Minister Vanhengel, in de VGC bevoegd voor onderwijs, vindt het 'wenselijk' dat het Grondwettelijk Hof zich buigt over voorrangsregels voor toegang tot het Nederlandstalige secundair onderwijs. Die zijn gebaseerd op de taal van de ouders, niet de eerdere schooltaal. Eerder deze week zei hij nog dat de VGC zelf naar het Hof zou stappen.
Vanhengel: 'Voorrang voor alle kinderen met Nederlandstalige schoolloopbaan'
Vanhengel zal zelf niet naar het Grondwettelijk Hof stappen, ook al sprak hij zich dinsdag wel in die zin uit in de VGC-commissie Onderwijs. "Het is voor eenieder wenselijk dat het Grondwettelijk Hof zich hierover buigt en uitspreekt. Zodat ook eenieder weet waaraan zich te houden", zegt hij donderdag.
"Het Grondwettelijk Hof zal worden gevat (dit voorgelegd krijgen,red.), zoals ik reeds eerder meermaals zei. Wellicht niet rechtstreeks door de VGC maar door betrokken ouders, of door belangenbehartigers van de betrokken ouders."
'Uitgesloten'
In 2012 keurde de meerderheid in het Vlaams parlement een decreet goed, dat onder meer de voorrang regelt voor het Nederlandstalig secundair onderwijs op basis van de taal van de ouders.
Anderstalige ouders moeten aantonen dat ze voldoende Nederlands kennen om in aanmerking te komen voor de voorrangsregeling (van 55 procent van de plaatsen) voor Nederlandstaligen in Brussel. Daarvoor moeten ze dan een taaltest afleggen.
Groen uitte eerder al kritiek op de regeling. Anderstalige kinderen van wie een of beide ouders niet het juiste taalattest kunnen voorleggen, krijgen het immers moeilijker.
“Kinderen en ouders die al jaren voor de Nederlandstalige gemeenschap hebben gekozen mogen niet worden uitgesloten”, zei Bruno De Lille dinsdag nog eens in de commissie onderwijs. “Dat is bijzonder respectloos tegenover hen.”
'Schending gelijkheidsbeginsel'
Minister Guy Vanhengel (Open VLD), bevoegd voor onderwijs in de VGC, volgde Groen in die redenering. Althans, in de commissie. “Met deze beslissing is men in Vlaanderen voorbijgegaan aan het feit dat het onrechtvaardig is om kinderen, die al jaren in het Nederlandstalig basisonderwijs in Brussel zitten, niet te beschouwen als Nederlandstaligen”, zei hij dinsdag.
“De schoolloopbaan is echter een belangrijke parameter om de taligheid van een leerling te meten. Leerlingen die Nederlandstalig basisonderwijs hebben doorlopen, zijn evident de Nederlandse taal machtig. Er wordt immers toegewerkt naar de eindtermen Nederlands.”
Meer ten gronde zag hij de voorrangsregeling ook als een schending van het gelijkheidsbeginsel. “De huidige voorrangsregel reguleert de toegang tot het secundair onderwijs niet in functie van de schoolloopbaan van de leerlingen, maar in functie van de taalkennis van de ouders. Dat betekent dat leerlingen die dezelfde schoolloopbaan volgden, niet op een gelijke manier toegang krijgen tot het secundair onderwijs.”
'Weinig twijfel'
Als het onderwijsdecreet in zijn huidige vorm gehandhaafd blijft, kondigde Vanhengel in de commissie aan, "noopt dat de VGC ertoe naar het Grondwettelijk Hof te stappen, als belangenbehartiger van de Vlaamse gemeenschap in Brussel en het Nederlandstalig onderwijs in het algemeen". En dan bestaat er volgens Vanhengel “op basis van bestaande jurisprudentie weinig twijfel over de uitspraak van het Hof.”
Donderdag kwam hij terug op die woorden. Hij laat nu weten dat de VGC wellicht niet zelf naar het Grondwettelijk Hof zal stappen, maar dat de betrokken ouders dat wellicht zullen doen.
Open VLD steunt op Vlaams niveau de invoering van de taaltest.
Bruno De Lille niet blij
Brussels parlementslid Bruno De Lille (Groen) wijst erop dat zijn Vlaamse partijgenote Elke Van den Brandt woensdag een amendement in het Vlaams Parlement indiende om het taalexamen te schrappen.
"De parlementsleden van N-VA, CD&V en nota bene ook Open VLD stemden dat amendement echter weg. Daarmee zet de regering-Bourgeois gezinnen waarvan de ouders Engels, Spaans, Arabisch of Italiaans spreken, maar de kinderen al 9 jaar Nederlandstalig onderwijs volgen, voor de keuze: ofwel die Nederlands sprekende kinderen naar een Franstalige school sturen, ofwel een taalexamen voor de ouders.”
Het vereiste niveau Nederlands voor de ouders was vanaf volgend jaar normaal gezien B2. Woensdagavond hebben de Vlaamse meerderheidspartijen een akkoord over een overgangsregeling bereikt. Een lager niveau B1 volstaat nog één extra schooljaar. Aan het principe van voorrang op basis van talenkennis van de ouders wordt evenwel niet geraakt.
Lees meer over: Samenleving , Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.