Veel minder reeën opgemerkt in Zoniënwoud

Leefmilieu Brussel telde vorig jaar en dit jaar 20 procent minder reeën in het Zoniënwoud. Toch betekent dat niet noodzakelijk dat er ook minder dieren zijn. “We vermoeden dat ze zich steeds beter kunnen verstoppen.”

Jarenlang leek de reeënpopulatie in het woud stabiel. Leefmilieu Brussel telde tussen 2009 en 2013 nagenoeg evenveel dieren tijdens de jaarlijkse telmomenten.

De voorbije jaren worden echter steeds minder dieren opgemerkt. De daling met 20 procent vormde aanvankelijk een raadsel voor de Brusselse bosbeheerders.

“De overleden dieren die we vonden bleken niet aan gevaarlijke ziektes te lijden”, zegt departementshoofd Gregory Reinbold aan brusselnieuws.be. “En Vlaanderen en Wallonië kenden geen daling van hun aantal reeën.”

De meest waarschijnlijke verklaring blijkt uiteindelijk dat er … niet echt minder reeën zijn.

“We vermoeden dat de cijfers te maken hebben met de regeneratie van het bos”, zegt Reinbold. “Het Zoniënwoud was jarenlang een beukenkathedraal met erg weinig ondergroei. De voorbije jaren is daar eindelijk verandering in gekomen. De vegetatie wordt dichter en een van de gevolgen is dat we de reeën minder makkelijk opmerken tijdens onze standaardteltrajecten door het woud.”

De reeën lijden de laatste jaren wel steeds meer onder loslopende honden. Leefmilieu Brussel ziet hun aanwezigheid echter niet als de belangrijkste oorzaak van de dalende cijfers.