hier erg naar hun zin te hebben, en na een voortreffelijke kapbeurt sta ik weer op straat.
Dat valt mij zo op: het lijkt wel alsof iedereen er hier in New York zin in heeft. Ook de Oost-Europese serveerster, die ons in belabberd Engels, maar met een uitstekend humeur ontbijt serveerde in de Lyric Diner. Of de Ierse receptionist in ons hotel, die uitkijkt naar Saint Patrick's Day. Is dit misschien de essentie waaruit deze stad haar onuitputtelijke energie put? Iedereen hier lijkt de vaste overtuiging te hebben het te willen maken. "We zijn hier, en ook al gaat het niet gemakkelijk, we zijn hier met onze volle goesting ." De echte New York state of mind ?
Nog tijdens de knipbeurt moet ik spontaan denken aan een gesprek met mijn (overigens degelijke) Brusselse coiffeur. Toen ik twee jaar geleden op zoek moest naar een andere kapper omdat de mijne in de Van Arteveldestraat (hij knipte mijn haar voor maar zes euro!) definitief terug was naar Marokko, legde mijn nieuwe coiffeur aan het Rogierplein (16 euro!) uit dat hij vooral geen Marokkaan is, maar een Palestijn.
Zero tolerance
Sommige delen van Brussel hebben net als New York kosmopolitische kanten; de stad is een echte melting pot . Dat is deels wat zoveel jonge Vlamingen naar Brussel lijkt te trekken. Toch vind ik dezelfde mentaliteit als in New York zelden terug. Hoe komt dat? Het antwoord is vast niet eenvoudig, maar misschien moeten politici en opinion makers eens verplicht op werkstage naar New York. Misschien komen ze er dan achter waarom zoveel jonge mensen het in Brussel na een jaar of tien weer voor bekeken houden.
Misschien heeft de New York state of mind nog andere gevolgen: als je houdt van waar je woont, dan draag je misschien ook wat meer zorg voor je omgeving. Ligt New York er daarom zo netjes bij? Het is ooit anders geweest, ik weet het, maar niet alleen Manhattan, maar ook de buurten in Brooklyn en de Bronx die ik doorkruiste, liggen er netter bij dan de gemiddelde Brusselse straat. En ik heb niet eens zoveel straatvegers gezien.
"En hoe (on)veilig is New York dan niet?" Geen Brusselaar die, na de rellen in Kuregem, aan de vraag ontsnapt bij zijn terugkeer uit de Big Apple. Werkt de zero tolerance er nog altijd? Politiestatistieken heb ik tijdens mijn vakantie niet opgevraagd, maar zelf heb ik niets meegemaakt, en ik heb ook niemand bestolen zien worden. Niet op straat, en ook niet in de metro. Niet in Manhattan, maar ook niet in Dumbo (Down Under the Manhattan Bridge Overpass), of in Brooklyn, de Bronx of Harlem. Als New York-fan krijg je van Amerika-haters (ik blijf het vreemd vinden hoe talrijk ze zijn) te horen dat je 'natuurlijk' niet buiten Manhattan geweest bent. De legendarische onveiligheid heeft zich gewoon verplaatst naar andere stadsdelen, zegt men. Niets van gemerkt. Spijtig voor hen die het anders zouden willen.
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.